SAYUR LODEH IN AUSTRALIË KIMM Indische spekkoek j DISCO I BOLLAND A- Ar Gastvrijheid even warm als in het oude Indië Onze vriend en medewerker A. Ed. Schmidgall-Tellings, die zoals men weet docent is aan een der amerikaanse universiteiten, zond ons de volgende vertaling van een artikel uit Intisari (De Kern) van dec. 1974. Het is van de hand van Luwi Ishwara. Het vertelt van prettige en minder plezierige ontmoetingen met "indische mensen" in Australië, waar zovelen onzer zich na de oorlog definitief hebben neergelaten. De schrijver ervaart, dat de gastvrijheid van het oude Indië nog bestaat. Hij ontmoet ook enige dronken Indo's en voor wie niet beter weet zou dit de indruk kunnen wekken dat Indo-Europeanen nogal slordige gebruikers - in dit geval zelfs: misbruikers - van alcohol zouden zijn. Niets is minder waar. Wie in Indië heeft geleefd, heeft zelden of nooit een beschonken lid van deze bevolkingsgroep gezien. Integendeel; men zou de Indo bijzonder sober in zijn drinkgewoonten kunnen noemen. Nu terzake. Hier volgt de vertaling van het stuk in Intisari. Stort 12,50 op giro 158225 en U ontvangt een spekkoek van ca. 500 gram, in speciale verpakking, franco thuis. "KIMM", Joh. Verhulststraat 98, Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61 Het was schemerdonker in Wellington, de hoofdstad van Nieuw Zeeland. De hemel was helder en de wind, die ge woonlijk vreselijk hard kan waaien, streelde, ons wandelaars, die dag. In een straat ontmoetten we een wag gelende, bejaarde man. Ik zei aan mijn twee vrienden: "Dat oudje zal vast te diep in het glaasje hebben gekeken!" Plotseling stond hij stil, terwijl hij al lerlei pogingen in het werk stelde om niet van z'n stokje te vallen schreeuw de hij met een hese stem: "Apa ka- bar?" (Hoe maken jullie 't?). Toen strompelde hij in onze richting en druk te ons één voor één de hand verge zeld van de klassieke "Selamat" wens. Terwijl we nog zo sprakeloos elkander zaten aan te staren, zei hij alweer, maar nu in het Engels: "I know Batavia, Bui tenzorg, Bandung, Purwokerto, Sema- rang, Surabaya, and Makassar." Het schijnt dat dit "heerschap" vroeger in Indonesië heeft gewoond. Hij heeft een zoon die nu 28 is. Toen mijn vriend iets wilde vragen, begon dit "heer schap" wederom de hand te drukken bij het uitbrengen van de "Selamat" heilwens. Daarna vervolgde hij zijn waggelende gang en uit z'n achter broekzak puilde een vierkante pot. Dergelijke ontmoetingen met Indo's hebben we niet voor de eerste keer ervaren. Op een goede dag hebben we, in groepsverband, erin toegestemd om langs een pub te wandelen. Tegen de pubdeur leunde een blanke. Toen we passeerden begon hij ons één voor één te tellen gelijk een eendenhoeder z'n eendjes op de sawah placht te tellen: Satu, dua, tiga, ampat, lima...! Hij bracht het niet verder dan vijf. Mis schien was hij het Indonesisch wel ver geten of het kan ook zijn, dat hij onder de invloed van alkohol heeft gestaan. Een vriend die haastig de straat moest oversteken werd door een automobi list toegeschreeuwd: "Hei, kamu orang mau ke mana?" (Hé daar, waar moet je naar toe?). Een Indo die vroeger in Cianjur heeft gewoond, vroeg me hoe het gesteld is met de theeondernemingen op de Ge- deh. Hij is nu werkzaam in de komputer afdeling van het statisstiekkantoor in Wellington. In Blenheim ben ik een Indo tegen het lijf gelopen, die de petis en rujak van Surabaya niet kan vergeten. Toch het meest indrukwekkend was de ontmoeting met de familie Weyers uit Balclutha, een klein dorpje in het Zui delijk gedeelte van Nieuw Zeeland. Frans, dat is z'n voornaam, heeft zich momenteel in Nieuw Zeeland geves tigd met z'n charmante vrouw Thea. "Nieuw Zeelanders noemen me 'Tia' zei z'n vrouw. Ze hebben twee kinderen en runnen de kapsalon "Paris Frans vertelde, dat hij geen Hollander is. "Ik ben een Indonesiër, geboren en geto gen in Cimahi"". Hij denkt nog vaak terug aan zijn kinderjaren, toen hij op de sawahs numpak munding (karbouw- tje rijden) speelde met de karbouwen hoeders. Hij was dan ook erg teleur gesteld toen men de "politionele aktie" inzette en hij genoodzaakt was naar Nederland te gaan. Hij was toen 14 jaar oud. Na aankomst in Nederland Herenstraat 157 tel. 070-86 32 01 VOORBURG Frederik Hendriklaan 161 tel. 070 - 55 66 97 DEN HAAG Giro 406636 Specialisten in krontjong en oosterse muziek Binnenkort grote importzending verwacht van L.P.'s, o.a. Mus Mulyadi, Waldjinah en vele anderen. Op ons adres: Stationsweg 143 verkopen wij zalige bumbu's voorge- gorengd en al, direct uit Sidoardjo, tjap: Tjita Rasa. Voor 4 pers. f 1,50. U weet, dat wij ook country music L.P.'s direct uit USA importeren? Geweldigakeuze. bleek, dat hij zich niet kon aanpassen. Hij verhuisde naar Suriname, maar ook daar kon hij niet aarden. Uiteindelijk belandde hij met z'n vrouwtje, gewa pend met haar kapsters diploma in Nieuw Zeeland. Nieuw Zeeland is een mooi land, maar Indonesië is het mooist, zo verklaarde Frans. Deze mening werd ondersteund door mevrouw Gebing, de buurvrouw van Frans in Balclutha, die vroeger in Solo heeft gewoond. Mevrouw Gebing prees de lekkere Indonesische vruch ten in haar Indo-Nederlands met Ja vaans accent: "Ho-oh, weet je, rambu- tan, salak, mangga, dukuhhhmmm, lekkerrr deh!" Intussen staarde onze Nieuw Zeelandse vriend, die ons ver gezelde, op het horen van het gepraat van deze Indische dame, waar hij geen kaas van had gegeten, alsof hij het in Keulen hoorde donderen. Die avond heeft Frans ons uitgenodigd bij hem thuis te komen eten. We kre gen ayam opor kuning, srundeng, lalap ketimun en mijn lievelingskostje: sayur lodeh. De sambal oelek van de Neder landse fabriek Conimex ontbrak niet ten tonele. Wij vielen onmiddellijk de rijstpot aan en ik proefde elk gerecht van de familie Weyers. Vanzelfspre kend waren de gerechten van de We yers, indien men ze vergelijkt met die uit Indonesië, volkomen verschillend, met uitzondering van de lalap ketimun natuurlijk! We waren in elk geval zeer ontroerd door de gastvrijheid van de familie Weyers. Na het eten zaten we ngariung (in een kringetje) en babbelden, alsof we in de Preanger waren. Frans zette de plaat van Bengawan Solo op gespeeld door het Hawaiian orkest van Tjo de Fretes. Sommigen van ons slorpten hun koffie op, anderen speelden met de kinderen en weer anderen zaten te schertsen met mevrouw Gebing die niet op haar mond is gevallen. Op dat ogenblik hadden we helemaal niet het gevoel in den vreemde te vertoeven. Het werd later op de avond en we hadden nog een hele lange reis voor de boeg naar Queenstown. We moes ten afscheid nemen van de familie Weyers. Buiten had de wintermist zich al samengepakt en de dauw welke zich op onze autoruiten had vastgenesteld was reeds bevroren. Het viel ons zwaar om afscheid te nemen van Frans, Thea en mevrouw Gebing. "Daaagg, daggI' Ik voelde dat ik iets had achtergelaten, maar ik weet niet wat 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 18