Na een jaar
4
TJALIE ROBINSON t 22 APRIL 1974
(FOTO N.O.S.)
Het is nu bijna een jaar geleden dat
Tjalie ons ontviel. Er zijn vele manie
ren om het einde van de aardse reis
aan te kondigen.
In het geval van Tjalie was het verlies
aan de zijde van de duizenden leden
van de indische gemeenschap en met
recht kan dus worden gezegd, dat hij
ons, u en mij, ontviel. En wij blijven
hem missen.
Tot zijn erfenis behoren mappen vol
brieven, fragmenten van artikelen, aan
tekeningen, aanloopjes tot stukken die
hij in het hoofd maar nog niet geheel
in de pen had, krantenknipsels en wat
niet al. Zij getuigen van een tot het
laatste ogenblik doorzettende haast on
waarschijnlijke werkkracht, een nooit
falende belangstelling, een onuitput
telijke energie. Er schijnt geen eind
te komen aan de bewijzen van zijn
toewijding aan de zelfgestelde taak.
Net als Du Perron en Walraven was
Tjalie een man, die in zijn correspon
dentie - vooral met zijn lezers - eerst
geheel uit de verf kwam. Ofschoon hij
zijn brieven tikte maakte hij er geen
copieën van, helaas. Wel bewaarde hij
trouw de brieven, die hij ontving en
die hem van belang voorkwamen. Het
is, bij het doornemen van die epistels,
telkens weer één vfaag die oprijst:
wat zou Tjalie op deze of gene op
merking, dit of dat betoog, geantwoord
hebben? Behalve in een hoogst enkel
geval zullen wij het nooit weten.
In het achter ons liggend jaar is veel
veranderd. De zo sterke band tussen
Tjalie en zijn individuele lezers is ver
broken. In zijn tijd was de uitgave van
Tong Tong te vergelijken met het topje
van een ijsberg. Wat onder de opper
vlakte verborgen bleef was de ontzag
wekkende productie aan brieven. Te
gen het eind van zijn leven kon hij, al
duizendmaal gewaarschuwd dat hij het
wat kalmer aan moest doen, die enorme
hoeveelheid correspondentie niet meer
aan. Voor zover die een zakelijk ka
rakter droeg begon hij die af te schui
ven. Zeer ongaarne. Want Tjalfe was
een perfectionist, die er niet van hield
anderen te laten doen wat hij be
schouwde als iijn plicht. Van dat per
fectionisme getuigen ook allerlei^ frag
menten en "opzetjes" van onvoltooide
artikelen. "Easy reading is often dam
ned hard writing" heeft een collega
eens gezegd. Dat gold ook voor Tjalie's
geschriften. Zijn tot het - gelukkig
snelle - einde onbreekbare geestkracht,
zijn betrokkenheid bij het wel en wee
van de indische gemeenschap dreven
hem voort: hij kon het niet laten. In
deze dagen beseffen wij nog eens
hoeveel dank wij hem verschuldigd zijn.
Tong Tong heeft het verscheiden van
zijn stichter overleefd. Velen waren er
niet zeker van, dat dit mogelijk zou zijn.
Lilian bleek minder pessimistisch dan
ondergetekende en besloot, de uitgave
voort te zetten. Het verloop van zaken
heeft haar gelijk gegeven: met Tjalie's
verscheiden was de band, die ons allen
bindt, niet verbroken. Als een middel
punt voor de betrekkingen tussen ons
allen, indische mensen, bleek Tong
Tong te kunnen blijven voortbestaan,
zélfs zonder Tjalie, al blijven zij en wij
lees verder volgende pag., 1e kol. onderaan