De Bomen van Afrika
Bij Kerstmis hoort de Kerstboom als symbool van eeuwig leven, nieuwe hoop,
licht in de duisternis. Allemaal begrippen die een mens blij stemmen en troosten
in dit aardse tranendal. Kerstmis zonder boom is ondenkbaar.
Leven zonder bomen - ondenkbaar en onmogelijk! Denk je een aarde in zonder
bomen - onvoorstelbaar I
In het heerlijke, weelderige Indonesië
groeit alles met een vanzelfsprekend
heid in de rijke natuur dat je, verwend
als je bent, het heel gewoon vond dat
de bomen in de dakgoot groeiden en
als je niet oppaste ging het huis ten
onder en bleven de bomen staan.
We hielden van onze bomen, de on
voorstelbare weelderige pracht van de
dikke kronen, de uitbundige bloei, de
forse stammen.
Toen we een paar jaar geleden winters
Nederland konden ontvluchten door
een reis van vijf weken door Zuid-Afri-
ka en Rhodesië te maken, vroeg een
kennis mij na terugkomst: "Wat heeft
nu de diepste indruk op je gemaakt?"
Nog vervuld van alle nieuwe indrukken
moest ik even nadenken en antwoord
de dromerig: "De bomen van Afrika."
Zij keek me wat vreemd aan, want ja,
na de Victoria Watervallen en bezoe
ken aan verschillende wildparken, de
Karibadam verwacht je misschien een
ander antwoord.
Het is moeilijk uit te leggen, maar het
overheersende gevoel was de diepe
indruk die de bomen ginds maakten
door hun onvoorstelbare levenswil, de
grimmige vasthoudendheid aan het le
ven onder de meest meedogenloze om
standigheden.
Na de nachtelijke vlucht, gloedvolle
zonsopgang in oranjerood en violette
tinten, maakten we een tussenlanding
in Kinshasa. Voorbij de landingsbaan
onduidelijke bush-bush en lage palmen
in alang alang, onder een verrukkelijke
hemel die een overstelpend licht uit
straalde.
Mooi? Nee, niet mooi, maar de verruk
kelijkste alang alang die ik ooit gezien
heb.
Meer naar het zuiden toe werd de aar
de dor, roodbruin, wat slordige akker
tjes hier en daar ingekrast, een paar
ronde negerhutten, niet te vergelijken
met de gordel van smaragd.
Op de vlucht van Johannesburg naar
Rhodesië, in een oud, langzaam en
laag vliegend toestel kregen we alle
gelegenheid het landschap in vogel
vlucht te zien. Daar stonden in einde
loze vlakten van droge rode aarde de
bomen van Afrika, laag, doornig, dun
ne bladerkroon waar de zon doorheen
filterde, op regelmatige afstanden en
wijd uit elkaar, ieder op zijn eigen ge
bied, zonder de ander iets af te snoe
pen, ieder met een bescheiden scha
duwvlekje op de grond. Prachtig door
de natuur geregeld zonder dat de mens
had ingegrepen. Rondom steden is het
meer begroeid en groener, door de
mens geplant en verzorgd.
Een baobabtree (Adansonia digitata) op het
voorerf van het proefstation in Pasoeroean,
gefotografeerd in maart 1926. De boom was
toen 10 jaar oud, was 12 meter hoog en
had een diameter van 80 cm. (Uit: "De tro
pische natuur")
In het Regenwoud tegenover de Victo
ria Watervallen wandelt men in een
eeuwig stromende regen door de weel
derige plantengroei van een bos en
valt van de ene verrukking in de an
dere. De regen komt van de dikke wolk
waterdruppels en mist die altijd boven
de waterval hangt en die van verre al
te zien is. De vegetatie is ongelooflijk
en de pracht van de glimmend groene
bladeren wordt hier en daar gesmukt
door de rode pompons van de October-
bollen, die zelfs op boomstammen
bloeien. Hier is geen gebrek aan water.
In het Wankie Wildpark reden we drie
maal per dag met een busje door een
klein gebied van dit uitgestrekte wild
reservaat, terwijl Samson, die in alle
opzichten zijn naam eer aandeed, ons
op het wild wees dat we zonder zijn
aanwijzingen beslist niet gezien zouden
hebben. En de bomen daar, soms op
een dorre zandvlakte met wat ver
schroeid gras, een prachtige boom met
een geteisterde bast, die zich een eind
boven de grond in tweeën splitste.
Soms was een helft ervan morsdood,
omgevallen. Het deel dat nog overeind
stond getooid met fijn loof, grijsgroen
in de felle zon, de dode stam versplin
terd op de grond en toch nog hier en
daar gesierd met wat levend groen.
Hoe? Waarom? Er waren bomen waar
torenhoge mierenpyramides omheen
gebouwd waren, de boom streed een
verbeten strijd maar werd door andere
planten al in bezit genomen om na zijn
dood weer voedsel voor andere te
leveren en soms groeide naast een
dode stam op zo'n heuvel alweer een
jongere generatie, die het weer van
de mieren won.
We zagen Leverworstbomen, waarvan
er indertijd ook een exemplaar stond in
de tuin van de oude HBS in Semarang.
Juffrouw Lobato vertelde ons dat hij
geïmporteerd was.
De vreemde, machtige Baobabtree, of,
zoals de bevolking hem noemt: de on
dersteboven boom, met zijn zware,
grillige stam en dikke takken, die toen
helaas kaal waren. Bij de Victoria Wa
tervallen staat er een die eeuwen oud
moet zijn. De boom lijkt ondersteboven
geplant te zijn, door een reus uiteraard,
die de kroon onder de grond stopte
en de wortels naar boven richtte.
De koortsboom met de werkelijk ci
troengele, gladde stam, voorkomend in
gebieden waar vroeger malaria heerste.
Men zocht de oorzaak van de koorts
bij de boom, niet bij de muskieten.
En dan, langs de kant van de weg,
(lees verder volgende pagina, Ie kolom)
Baobabtree gefotografeerd in de winter bij Messina, Noord-Transvaal. (Uit: "A botanist in
Southern Africa" by John Hutchinson). Op deze foto is te zien, wat de schrijfster bedoelt,
als ze zegt, dat de boom ondersteboven geplant schijnt te zijn.
18