u OVER HET FEEST EN OUDE KANALANS COMMUNICATIE ""Apa itoe, stiltjie?" Indisch Familie Archief geeft (en vraagt) informaties over Indische geslachten. Kosteloos. Vreelandsestraat 14, Den Haag, tel. 070-33 57 86. S.v.p. zelf geadresseerde, ge frankeerde enveloppe bijsluiten! De kust bij Padang, bij de uitmonding van de Padang-rivier, links de Apenberg. De Hasan- Hosin of Taboetfeesten zijn inderdaad geen Chinese feesten. En misschien ook geen Islamitische. Want, wat ik me herinner, komen deze fees ten alleen in Padang en Pariaman (S.W. K.) voor. Met de optochten lopen altijd met roet ingewreven jongens mee, die met een blikje rammelende, geld op zamelden. Voor het feestcomité of voor "badan sendiri", daar ben ik nooit achter gekomen. Dat zijn de Semoen- toes. En bij en rondom het Taboetge- doe, lopen en helpen veel Indiërs (Tambies) mee. Hierdoor vermoed ik, dat het van ergens uit India komt. Als het Islamitisch was, waarom alleen in Padang en Pariaman, terwijl Sumatra's Westkust overwegend en fanatiek Is lam is? Mevr. Z-S. heeft twee feesten door el kaar gehaald. (T.T. No. 10) "Taboet" en "Koeda-koeda api." Dit laatste is 100% Chinees. Dit gaat vanaf 14 dagen vóór, tot en met volle maan in februari, met Tsap Go mèh en wordt er, het meest 's avonds, een lampionnenoptocht ge houden, met praalwagens en draken en tepèkongs. Vergeet de Hemelse mu ziek niet; niet Uw hemel, maar de He mel voor de Chinees. Ook hier is er steeds de "SEPASAN" of te wel de duizendpoot, bij. Dit is een plankier van 1 meter breed en 2 meter lang, in de lengte aanéén gekoppeld, een lange sliert vormende. Onder en aan elke plankierstuk, links en rechts een ste vige paal als stut en draagpaal. Op het plankier is een zitplaats gemaakt voor een Chinees kind van ongeveer 4 tot 6 jaar. Mooi gekleed in oud-Chinese dracht en aan de zitplaats vastgebon den. In feite een gevaarlijk stuk; één drager struikelt en het kan een ramp worden voor zó'n 25 a 30 kinderen Mannelijke familieleden lopen dan ook als "Stand by" naast deze SEPASAN. Door TT en o.a. die stukken van Mevr. Z-S. en H. v.d. Brink en eerder van Mevr. de Scheemaker en Mevr. Baü- mer gaan "Tekana-kana jang doeloeh", en herinner ik me ene Kapitein Schmidhamer in Fort de Koek, een flinke figuur met bijzondere comman dostem. Gillen deed hij niet, maar zijn stem hoorde je in alle hoeken van het exercitieterrein. Als milicièn heb ik menige zweetdruppel gelaten voor zijn zware oefeningen, die hij gewend was met zijn Ambonnezencompie, die hem op de handen droeg. Van de v.d. Brinks kan ik nog de fami lie van de "Roemah Setan" of loge- gebouw aan de Belakang Tangsie her inneren. De ouders en Coba, Chris, Zus, en nog een jongen, die nu wel ongeveer 60 jaar zal zijn. Ook nog van die naam: Harry, Anna en Leonie. Ik herinner me Padang nog goed, al ben ik met juni a.s. dan 50 jaar weg van daar. Ik ben altijd een Padanger en Minangkabauer gebleven in mijn hart, daar ik er geboren ben en er mijn jeugd heb doorgebracht; met een lach en een traan. Ook ik was als Tjalie een straat slijper. Kon ik maar schrijven als hij, dan zou ik veel over S.W.K. en Padang kunnen schrijven en bij velen herinne ringen oprakelen. Zoals weer over die taboetfeesten, wanneer de taboet in zee wordt weggegooid, vanaf het strand van het Inlandse kerkhof Kasik- Anget en de Laoetsoos; ongeveer Oe- djoeng Pandan. Wat een drukte. Van heinde en verre kwamen de maleiers per trein van de Bovenlanden, om de BOEANG TABOET mee te maken. Voor een groot deel van de Nederlanders, Alles was nog nieuw toen we pas in Indonesia waren en iedere dag leerden we er weer wat bij. Zo was het ook op die middag toen we op ons platje voor het huis thee zaten te drinken. Daar kwam een kleine oude chinees, in zijn witte baadje en zwarte glimmen de broek, vriendelijk grinnikend ons erf op scharrelen. Hij had kennelijk onze jonge, nog roze Hollandse ge zichten opgemerkt. Daar was misschien wel wat te verdienen. Beleefd nam hij zijn oude tropenhelm van zijn glimmen de kale knikkertje, klemde hem onder zijn linker arm en boog tegen ons. Tegelijkertijd nam hij ons nauwkeurig op met glimmende zwarte ogen, die tussen veel gele rimpeltjes verscholen lagen, en zei: "Tabé toean. Apa toean maoe stiltjie?" Nadat we beiden eerst hem en toen elkaar niet begrijpend hadden aange keken, herhaalde hij zijn vraag nog eens wat luider en nadrukkelijker. Maar het wilde ons niet te binnen schieten wat hij kon bedoelen en dus vroeg ik hem in mijn beste Maleis: Ja, waar de gesproken taal tekort schiet, daar komen de gebaren te hulp. Dus maakte onze vriend het gebaar van iemand, die er eens rustig bij gaat zitten. Daarna wees hij naast zich op de grond, keek over een van zijn schouders naar beneden en verkondig de toen: "Disini piés, piés, plès piés!" En nu werd het langzamerhand duide lijk dat hij een kamergemakje voor ons wilde maken, zodat we 's nachts in het donker niet meer naar de bijge bouwen behoefden te stappen. Maar daar hadden we nog geen be hoefte aan en teleurgesteld blies de toekang kajoe dan ook de aftocht. Bosganger. bekenden of onbekenden, was het erf van de van Alphens het verzamel- en uitgangspunt. Kinderen verdwaald, of elkaar kwijt, kon men terug vinden op het grote gastvrije erf van Tante Flo rence, alias tante Non, alias Naaaèan I voor intimi, bij roepen. SI SINJO V N,ï' 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 11