RATU KIDUL
BENT U OOK EEN SNOB?
jong en mooi of een oude heks?
Een geïnteresseerde lezer, schreef ons
n.a.v. het eerste artikel over Ratu Kidul
in TT no. 15 het volgende:
Dat de schilder Abdullah het onder
werp, Ratu Loro Kidul de godin van
de Indische Oceaan, uitbeeldt als een
schone jonge vrouw, is heel merkwaar
dig. Njai Loro Kidul, of Loro Djongrang
wordt over het algemeen beschouwd
als een oude, lelijke zieke vrouw. De
vogelnestplukkers aan de Zuidkust krij
gen de kriebels alleen bij de gedachte
aan deze heks en offeren dan ook, ter
voorkoming dat zij meegesleurd zullen
worden. Indien zij een mooie jonge
vrouw zouden ontmoeten, zouden zij
een keu vormen in de haast om hun
beurt van meegesleurd worden niet te
verliezen. Mannen zijn tenslotte man
nen. Deze godin wordt ook wel eens
Durga genoemd en volgens Veronica
Ion's Indian Mythology is dit een ver
schijningsvorm van Kali, de echtgenote
van Shiva, mogelijk wel Schone van
verre doch beslist verre van schone,
gezien haar bloeddorstigheid. Njai Loro
Kidul zou dus van Hindu oorsprong
zijn, in welk geval de rol van het rijk
van Padjajaran schromelijk overdreven
is. Dit rijk was niet zo belangrijk in
vergelijking met Modjopait en Singo-
sari, het miste personen als Hajam
Wuruk en Gadja Mada en Djajakat-
wang, aan wie de Djojobojoh wordt
toegeschreven. Het is ook merkwaar
dig dat er te Pelabuhan Ratu geen
stad van betekenis is. In die tijd moet
Tiilatjap reeds bestaan hebben.
Dat Pelabuhan Ratu mooi is, valt niet
te ontkennen, maar wie de ongetemde
kracht van Njai Loro Kidul wil leren
kennen, moet m.i. naar Popoh gaan, ten
zuiden van Tulung-Agung, en daar het
pad inslaan naar de open zee. Op die
rotsen, zo'n 500 meter hoog kan je nog
drijfnat worden door het opspattend
water.
Ik meen, voor zover ik de Indische
geschiedenis niet vergeten ben, dat
Jakarta een deel was van het sultanaat
Bantam en J. P. Coen, een persoonlijk
heid die ik bewonder, hierover de strijd
aanbond tegen sultan Agung van Ban
tam, en niet van Jakarta. Jakarta was
toen een onbeduidend vissersdorp.
Ik heb bewondering voor J. P. Coen,
aangezien deze man met ten hoogste
2 a 3 (moderne) divisies de strijd aan
bond tegen Bantam en de Engelsen en
versterking een jaar wachten ver aan
wezig is. Militaire genieën van latere
tijd zouden stichtelijk bedankt hebben
voor de eer, maar Coen schreef: "Ende
despereert niet", dus hier in Holland
deed men het in de broek, niet hij.
Waarschijnlijk was zijn devies ook:
Srobot bung, djangan nangis, hantem
sadjah.
De heer Koot is volgens mij afkomstig
van Batavia of Jakarta, waar de men-
'iMlfWfPii
De baai van Popoh aan de zuidkust van
Oost-Java
(Foto K. T. Satake)
sen chauvinistischer zijn dan Fransen,
niets op tegen, maar de wereld is toch
werkelijk mooier.
Ik ben geboren te Malang, opgegroeid
te Blitar, school gegaan te Surabaia.
Na de oorlog via Bali naar Batavia en
daarvandaan naar Z.-Sumatra. Door
mijn militaire diensttijd bij de Marine
zag ik kans door de hele archipel te
dwalen - kosteloos - en ook nog een
stuk daar buiten. Ik ben tot de con
clusie gekomen, dat iedere plek zijn
eigen bekoring heeft al was het alleen
dat de bami daar beter smaakte, zoals
te Singapore. De Baai van Jakarta is
mooi, doch die van Tapanuli is mooier
en met een variatie op een bekend
gezegde: "Zie de Baai van Ambon en
je vergeet tot je dood iets moois niet",
en wie in de Djailolo passage op een
maanverlichte nacht door een driemast
bark met graan gepasseerd wordt, zal
zich dat ook ten eeuwige dage her
inneren.
De hamvraag (zoals dat tegenwoordig
heet) blijft natuurlijk wel, is Njai Loro
kidul een mooie jonge vrouw of een
oude afgrijselijke heks, wie kan mij dat
nu vertellen?
B. W. de RIJK
Het Algemeen Dagblad stelt de vraag:
"Bent U ook een nazaat van 'n Be
roemd Nederlander?" en als U meent,
dat dit het geval is, kunt U "Uw her
inneringen, belevenissen, anecdoten
en al wat U maar wilt" kwijt aan de
redactie, die U, wanneer zij Uw herin
neringen, belevenissen, enz. publiceert,
U zal belonen met "een attentie".
Een lief plan, dunkt ons, maar het heeft
zijn gevaarlijke kanten. Wij willen ons
niet mengen in een discussie over de
stelling, dat ieder sterfelijk mens al
thans één beroemde, of althans zeer
bekende, voorvader heeft, namelijk
Adam. Hij was weliswaar in de strikte
zin geen Nederlander, maar gezien het
feit, dat hij de stamvader is van alle
mensen, mag men hem toch zeker ook
als Nederlander beschouwen. Gelukkig
zijn niet alle Nederlanders lezers van
het A.D.
Maar om ons nu te bepalen tot de on
miskenbare Nederlander - wie is, of
was nu eigenlijk beroemd? De Ruyter
en Tromp bijv.?
In deze tijd van critische bezinning is
men allang tot de conclusie gekomen,
dat hen dit adjectief niet toekomt. Het
waren militairistische figuren, die als
maar aandrongen op verhoging van het
defensiebudget - en is er groter zonde
tegen de Geest des Tijds denkbaar?
Jan Pietersz. Coen, Van Heutsz be
roemd? Deze koloniale imperialisten
zouden wij moeten schrappen uit onze
geschiedenisboekjes. Abraham Kuyper,
Troelstra, Colijn, Den Uyl dan?
In deze gepolariseerde maatschappij
staan zij of aan de ene of aan de
andere kant in het verdomboekje.
En tenslotte: welk een weerstanden
moet het onder de lezers van het A.D.
opwekken, wanneer zij, gelovend af te
stammen van een "beroemde" figuur,
zullen moeten bekennen, dat hun her
inneringen, belevenissen, enz. zoveel
minder interessant zijn, dan die van de
vereerde voorzaad!
Opstaan, ontbijten, in het A.D. lezen
over afstammelingen van andere be
roemdheden, naar je werk en 's avonds
naar de TV kijkenof je belasting
biljet invullen. Wat een belevenis!
J.H.R.
ADRES MEVR. I. QUINTUS BOSZ
In het T.T. nummer van 1 febr. jl. werd
het adres gevraagd van Mevr. Irmgard
Quintus Bosz, en sindsdien hebben wij
diverse meldingen van verschillende
woonplaatsen ontvangen, als een rode
pimpernel duikt haar adres nu weer
hier, dan daar op, waarbij wij onze
handen in onschuld wassen.
Het laatst opgegeven adres is:
Mevr. I. Quintus Bosz, El Atabal,
Puerto de la Torre, Malaga.
19