CO LEVEN IN BRUNAI (Noord Kalimanten) HET LIJKT NIET OP DAT IN HET VROEGERE INDIË Ja, waar ligt dat eigenlijk??? Dit miniatuurstaatje, dat toch eigenlijk allang bestaat, is pas in de laatste jaren bekend geworden door zijn olie en gas-export, vooral naar Japan. Daarover later. Dit kleine Sultanaat is misschien wat groter dan de provincie Limburg, nl. als je van de "hoofd"stad in het N. tot het plaatsje in het Z. rijdt, is het maar 67 mijl (100 km). Veel achterland is er niet, want het is ook smal, en waar olie ge vonden wordt, zowel (vroeger) op het land, en nu meer op zee, daar groeit niet veel. Bovendien ligt dit staatje aan de Westkant van Borneo. Vroeger geklemd tussen de grotere gebieden van de "witte Radja Brooks, het Eng. gedeelte van Borneo. Die grote Eng. gebieden behoren nu tot Malaisie, en daar tussen liggen we dus ingeklemd. Een gelukkig toeval bracht ons in aanraking met de schrijfster van dit stuk over het leven in Brunai op Kalimanten, een buurland dus van Indonesië. Zij volgde haar man daar heen, toen de wereldomspannende activiteiten van een grote oliemaat schappij hem naar de rijke velden van Brunai brachten. Ze is een indische, en wat lag dus meer voor de hand dan dat wij haar zouden vragen: schrijf eens iets over het leven in Brunai? Lijkt het op dat op Java, nu of voor heen? Dat is niet het geval en wan neer zij door haar indische verleden zich niet zo vlot tussen de bevolking bewoog zou zij het wellicht heel moeilijk hebben. Hier volgt het eerste van twee stuk ken over het leven in Brunai. Het klimaat is natuurlijk echt tropisch, maar helaas, veel palmen zoals je die overal in Indië langs de kusten ziet, vindt je hier niet. Wel wat tjemara's, maar die vallen elk jaar bij die hoge zeeën bij tientallen tegelijk om. De kust wordt ook hier kaler en smaller! Bambu vindt je hier ook amper. De be volking kent nauwelijks het gebruik er van, zoals b.v. op Java, waar men er zo vele dingen van weet te maken. Neen, mooi is 't niet, maar een voordeel heeft het: het is tropisch, en daarmee is alles gezegd. De bevolking (Brunezen) schij nen af te stammen van zee-piraten, spreken een dialect Maleis, dat heel anders is dan ons gewoon pasar ma leis, wat ze ook wel verstaan hier en je meteen dan als iemand uit Indonesië herkennen. Ook de tropische vruchten zijn hier niet allemaal te krijgen. Na tuurlijk wel enkele soorten pisangs, zoals de mas (hier kuning genoemd), de Radja (zelfde naam) de susu (hier keling geheten) de kapok, hier pisang pisang, en hoe heet die pisang die we batu noemen? Ik weet het niet. Ook de tandoek. De papaja, ananas, zuur zak en de mangga senggir. Echte lek kere mangga's kennen ze hier niet. Mangisstan, hier mangosteen op z'n Eng. af en toe, maar niet mooi, evenals de sawoh, hier tjiko (cico nieuwe spel ling) en af en toe blimbing en gedong- dong. Maar deze zijn erg sporadisch, evenals de duku, langsep, rambei tjem- pedak en nangka (hier Jackfruit). Op de maleise pasar waar ik veel rond scharrel om te blandja, vindt je nog wel eens wat, maar de namen zeggen me niets in hun taal. Ik houd me dan maar aan mijn eigen benamingen. Al leen de durian, ja dat is internationaal geloof ik, want die heb ik ook in Singa pore, Bangkok en zo gegeten! Verder heb je aan groenten ook niet zoveel keus. De paku groeit hier na tuurlijk in de utan, de rebung bij vlagen, daun singkong, en dan andere soorten bladeren die ik niet ken. Laatst dacht ik gandaria gevonden te hebben, al thans de smaak was het zelfde, de vrucht leek op jonge kleine pentils v. d. mangga. Gula djawa kennen ze niet, een soort gula aren en als ie in blok ken (Hard) is, heet het gula malacca! Voor ingrediënten van bumbu bumbu kun je uitstekend terecht. Vers, al ge bruiken nieuwkomers steevast conimex uit een potje I I Maar door gewinterde Indo's zoals ik lusten dat niet! Vers, dat is njang paling baik! Van de ketjapsoorten kent men hier alleen de (zoute) Chinese en een soort uit Malaisie die een nare smaak heeft. Maar tahu volop bij de Chinezen. En tempéwelke Indisch vrouw kan nu zonder dat product?? daar moet je adresjes voor heb ben. En dat zijn er amper twee man hier in de staatDie zijn uit Malay- sie, maar turunan Djawa I I De Brunees kent dat niet! Daarom kan je hier am per een warong vinden waar je zo lekker nasi met dit of dat kunt eten. Het enige wat er is: sate kerbouw mierzoet, en sota belazer zeg ik maar, want het is meer mie dan iets anders. Neen, dat snoepen zoals in Indië is hier niet bekend. O ja, je kunt wel djajans krijgen van div. koekjes, zoals klepon, onde onde, zelfs fiemel-kleine lemper met isi udang kering of vlees, waarbij je een fiets nodig hebt om van het ene vleesje naar het andere te ko men. Ja, 's morgens kun je in de gedai kopi, wij zeggen toko-kopi wel goed terecht wat dat betreft! Neen, Indië is het niet. Sawah's heb je hier ook wel, maar anders! Meer ladang bouw. Toch doet het je hart weer goed als je de rijst ziet planten en later als ie geoogst wordt!! Bij het rijpen de velden vol draden met din getjes eraan, zoals in Indië, maar gla- tiks ja tida ada hier! Wel andere rijst diefjes! Welke, daar ben ik nog niet achter gekomen. Zijn de rijstgronden leeg, dan zie je de karbouwen erop. Koeien hebben ze hier amper. Je kunt ook nauwelijks koeievlees op de pas ser krijgen! In bepaalde tijden van het jaar komen de blekoks (kleine witte reiger) hier langs en zie je ze vaak bij de karbouwen in de buurt, of op z'n rug zitten, echt zoals je in Indië zag. (lees verder volgende pagina) Links: De prachtige nieuwe Masjid Omar Ali Saifuddin moskee in de hoofdstad van het sultanaat Brunai, Bandar Sri Bengawan. In het water ligt de koninklijke sloep. Rechts: Winkelstraat in de oliestad Seria in Brunai.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 8