LICHTGLIMPJES OVER BERRETTY buiten Indonesië was een onmiddellijk succes. Niet alleen in het kamp. Ik weet niet hoe de buitenwereld van het be staan op de hoogte kwam, maar zeer kort na de eerste verschijning op of omstreeks 17 augustus kwamen er hele volksstammen om een exemplaar vra gen, boden terugkerende zakenlieden stencilpapier en ander noodzakelijk ma teriaal aan en ontwikkelde zich een bloeiend bedrijf. De Rapwi benoemde Gleichman en zijn medewerkers tot kampwerkers 1e klas! Drommen ver drongen zich 's morgens voor het kamp om een exemplaar te verkrijgen want distributie door bezorgers was er nog niet bij! Het kostte - natuurlijk - niets, maar gaven ter aanvulling van de snel slinkende voorraden papier, inkt enz. waren natuurlijk zeer welkom. Zodra de Britse bezettingstroepen in Batavia arriveerden kregen wij het ver zoek een Engelse editie te maken voor de troepen die in het kamp werden on dergebracht. Een tweede stencilmachi ne stonden de Britten ons af en van die tijd af was ook de papiervoorzie ning verzekerd. Behalve dat wij zo nu en dan gehinderd werden door een salvo uit een voorbij rijdende tram scheen niets het voort bestaan van het nieuws-pamflet meer in de weg te staan. Toen kwam de aankon diging van de uitgifte van een "echte" krant, die niet, als het stenciltje on a shoestring zou worden gedreven, maar die door het gouvernement zou worden gefinancierd en die bovendien in druk zou verschijnen en aldus in ie der geval aan beter tijden zou doen denken. Moesten wij met onze Bode doorgaan, of de uitgave staken, nu er op min of meer vooroorlogse wijze publiciteit zou gaan worden bedtreven? Op 23 oktober 1945 verscheen het eer ste nummer van Het Dagblad. Een ech te krant, zij het niet op commerciële basis. Geen advertenties. Alles gratis (net als de Bode), maar wel behoorlijk georganiseerd: de staf kreeg salaris. Hoofdredacteur was W. Belonje, wei- befaamd indisch journalist; jarenlang hoofdredacteur van de Indische Crt. te Soerabaya. Onze vanouds bekende drukkerij Kolff verzorgde de druk; de Britten hadden het gebouw en de in stallaties bezet; in de gebouwen van de vooroorlogse kranten zetelden republi keinse publicaties. In het in de aanvang aangeduide vierde deel van de Officiële Bescheiden, die mij inspireerden tot deze notities vond ik tot nu toe niet gepubliceerd materi aal dat betrekking heeft op de periode, waarin Belonje als leider van Het Dag blad optrad tot zijn ongevraagd ontslag als zodanig. Hij vertrok de 6e mei 1946, een verbitterd man. Daarover meer in een volgende "Herinnering". Men zal eruit kunnen leren welk een onmogelij ke toestand, welke spanningen er ont staan wanneer de overheid zijn geld steekt in een krant en hoe de beste bedoelingen van bekwame journalisten schipbreuk kunnen lijden, wanneer zij zich wagen aan de leiding van een regeringskrant. Ik ben niet zo bang dat De villa Isola, van Berretty, gelegen aan de Lembangweg even buiten Bandung. Het was in 1926 in Den Haag, dat Ber retty, als vriend van mijn a.s. schoon vader (destijds Lid van de Raad van Indië) ons beiden, brave verloofden, uitnodigde voor 'n vrolijke avond. Ik trok m'n mooiste rose japon aan, en bij m'n lichtgrijze winterjas (roos op de revers) had ik 'n knalrood hoedje uitge kozen. In Hotel des Indes aangekomen, was daar "thé dansant", en toen ik m'n hoedje gelijk met m'n jas aan de ves tiaire wou afgeven, hoorde ik tot m'n verbazing, dat het verboden was zon der hoed in de zaal te verschijnen! Nog roder dan m'n hoofddeksel, dat hele maal niet paste bij m'n rose jurk, zette ik me met m'n twee cavaliers aan 'n tafeltje, waar Berretty 'n geanimeerd gesprek begon met m'n verloofde, 'n Mooie jonge man maakte 'n buiging voor me, en Berretty zei: "Wil je dan sen?" Waar ik vurig op inging. De man danste als 'n engel, en liet me de on waarschijnlijkste passen maken, zó goed leidde hij. Ik fluisterde (met m'n romantisch bakvisjeshart) "Bent U van adel?" "Neen," antwoordde hij bits, "ik ben professional, in dienst van het ho tel." Ik wist niet eens, dat dat beroep be stond! Daarna togen we naar "Central", en Berretty zei: "Nu mag dit keine meisje alles uitzoeken, wat ze maar wil!" Waarop ik opsomde: "Slagroomtaart met vlammende rum, en middenin aard beienijs. En dan iemand, die zigeuner- muziek op de viool speelt voor mij alleen." Toen we aan de champagne gekomen waren, zei Berretty, me 'n klein stokje tonende: "Als je dit in je glas rond draait, gaat alle alcohol in 't stokje zitten, en dan kun je 't drinken als limonade." Zodoende dronk ik wel 5 glazen ach tereen! Maar wat 't ergste was: ik ging de waarheid spreken! Ik zei o.a. de steun die de nederlandse regering aan een aantal bladen gaat verlenen of al heeft verleend aanstonds tot con flicten zal leiden. Maar jaeen ge zond idee vind ik het toch niet. JHR. "Schaamt U zich niet, Mijnheer Ber retty, om drie maal te trouwen!" Waarop hij: "Ik heb jou toch niets ge daan, kindje! Bovendien, je hebt net 'n gezicht, om later je man te bedriegen!" Drie jaar later zagen we hem terug in Batavia, waar op het Persbureau Aneta, door hem opgericht, het eerste tele foongesprek plaatsvond met Neder land. Uitgenodigd met m'n man en schoon ouders, mocht ik zelfs ook mee telefo neren naar m'n schoonzusje in Leiden, die daar Rechten studeerde. Onze stemmen waren opgenomen op 'n klein gramofoonplaatje, dat we cadeau kre gen als souvenir aan die gedenkwaar dige dag. Eens waren we uitgenodigd op zijn kasteel "Isola Bella", boven Bandoeng. Zenuwachtig van opwinding kwamen we veel te vroeg per taxi. In zicht van het moderne paleisje lieten we de taxi op de weg wachten, het horloge in de hand! Aan tafel uitgenodigd kwam ik te zitten tussen De Keizer (van De Locomotief) en Smirnoff, de veteraan der vliegers, door ieder "De Turk" genoemd. De laatste vertrouwde me toe: "Weet u, dat ik doodsbang ben in 'n auto? Je kunt niet naar boven of naar beneden uitwijken!" Na het diner leunde ik toevallig met Berretty uit 't raam en zei: "Wat moet U gelukkig zijn met zo'n prachtig uit zicht!" "Gelukkig?" zuchtte hij, "ik heb de meeste tijd zin om uit dit raam te springen! Mijn vrouw is haast nooit hier! 't Meest geniet ik nog van m'n kinderen, als ze hier logeren." Als tegenwicht opperde ik: "met zo'n mooi kasteel heeft U geen reclame meer nodig!" Waarop hij "Diogenes woonde in 'n ton. En dit kostte ettelijke tonnen!" In de groen marmeren bar, met ge beeldhouwde zeemeerminnen, gingen we nog wat drinken. Hij toonde ons daarna de muziekzaal met een witge schilderde vleugel, en op .het deksel glazen danseresjes uit Venetië. In de muur was 'n uitklapbaar filmdoek, waarop hij filmpjes vertoonde uit 'n toestel, eveneens verborgen in de muur daartegenover. leder tafeltje had beneden het blad 'n telefoon, om drankjes te bestellen. Wat 'n duizelingwekkende avond voor twee eenvoudige jonge mensjes uit 'n suikerplantage, zonder auto of radio, die de zondagen doorbrachten met zwemmen, en de tijdschriften-trommel doorkijken in de tuin onder 't eten van grote kroepoek-oedang, en 't drinken van rozenstroop met selassie. Het laatste bericht over Berretty was, dat hij met "De Uiver" in de woestijn gevallen was. En het schijnt dat hij daar nog steeds begraven ligt, eenzaam in zijn grootheid, zoals hij dat in zijn leven was. Louise B. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 15