Ik en Bentiet Prijs 13,50 1,30 porto. Wij kunnen verder over Het Dagblad zwijgen. Het bleef zichzelf gelijk na het vertrek van Belonje en bleef het or gaan van de vele teleurgestelde en ontdane Nederlanders. Als ik niet zo verschrikkelijk het land had aan de befaamde indeling in hokjes zou ik Het Dagblad conservatief en Nieuwsgier progressief noemen. Liever echter noem ik de houding van Nieuwsgier realistisch. D.w.z. dat zij er blijk van gaf in te zien, dat een oplossing van het conflict slechts langs de weg van overleg en niet door geweld te verkrij gen zou zijn. Intussen was er ook zo het een en ander gewijzigd in de bezetting van de redactie. Verscheidene medewerkers waren vertrokken naar Nederland. Gleichman was benoemd tot corres pondent van de Grote Provinciale Dag bladpers. In die tijd nam ik de hoofd redactie op mij. Gleichman werd echter na enige tijd ontslagen. Een curieus geval, karakteristiek voor de felheid der oplaaiende emoties. Bij gelegen heid van het eerste congres van het KNIP, de provinsionele republikeinse volksvertegenwoordiging in Malang on dertekenden de daar aanwezige journa listen een verklaring, waarin zij stelling namen tegen de opvatting dat het over al in de republiek een grote bende zou zijn. Dat was althans in Malang niet het geval. Zijn handtekening onder deze verklaring kostte Gleichman zijn baan. De stemming in Nederland was als in iedere oorlog, waarin men, naar het woord van een befaamd Brits journa list "goeds wenst te horen van zichzelf en kwaads over de vijand". Hij keerde terug naar de Nieuwsgier en zou eerst in 1949 de hoofdredactie definitief neer leggen. Naarmate de toestand in Batavia zich stabiliseerde begon de noodzaak te klemmen, een behoorlijke organisatie vorm voor de Nieuwsgier te vinden. Tot eind 1947 was het zo, dat wie de Nieuwsgier diensten bewees aan het eind van de maand een bepaald be drag toucheerde uit de "pot" van de inkomsten. Dat kon moeilijk zo voort gaan. Het was inderdaad een ietwat happy-go-lucky situatie: niemand wist ooit met zekerheid hoeveel hij ver diende. In 1948 werd Nieuwsgier een naamloze vennootschap met de toen aanwezige medewerkers als enige aan deelhouders. Deze gewichtige stap ging gepaard met een nog veel belang rijker beslissing. De combinatie van Javabode en Bataviaasch Nieuwsblad, de "Nederlandse dagbladpers", ver bond zich de exploitatie van Nieuws gier voor haar rekening te nemen. Of schoon de beide oude Bataviase kran ten nog niet verschenen, was het toch reeds mogelijk de Nieuwsgier te doen drukken op de persen van het Nieuws blad. Dit geschiedde. Op zaterdag voor Pinksteren 1948 (18 mei) verscheen in de gestencilde Nieuwsgier het volgen de bericht: "Deze Nieuwsgier, de 205e van de derde jaargang (de 818e in to taal) is de laatste die gestencild ver schijnt. Het volgend nummer zal - na de Pinksterdagen - dinsdag uitkomen als gedrukt ochtendblad. Het kantoor is met ingang van a.s. dinsdag ver plaatst naar Sluisbrugstraat 23". Dat was, zoals menig oud-Bataviaan zich zal herinneren, het Nieuwsblad-gebouw. Tot dusver waren wij in het voormalig Tanah Abang kamp blijven zitten. In verband daarmee nog een anecdote die kan bewijzen dat ook het gouver nement het voortbestaan van onze krant liever niet in gevaar wilde bren gen. Toen de Zeven December Divisie arriveerde, moest het gehele Tanah Abang kamp ontruimd en gerenoveerd worden. Een detachement der juist aan gekomen troepen zou daar worden ge legerd om in afwachting van het ogen blik dat dit naar Tangerang zou ver trekken te acclimatiseren. De in Tange rang gelegerde troepen, bestaande uit KNIL-personeel zouden vervolgens naar ons kamp komen om uit te rusten. Ook de Nieuwsgier en het op het erf woonachtig personeel - er was immers avondklok en alle medewer kers, Nederlanders en Indonesiërs woonden dus bij elkaar in twee huizen - moest dus verdwijnen. De Overheid wenste niet dat Nieuwsgier zou op houden te bestaan: zij beloofde ons dus een ander onderkomen. Wij had den onze twijfels of dit gevonden zou kunnen worden. Zeker niet op een zo gunstig punt in het hart der stad. Maar ook deze drinkbeker zou ons voorbij gaan. Na eindeloos gezoek werd be sloten, ons te laten zitten in de beide panden die wij tot dusver hadden ge occupeerd. Wij kregen dus plotseling militaire buren, die zich overigens keu rig gedroegen en die speciaal bij mijn vrouw altijd een gereed oor vonden als zij - volkomen vreemd in dat warme land - met een of ander probleem wer den geconfronteerd. De toeloop naar de krant, des morgens - ook van Indo nesiërs - verminderde ook niet, al stond er nu een soldaat op wacht bij de ingang tot ons kantoor. In haar eerste hoofdartikel-in-druk me moreerde de redactie de verschijnings datum van de eerste gestencilde uit gave: 31 augustus 1945 - Koningin's verjaardag. In dat eerste nummer be loofde de toenmalige redactie dat wij dagelijks zouden verschijnen met het belangrijkste nieuws uit binnen- en bui tenland "zo lang het duurt". Gleichman constateert dan, dat "het" langer heeft geduurd dan de toenmalige redactie kon vermoeden. "Uit wat zij aanvanke lijk louter zagen als een nuttig tijdver drijf, later als een spannende sport be schouwden is dan tenslotte een krant gegroeid". Ikzelf was intussen in October 1947 bij de Regerings Voorlichtingsdienst te werk gesteld. Uitdrukkelijk was bij die benoeming overeengekomen dat ik mijn aandelen in Nieuwsgier kon behouden en bovendien bij tijd en wijle als advi seur van het blad kon optreden. Ik had dit nadrukkelijk bedongen, want reeds toen stond voor mij vast, dat aan het bestaan van de nederlandse RVD bin nen afzienbare tijd een eind zou komen. Ik wilde daarom de deur openhouden voor een terugkeer naar mijn oude liefde, de krant die mede door mijn toedoen was ontstaan. Ik was, na meer dan 25 Indische jaren, niet van plan te repatriëren en het leek mij - toen! - nog mogelijk een bestaan te vinden door de leiding van Nieuwsgier op mij te nemen als een eind kwam aan mijn ambtelijke loopbaan. Inderdaad is het blad eerst gesneuveld na de maatregelen die de Indonesische regering in dec. 1957 nam in verband met de Irian-crisis. Ik heb intussen van 1950 af tot een jaar voor het einde de hoofdredactie mogen voeren, nadat ik kort na de souvereiniteitsoverdracht was ontslagen door de nieuwe mees ters (die mij overigens bijzonder wel willend hadden behandeld). Gleichman, wiens verdiensten als op richter en jarenlang leider van de Nieuwsgier niet genoeg hulde kan worden gebracht verliet de krant op 31 januari 1949. Hij keerde naar Neder land terug en werd, na enige omzwer vingen hoofdredacteur van de Arnhem se Courant, wat hij nu nog is. Zijn op volger was Jaap Joppe, een van de meest spitse journalisten die ik ooit gekend heb. Hij was een van die ne derlandse journalisten die na de oorlog in Indië aankwamen en sterk geboeid werden door dit land. Hij repatrieerde na de souvereiniteitsoverdracht. Het tijdstip van zijn vertrek valt samen met het optreden van ondergetekende. Hij is thans kunstredacteur van de Haag- sche Courant. In een slotartikel nog iets over het bestaan van de Nieuwsgier in de eerste jaren van de Republiek. JHR 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 11