GEGEVEN MOMENTEN
toen
Het schot, ik weet niet van waar,
misschien van het terrein van de be-
tongieterij links van ons huis, sloeg
in op de muur. De sprong die ik maakte
petste een golf van water uit de emmer
over mijn jurk. Weer een schot, weer,
en weer, nu niet meer op mij gericht
maar naar de baan achter het huis.
Nogmaals, het is frappant hoe helder
een mens in nood kan denken. "Ze
moeten niet mij hebben, flitste het door
me heen, goddank. Ik schiet het huis
in. Vind mijn ouders geknield op de
grond. "Niets gebeurd," zeg ik "maar
misschien weten ze nu dat we in dit
huis zitten." Maatje begint geluidloos
te huilen.
We wachten op binnenstormende man
nen met geweren, bamboe roentjing en
slagwapens, maar er gebeurt niets. De
De volgende ochtend kookt Maatje
rijst en maakt koffie. Het is belachelijk,
maar ineens voel ik een flits van geluk,
ik wil het van me afzetten, maar het is
er. Iets van overwinning. Waar heb ik
het aan te danken, aan niets toch?
Liggen geluk en verdriet vlak naast el
kaar, net als liefde en haat?
Twee uit duizenden momenten waaruit
mijn leven heeft bestaan. Ogenblikken
zoals iedereen ze heeft gekend, U en
U en millioenen anderen. Niets bijzon
ders, vooral niet voor een verhaal in
Tong Tong, dat zoveel betere heeft
geplaatst. Ik wilde alleen vertellen hoe
wonderlijk een leven van momenten
aan elkaar hangt, die je GEGEVEN zijn.
En die je aanvaarden moet. L.D.
(Vervolg: "na een jaar")
hem missen. Aan de enorme persoonlij
ke correspondentie van Tjalie met zijn
lezers is een eind gekomen; aan de
vruchtbare en hogelijk gewaardeerde
medewerking van onze lezers niet.
Tong Tong blijkt ook nu nog levens
vatbaarheid te bezitten als een bron
van de geschiedenis van de Nederlan
ders in Indië. Het is een verrassend en
tot grote dankbaarheid stemmend feit,
dat wij, zonder Tjalie maar wel in de
geest van Tjalie zijn werk met succes
hebben mogen voortzetten. Het zaad,
dat hij bij zijn leven gestrooid had,
is niet verloren gegaan.
JHR.
en op een gegeven moment strijkt een zwerm witte vogels zwijgend neer en staan de
orchideeën in volle bloei
Sampit, Borneo
Omstreeks dpze tijd, 25 jaar geleden,
Tjalie en ik waren net getrouwd. We
stonden op de oude steiger dicht bij
de passer. Een gammele steiger, plan
ken weg als bij een kapotte xylofoon,
bij elke stap wipte het hout op, zwaai
de de hele stellage, griezelig vond ik.
Maar het was een zeldzaam prachtige
middag. Na dagenlang regen weer een
wolkenloze azuren hemel, koepelend
naar een vage horizon bomen. En die
rivier, dik-zwart als Chinese tjintjao.
We waren er al aan gewend geraakt
dat water niet meer bruin, maar zwart
was, en dat je als je het met de hand
opschepte, een handjevol sterke thee
ophield.
5 Zwarte vissen, touwtje door de
kieuwen, bungelden aan mijn wijsvin
ger. Ik voelde me prettig rijk, tevreden.
Er was niet elke dag vis en bovendie'n
had ik nog katjang pandjang kunnen
krijgen en, o hemelse tractatie, een
grote papaja. In Sampit zelfs groeide
niets, het kwam allemaal van ver
stroom-afwaarts of van Bandjarmasin.
Tjalie draaide zich om, leunde roeke
loos tegen de uitgestrekte railing, keek
met toegeknepen ogen- pal in de zon.
En terwijl hij een voet uit zijn slof trok
en op mijn blote voet zette, zei hij:
"Dit moet je onthouden, dit. Als een
van de gelukkigste momenten uit ons
leven. Eens is dit alles weg, eens zal
ik er niet meer zijn. Of jij. Maar het is
de som van jij plus ikke plus de hemel
plus de zon plus het water plus de
vissen plus - de zwarte modder op je
voeten. Het is de volmaaktheid die
schilders niet kunnen schilderen, dich
ters niet kunnen bewoorden, want nie
mand kan het begrijpen en voelen als
wij. Vergeet dit moment nooit."
Voor het eerst besefte ik dat bij ieder
geluk, het begin van een afscheid, een
verdriet geboren is.
Bersiaptijd.
Om he huis, in de straat raasde de
onrust, die elke minuut weer kon uit
barsten tot geweld en moord. In huis,
elk raam, elke deur dichtgespijkerd met
planken, was de stilte van angst en
machteloosheid.
"Als ze ons dood willen hebben, dan
liever nu, meteen", fluisterde mijn va
der, gezicht grauw van gebrek aan
slaap, ingehouden hoesten. We pro
beerden het huis verlaten te doen
schijnen.
"Er is geen druppel water meer", con
stateerde mijn moeder," ik kan nu ook
geen rijst meer koken. Zouden ze nu
de waterleiding alleen hebben afge
sloten of zou de centrale gebombar
deerd zijn? Gissingen, gevolgtrekkin
gen, waarom, waarvoor, hoelang. Het
hield hun bezig.
Door een kier van de achterdeur kon ik
de pomp opzij van het huis zien, de
afstand schatten. Langs het huis aan
de achterzijde was ik veilig, de hoge
muur en de spoorbaan daarachter
weerde alle inkijk. Alleen anderhalve
meter oversteek naar de pomp, die
geheel overkoepeld was door een
laaggroeiende bougainville. Alleen het
lawaai, dat harde, doordringende ge
luid van het pompen. Hoe?
Het is frappant hoe inventief een mens
in nood kan denken. Neen, niet tot
donker wachten, niemand in deze tijd
dacht 's avonds nog aan waterhalen.
Neen, gewoon wachten tot de buren
gingen pompen, het geluid van beide
pompen gelijk laten lopen. Drie slagen
zou ik maar nodig hebben om een em
mer vol te krijgen.
Het lukte, de buren pompten nog la
waaierig door, mijn actie was gedekt.
Net wilde ik de oversteek terug wagen,
5