HONDS
PIEKERANS bij een VOORPLAAT
BOROBUDUR
(Vervolg: "Langs oude paden")
Na terugkomst en een korte her-plaat
sing te Meester Cornelis kreeg Pa zijn
benoeming tot Hoofd van de Politie
te Magelang in M.-Java. Dat was in
1921.
In Magelang kwam er nog een zusje
de gelederen van het gezin versterken,
zodat het gezin toen bestond uit Pa,
Ma, en acht kinderen, waarvan vier
jongens en vier meisjes. Een hele zorg
dus voor onze ouders, vooral, toen de
twee oudsten ter vermeerdering van
hun MULO-kennis in Semarang en
Bogor op school moesten. Desondanks
bleek Magelang voor ons allemaal een
gelukkige tijd te zijn. We kunnen nooit
vergeten onze gezamenlijke uitgange
tjes met of zonder vriendjes naar Kali
Bening en Blabak, de Boroboedoer,
de Soembing met de kali Progo.
Onze vader heeft zich onder alle be
volkingsgroepen vele vrienden ge
maakt. Zo behoorden tot de vrienden
kring de patih van Magelang, de Ma
joor der Chinezen en natuurlijk ook Pa
van der Steur.
Het was dan ook voor al zijn vrienden
ib Magelang een grote schok, toen ze
een jaar na Pa's overplaatsing naar
Batavia - Politiesectie Pasar Baroe in
1929, moesten vernemen, dat hij was
gevallen als slachtoffer van zijn plicht
bij een politie-overval, die hij moest
verrichten op Kramat Poelo.
Toen kwamen alle zorgen volledig op
mijn Moeders schouders neer. Maar
onze Moeder bleef niet bij de pakken
neerzitten. Zij wist van wanten.
Geschraagd door haar geloof heeft
Ma zich door alle moeilijkheden heen
geslagen en verdriet, dat ook helaas
te vaak haar deel was geweest, heeft
haar niet kunnen breken.
Zij heeft Indonesia, nadat zij het land
in 1951 had verlaten en zich met en
bij haar kinderen in Nederland had ge
vestigd, niet meer teruggezien.
Omringd door degenen, die zij zo heeft
liefgehad en voor wie zij zich altijd
geheel heeft weggecijferd, is onze
Moeder in 1973 ontslapen in Vinkeveen.
Lieve vader, lieve moeder, dank voor
alles!
Men verliest zich in de obsolete, kleine
en nutteloze denksfeer van kolonialis
me en anti-kolonialisme, terwijl de ech
te grote problemen van de nieuwe tijd
nóch aangepakt, nóch zelfs begrepen
worden! - T.R.
Nare gebeurtenissen, waar je achteraf
toch om kon lachen. De aanleg van de
beruchte spoorlijn Siam-Burma (doden-
spoorlijn) heeft heel wat mensenlevens
gekost en is voor hen, die er aan heb
ben moeten werken, geen aangename
herinnering. Toch hebben wij weieens
gelachen om misverstanden, die op
het moment geen enkele reden tot
lachen hadden, zeker niet voor het
"lijdend voorwerp", maar waar wij later
toch wel om hebben gelachen. Zo her
inner ik mij het navolgende.
De Jap had bepaald, dat wij per dag
één m3 grond moesten verzetten. Aan
gezien zieken en zeer zwakken ook
mee naar de baan moesten en door
hen de volle portie grond moest wor
den opgeleverd, hadden wij groepjes
van vijf man gevormd, drie sterken en
twee zieken. De sterken namen dan
5 m3 voor hun rekening.
Door het maken van grapjes, soms
galgenhumor, probeerden wij de zieken
wat op te beuren, omdat zij te ellendig
waren om op hun benen te staan, maar
niet konden gaan liggen, omdat de Jap
niet mocht weten, dat wij hun portie
op ons hadden genomen, anders kre
gen wij er nog wat bij.
Een van ons, Leo, stelde voor de bij het
Nederlandse wapen behorende mooie
woorden: "Ik zal handhaven" te ver
anderen in "Ik zal zand graven". Hij
verzekerde ons dat hij direkt na de
bevrijding een ritje met deze trein zou
gaan maken en op de plek waar wij
TJALSe ROBINSON
moessön
De beste overpeinzingen, filoso-
fiëen die Tjalie in de loop van
zijn Nederlandse jaren opschreef.
Geinspireerd door de mooiste
foto's hem door vrienden en
lezers gezonden.
Een boek ter herinnering aan de
goede dingen die nooit voorbij
gaan. Maar misschien wel ver
geten worden.
Voorlopige prijs f 18,90
porto f 3,25
zand stonden te graven een ijskoud
pilsje zou nemen.
Doordat wij nogal luidruchtig waren,
kwam een van de bewakers naar onze
kuil toe en probeerde met de paar
woorden Engels, die hij in de loop der
tijd had opgestoken, een gesprek met
ons. Wij voelden er niets voor en Leo
riep: "Doorlopen hondekop!" waarop
de Jap vroeg: "Nanda hondekop kah?"
Leo zei: "Hondekop, nice face!" en
streek daarbij met zijn hand over zijn
gezicht. "A soeskah", zei de Jap ge
vleid. "Hondekop, nice face kah?"
"Sankjoe varrimatso!" en liep kennelijk
zeer voldaan verder. Zo'n compliment
was hem natuurlijk nog nooit gemaakt
omdat moeder natuur hem bepaald niet
kwistig met schoonheid had bedeeld.
Leo had hem blijkbaar zo gelukkig ge
maakt, dat hij een onbedwingbare be
hoefte voelde dit geluk met anderen
te delen. Bij de volgende kuil bleef hij
weer staan en probeerde daar ook
weer een praatje te maken. De in de
kuil gravende lotgenoten waren echter
niet zo goed gemutst als wij.
Toen de Jap tegen een Amsterdammer
die in die kuil stond te graven zei,
dat hij een hondekop had, kwam het
zo goed bedoelde compliment minder
goed over.
De Amsterdammer beantwoordde het
compliment door te zeggen: Je zult je
gele moer bedoelen!" Alhoewel de Jap
dit onmogelijk kon hebben verstaan,
zag hij wel aan de boze uitdrukking on
het gezicht van de Amsterdammer dat
deze zich allerminst gevleid voelde en
besloot er achter te komen wat hij wel
gezegd had. Een van de anderen in die
kuil legde hem dit uit door het geblaf
van een hond na te bootsen. Wederom
kwam het begrijpende "A soeskah"
eruit.
Hij raapte een stuk bamboe op, steven
de recht op onze kuil af en bewerkte
Leo hiermee, hierbij steeds "honde
kop" roepend.
Op dat moment had natuurlijk niemand
behoefte tot lachen. Maar veel later
kon ook Leo er nog hartelijk om lachen.
Th. H.
door A. J. Bernet Kempers
Een prachtig boek over dit unieke
bouwwerk met 280 afbeeldingen,
dat een uitgebreide beschrijving
geeft, met historische achter
gronden en de tegenwoordige
strijd om het behoud ervan.
f 30,75 f 3,25 porto.
16