speelt u ook voor sinterklaas?
dan kunt u
vast wel
iemand
verblijden
met een
Tong-Tong abonnement!
HERINNERINGEN AAN HOTEL DES INDES
OPNIEUW
HERDRUKT
Je-lah-je-rot
f 7,90 f 1,50 porto
Prins Mauritslaan 36 - Den Haag - Tel. 54 55 00/54 55 01
we nog zaten na te hijgen klonk een
stem naast ons: "Jullie mogen die
wagen wel lenen, maar vergeet de
zwengel niet, anders krijg je hem niet
meer aan de praat. Veel geluk verder."
Een andere keer zou ik Santoso van
het station halen. Ik zat toen al onder
dienst. Het was Koninginnedag en vol
gens strenge Militaire orders zat ik in
groot tenue achter het stuur, met pet,
met pluim. De auto stond netjes voor
het station en even later komt Santoso
naar buiten, gooit zijn spullen achterin,
komt naast me zitten, kijkt verbaasd.
Dan klinkt het: "Dag circusdirecteur."
Zonder commentaar wil ik weg rijden,
maar had blijkbaar mijn voet verkeerd.
Monstertje kachelde rustig achteruit
de trappen van het station op. We wa
ren al boven op het bordes als Santoso
de handrem grijpt en droog opmerkt:
"We moeten die kant uit hoor, hier ben
ik al geweest.
"Val dood" is mijn commentaar. Onder
wijl zijn natuurlijk de nodige toeschou
wers samengestroomd en een agent
komt in looppas onze kant uit. Maar
als deze man mijn uniform ziet staat hij
plots stijf in de houding en salueert.
Onder gejuich van de nontonners hob
belt 't monstertje de trappen af en rijdt
weg. Commentaar van Santoso even
later: "Als we weer samen rijden, moet
je die gekke hoed toch maar ophouden.
En vergeet de scheerkwast niet. Heeft
toch wel zijn nut bewezen."
Even vóór mijn afzwaaien ging Santoso
naar Batavia voor de laatste étappe
van zijn studie. Als ik daarna richting
Siam ga ontmoet ik hem daar voor de
laatste keer. Krijg het verhaal van zijn
ontgroening. Ofschoon met droge hu
mor verteld, voel ik hoe hij er doorheen
heeft moeten bijten. Hij, die nooit een
druppel sterke drank heeft geproefd en
nooit echt omgang had met een meisje.
Jaren later, weer op Java, loop ik Saro-
so tegen 't lijf in station Lempoejangan
in Djoja. Bij een portie nasi gloedoek
worden alle nieuwtjes gewisseld. Ik
hoor dat Santoso bijna klaar of net
klaar is met zijn studie en krijg een
uitnodiging voor een Zondag bij Saro-
so thuis. Ik heb daar een prettige dag
doorgebracht, werd met alle egards
ontvangen. Toch wist ik in een kring
van jonge nationalisten terecht te zijn
gekomen.
Dit was het laatste wat ik van die twee
hoorde of zag. Korte tijd later verdween
ik zelf weer uit deze contreien en hoor
de niets meer, tot dit berichtje in Tong-
Tong.
OTJE
Het kostelijke artikel "Vergane Glorie"
bracht bij mij, zoals ongetwijfeld bij
vele andere lezers, veel herinneringen
boven aan het inderdaad "glorieuze"
hotel aan het Molenvliet.
Daar was natuurlijk de eerste indruk,
meestal tijdens de fameuze rijsttafel,
maar niet alleen imponerend door de
eindeloze rij van schalen en schotels
die werden aangedragen, met de in
drukwekkende schaal met rijst voorop;
maar ook door de hele atmosfeer van
het hotel.
Dan waren er de beroemde mandika-
mers met de mandibakken, afge
schermd door kippengaas, om te voor
komen dat de "baru" in die mandibak
zou kruipenik had dat altijd een
mooi, maar onwaarschijnlijk, verhaal
gevonden totdat ik, niet zo lang ge
leden, van vrienden in Pasuruan inder
daad hoorde dat een broer van de
vrouw des huizes, voor het eerst in
Indonesia, inderdaad in een (niet af
geschermde) mandibak gekropen was!
In het Receptiepaviljoen werden des
tijds altijd de reünies van oud-Leidse
studenten gehouden ter viering van
8 Februari, de Dies Natalis van de
Leidse Universiteit. Uit Bandung kwa
men er altijd ook enige oud-Leidenaren
om dat feest mee te maken. We namen
de laatste Vlugge Vier naar Batavia,
vierden opgewekt feest, en keerden
(niet meer zó opgewekt) de volgende
morgen met de eerste Vlugge Vier
weer naar Priangan terug. Tijdens het
feest wekten wij altijd de verbazing,
de afgunst en soms de woede op van
de Batavianen omdat zelfs in de groot
ste drukte wij altijd prioriteit kregen
van het bedienend personeel.
Dat waren nl. vrijwel uitsluitend Soen-
danezen, en een bestelling in de Baha-
sa Soenda, al of niet met een Soenda-
nees grapje, gaf altijd hetzelfde resul
taat: wij kregen ons bier, of onze pait,
altijd terstond, en eerder dan al lang
gedane andere bestellingen omdat
daarvoor de Bahasa Indonesia gebruikt
was.
Tenslotte diende Hotel des Indes voor
een korte tijd als opvangcentrum voor
de krijgsgevangenen die net uit de
kampen bevrijd waren.
En zo kwamen wij, met enkele collegae,
ook in het hotel terecht, en dat was
natuurlijk een hele belevenis, en een
fantastische overgang na al de kamp
jaren. Een eigen kamer, een echte bad
kamer, een echt bed, met matras, en'
lakens, en klamboehet was voor
één van ons zelfs te veel van het
goede, want nadat hij vol verwachting
in zijn bed was gedoken, kon hij niet
in slaap vallende matras was te
zacht, en de lakens waren te veel enz.
Zodat hij ten einde raad een laken op
de vloer voor het bed spreidde, en
daar, op de zo bekend geworden "har
de ondergrond", na enkele minuten in
derdaad in slaap viel (ehhebeur!)
Ja, het is inderdaad zoals de heer Rit-
man schrijft: sic transit gloria mundi.
Maar de vele kostelijke herinneringen
aan Hotel des Indes zullen blijven be
staan zolang er nog lieden zijn die het
in al zijn glorie gekend hebben.
H. M. C. P.
11