BOEKBESPREKING
JE KUNT NIET ALTIJD HUILEN
BOROBUDUR
Electrisch rijst koken
(vervolg van pagina 15)
kille regen en gure wind, terwijl de
"wolken langs het zwerk jagen", voor
al als hij dan boven zijn hoofd een
schril gepiep hoort en opkijkend tot
zijn onuitsprekelijke ontzetting spook
achtige silhouetten van een vlucht ka-
longs voorbij ziet wieken. Hier jagen
nu eenmaal vliegende honden langs het
zwerk. Arme kerel, hij snapt nog nul.
Nergens ter wereld zijn de nachten zo
wonderlijk mooi als bij ons in de
Priangan.
Kebon, die Amat nog bijstaat, zit op
het voorerf bij de stal een strootje te
roken en kijkt de blanda peinzend na.
Hij verbaast zich over de onrust die de
voorbijganger uitstraalt. Na een laatste
trek aan zijn klobot rijst hij op en
verdwijnt in de bijgebouwen om water
op het vuur te zetten.
In de na-avond komen de visites, de
Snorren, de Pilkes, de van Wijnens, de
Waworoentoes, to mention some. En
met hen ook de nodige drankjes. Nu
dronk Pa geen druppel alcohol - hij
lustte het gewoon niet. Maar niet mee
doen heette "ongezellig". Dus werd er
een pracht akaltje op gevonden. Amat
Nurya kwam dan binnen met zijn vor-
melijkste gezicht - dan was hij de per
fecte butler - met in de handen een
blad vol glazen en glaasjes, de duim
van zijn linkerhand stevig geplant op
de voet van één ervan, er angstvallig
voor wakend dat niemand dat glas
toch onverhoeds zou nemen. Daarvoor
waardeerde hij zijn baas te zeer van
wege de alcoholonthouding. Tenslotte
kwam hij bij de gastheer die wat ver
stoord opkeek toen hem dat borrel
glaasje onder de neus werd gehouden.
In Amat's ogen gloeiden pretlichtjes.
"Dit is aer ès toean", fluisterde hij en
voelde zich een samenzweerder. Wat
hij_ tot het einde bleef.
Stilte heerst in ons huis, waar alleen
nog de tjitjaks druk op jacht zijn. Zelfs
onze huistokèh heeft zich in zijn hoek
je teruggetrokken; misschien is 't hem
te fris. Uit de kamer van grootma komt
de flauwe lichtschijn van een lampoe
templek en buiten spelen de djankriks
ononderbroken op hun pootjes. Soe-
kaboemi slaapt.
JMK.
Bij "De Boekerij" in Baarn verscheen
dezer dagen een boek van een tot dus
ver onbekende schrijfster, Annemie
MacGillavry, onder bovenstaande titel.
De ondertitel: Een nederlands gezin in
de laatste periode van nederlands-Oost
-Indië.
Ik moet bekennen, dat ik het boek wat
korzelig ter hand nam. "Moeten we nu
heus, na alles, wat er over de kampen
is geschreven, nu zo nodig luisteren
naar de naargeestige ervaringen van
een onbekende mevrouw en haar ge
zin?" dacht ik. Wordt het geen tijd, daar
nu eens een streep onder te zetten?
Ik weet niet, wat Mevrouw de schrijf
ster heeft bewogen om meer dan een
kwart eeuw na de ellendige periode
van bezetting en bersiap haar herinne
ringen neer te schrijven. Misschien
heeft zij de behoefte, haar ervaringen
"weg te schrijven" niet kunnen weer
staan en daarbij het meest aangrijpen
de boek geproduceerd, dat ik over die
zwarte jaren ooit onder het oog heb ge
had. Zij was als 22 jarig bruidje uitge
komen, sloot een gelukkig huwelijk en
verloor aanstonds haar hart aan Indië.
Voorbestemd om een blijver te worden
met haar indische man en de beide
kinderen. De jongen is op de moeilijke
leeftijd en het meisje een paar jaar
jonger, in de dagen, dat de klappen
gaan vallen.
De Japanners interneren de hele familie
in de gevangenis van Cheribon, maar
de man wordt uiteraard in een ander
deel van de gevangenis ondergebracht
dan de rest van het gezin. De vrouw
mag haar kinderen bij zich houden.
Haar man zal zij niet meer zien vóór
de dood hem uit zijn lijden heeft ver
lost. Als haar wordt toegestaan het
stoffelijk overschot een laatste groet te
brengen, herkent zij hem aanvankelijk
niet; misvormd als hij is door mishan
deling en ontbering.
Met een geestkracht, die een grote
persoonlijkheid verraadt, houdt zij zich
staande. In dit boek geen woord van
zelfbeklag, geen uiting van haat jegens
de usurpator. Een hartverscheurend en
toch hartverwarmend relaas van ie
mand, die door de hel is gegaan, maar
wier persoonlijke waardigheid en inte
griteit, ook door haast onvoorstelbare
ellende niet heeft geleden. De Cheri-
bonse gevangenis was nog een graad
je erger dan de "normale" vrouwen
kampen.
Waar komt de titel van dit boek van
daan? Wanneer de schrijfster en haar
twee kinderen de strijd tegen de luizen
aanvangen leidt het aanvankelijk suc
ces tot groot plezier. "Zullen jullie het
je leven lang herinneren? Nieuwjaar
1945 overwinning in de slag tegen de
wandluizen."
Bij elke plank, waar het knapt, juichen
we zachtjes en slaan elkaar lachend op
de schouders in overwinningsroes. Je
kunt niet altijd huilenMaar om het
lachen weer te verlerenhoren wij
ook, van dichtbij, misschien wel onder
de bloeiende oleander, iemand marte
len, bonken, trappen, schreeuwen. Je
kunt niet laten de adem in te houden en
ernaar te luisteren, terwijl je je oren
zou moeten dichtstoppen
Prof Röling, de Groningse polemoloog,
schreef bij dit boek een inleiding en
looft de "onverzettelijke toewijding"
van Annemie MacGillavry. Amen.
JHR.
"Je kunt niet altijd huilen 19,90
plus porto 3,25.
door A. J. Bernet Kempers
Een prachtig boek over dit unieke
bouwwerk met 280 afbeeldingen,
dat een uitgebreide beschrijving
geeft, met historische achter
gronden en de tegenwoordige
strijd om het behoud ervan.
30,75 3,25 porto.
Veilig, makkelijk en tijdbesparend I
Nooit meer aangebrande rijst. Rijst in de pan, knopje indrukken, klaar I
U kunt uitgaan, andere dingen doen zolang als U wilt. De rijst blijft,
ook als ze gaar is, op temperatuur.
NATIONAL RICE COOKER
Inhoud 1 liter f 105,-
Inhoud V/2 liter f 115,-
Inhoud 1,8 liter f 125,-
Verzendkosten f 5,50. Abonnee's Tong-Tong 3 termijnen mogelijk
Tong-Tong B.V. - Prins Mauritslaan 36 - Den Haag - Giro 6685
16