HET GELUK VAN HET JAGEN
DE MENSENETER
"De jacht behoort tot het zuiverste
repertoire van het menselijk geluk
]osê Ortega Y Gasset.
JACHTBELEVENISSEN OP OOST-SUMATRA
Bloedrood zakte de zon langzaam weg
achter de boomtoppen, toegejuicht
door honderden Cicaden. Lange scha
duwen smolten samen tot grote zwarte
vlekken. In de oostelijke hemel werden
de eerste sterren als bleke punten
zichtbaar. Toenk... toenk... tjroek...
tjroek... begon een geitenmelker met
zijn eentonig gehamer.
In de "katjangan" bij de bosrand was
Samini bezig groenbemesterzaden te
verzamelen. Allah! Het werd al donker
en ze moest opschieten. Juist nu ze
zo'n mooi plekje gevonden had! Overal
om haar heen, zoveel als ze nog nooit
bij elkaar had gezien, de zwarte peulen
met de kleine zaadjes waar tuan assis-
ten een gulden per kilo voor betaalde.
In gehurkte houding graaide Samini
links en rechts om zich heen en stopte
haastig handen vol zaad in haar zak
vormig opgehouden sarong. Wat zou
den haar vriendinnen jaloers zijn als ze
met zoveel thuis kwam. Hoeveel zou ze
nu bij elkaar hebben? Vier kilo? Vijf ki
lo? Nu kon ze eindelijk dat mooie baad
je in de kedai kopen!
Vlug, vlug Samini, je moet opschieten,
je moet naar man en kind! Weet je
niet dat het gevaarlijk is, 's avonds bij
de bosrand?
Nog eventjes, één minuutje maar. Dan
was de sarong vol en kon ze nog net
bij het allerlaatste licht naar huis lopen.
Aan de zwartgapende rand van het
woud stond "Setua", de Oudste aller
Wezens en knipperde met zijn gouden
ogen tegen de laatste stralen van de
zon. Wat was dat toch, dat geschuifel
daar in de hoge katjangan? Zwartach
tig klein, en met ronde rug. Een jong
zwijn? De Oudste zakte door zijn po
ten en begon langzaam met zijn staart
heen en weer te zwiepen. Nog even
afwachten want het kon wel een oude
ever zijn en hij had groot respect voor
oude evers.
De zon gaf de ongelijke strijd tegen de
naderende nacht nu geheel op en ver
dween snel; slechts een geweldige
oranje waaier bleef nog even als een
betoverend scherm tegen de westelijke
hemel nagloeien.
In de donkere schaduwen van een
enorme Fiscus ontwaakte een dwerg
uiltje, schudde zijn veren op en zei:
Koek!
Tsjierr... tsjierrrtsjierrant
woordden de cicaden in koor. De Oud
ste besliste dat het géén eenzame ever
was
Samini, die eindelijk besloten had nu
toch echt naar huis te gaan, was bezig
door J. G. A. LA BASTIDE
(nog steeds in gehurkte houding) haar
sarong met de kostbare last dicht te
knopen, toen een zesde zintuig haar
dwong op te kijken.
Allah!!!gilde ze, maar een hevige
scheurende pijn in rug en hals deed
haar gelukkig snel het bewustzijn ver
liezen.
Nerveus met zijn staart zwaaiend keek
de tijger op zijn prooi neer. Bij alle
geesten van het woud, een mens!
Nee, daar moest hij niets van hebben.
Schuw draaide hij zich om en smolt
geluidloos weg in de schaduw van de
bosrand.
Samini kwam enkele minuten later weer
bij haar positieven en wist, hoewel half
buiten zinnen van shock en bloedver
lies, op eigen kracht thuis te komen.
Haar verwondingen waren echter niet
van ernstige aard en zij genas betrek
kelijk snel.
Dit speelde zich af op een kleine En
gelse rubber-onderneming ten zuiden
van de Assahan-rivier, in een der laat
ste maanden van 1953. Het volgende
vond plaats enige weken later, op de
zelfde onderneming.
Madjid, de rubbertapper, was die och
tend al heel vroeg in de aanplant om
nog voor de ergste middaghitte klaar
te zijn met zijn taak. Zoals zijn ge
woonte was, begon hij in de hoek waar
zijn taptaak grensde aan het bos, om
zo geleidelijk op te werken naar de
weg. De allereerste boom die hij aan
moest snijden was een oude zaailing,
HOTEL "DE RUITER" HOUTHEM
bij Valkenburg (Z.L.), St. Gerlach 43
tel. 04406 - 4 03 18, met ingang van 28 maart.
Riant uitzicht op het Geuldal
doet denken aan de mooie rustige om
geving van de Preanger
Zeer geschikt voor diegenen die op me
disch advies een rustkuur moeten onder
gaan.
Me dieet-patiënten wordt rekeninq qe-
houden
Alle kamers centraal verwarmd en voorzien
van warm en koud stromend water.
Prijzen per persoon en per dag; incl. be
diening en B.T.W. Logies met ontbijt 17,
p.p.p J. Half pension f 25,p.p.p.d. Kamer
met douche en toilet, logies met ontbijt
f 25,p.p.p.d. Kamer met douche en toilet,
half pension f 32,p.p.p.d.
waarbij het tapvlak slechts enkele cen
timeters boven de grond zat.
De bosrand maakte hier een hoek van
ongeveer negentig graden. Naar het
oosten kon Madjid de aanplantgrens,
voor zover zichtbaar in het vroege och
tendlicht zeker over een afstand van
honderd meter afzien. De boom was
echter zodanig gesitueerd dat hij geen
gezicht had op de bosrand naar het
zuiden. De zon zelf was nog niet op;
het enige licht kwam van de weerschijn
van de fel opgekleurde oostelijke he
mel. Er was geen wind. Een dunne och
tendnevel hing als een vochtige, wit-
doorzichtige deken even boven de
grond. Madjid hurkte neer en zette zijn
mes in de dikke zachte bast.
Wat er toen precies gebeurde heeft
men Madjid niet meer kunnen vragen,
want toen zijn medearbeiders hem uren
later vonden was hij al lang dood.
Maar een reconstructie van het drama
uit de sporen was niet moeilijk. Net
toen Madjid neerhurkte, kwam drie
meter achter hem de tijger uit het zui
den geluidloos de hoek in aanplant om.
In een bliksemsnelle reflex zal hij zich
op dat kleine, bewegende gedierte ge
worpen hebben en het laatste geluid
dat Madjid gehoord kan hebben is het
kraken van de wervels in zijn nek.
Dat ook dit "tweede slachtoffer van de
tijger van Gunung Marbau zeer waar
schijnlijk bij vergissing werd aangeval
len bewijst het feit dat het lichaam van
de man onaangeroerd werd aangetrof
fen.
Wat moet er echter in de kop van de
tijger zijn omgegaan toen hij, voor de
tweede maal in betrekkelijk korte tijd,
plotseling een mens bloedend en weer
loos in zijn klauwen vond? De gevrees
de mens! Waar was zijn macht nu?
Waar, de dreiging van zijn hoge rechte
gestalte? En daar was bloed! Warm
voedzaam bloed, precies als het bloed
van zwijn of hert! Bloed, zonder pijnlij
ke herinneringen aan lange kromme
slagtanden, of forse scherpe horens!
En zijn derde slachtoffer, twee weken
later was geen vergissing meer
Dit derde slachtoffer was helaas een
kind. Een jongen van een jaar of tien,
die na schooltijd nog laat in de middag
op het ondernemingsvoetbalveld bij de
fabriek was blijven spelen. Toen de
zon begon onder te gaan keerde de
knaap op de fiets terug naar zijn pon
dok, dicht bij de zuidelijke grens van
de onderneming gelegen. Maar toen
hij daar om tien uur in de avond nog
niet was aangekomen, was zijn onge
ruste vader zelf op een fiets geklom
men en had de weg afgezocht in de
(lees verder volgende pagina, 1e kolom)
20