Ambon Manisé?
Nu is het eiland een beeld van verkommering.
"Wat? Ga je naar Ambon? Bof je even! Vergeet niet de zeetuinen te bezoeken.
Je kunt ze misschien vanuit het vliegtuig al zien. Neem in elk geval een rolletje
kleurenfilm mee."
Deze en dergelijke goede raadgevingen werden mij door vrienden en bekenden
toegevoegd, toen zij hoorden, dat ik in November (op kosten van CRM, in ver
band met mijn vertaling der Tienduizend Dingen (van Maria Dermout) in het
Indonesisch) een bezoek aan Ambon zou brengen.
Wat zij in hun achterhoofd hadden wa
ren de beschrijvingen over Ambon zo
als je die kon aantreffen in de aardrijks-
kundeboekjes van voor de Tweede
Wereldoorlog. Maar die Wereldoor
log, vervolgens de RMS-affaire, zijn
niet zonder sporen aan Ambon voorbij
gegaan. Het geallieerde bombarde
ment van februari '45 vernielde bijv.
een groot deel van de kenaribomen,
eens de trots van het stadje Ambon,
terwijl de zeemijnen een ravage aan
richtten onder de eens zo geroemde
zeetuinen. Wanneer vandaag aan de
dag een tourist, het zij uit het buiten
land, hetzij uit Indonesia zelf, te Ama-
husu een prauw leent van de bevolking
(zeg nooit: huren), ja, dan kan hij wat
gekleurde koralen zien onder water,
maar je kan het toch geen zeetuinen
noemen. Daarvoor moet je naar Banda
gaan of naar Dobo, maar hoe kom je
daar?? Deze eilanden die nog steeds
het pronkjuweel van Indonesia vormen,
zijn blijkbaar vergeten in het Eerste
Vijfjaren-plan (Pelita I) en het PATA-
Jaar (in 1974 was Indonesië gastheer
voor Pacific Area Tourist Association).
De stad Ambon zelf was vroeger rein
en proper, als wou het Hoorn en Enk
huizen de loef afsteken in schoonheid.
Nu is het een vergaarplaats van tien
duizenden mensen, die hutje en mutje
op elkaar wonen, voor het grootste
gedeelte nieuwkomers van de andere
eilanden, vooral ook van Boeton en
Moena, maar ook van Zuid Celebes.
Officieel is de gemeente Ambon 4 km2
groot, en op die vier vierkante kilome
ters wonen 84.756 mensen. Stelt U
zich dat eens voor: de stad Ambon die
in de breedte maar 1 km diep is (de
heuvels er achter vormen een natuur
lijke grens), en zich 4 km langs de
kustlijn uitstrekt. Waar moeten al die
nieuwkomers een onderdak vinden?
In allerlei soorten hutjes die ze op de
vloedlijn bouwen, half in het water en
half op de kust, zodat vanuit de stad
Ambon zelf het vrije uitzicht op de baai
praktisch belet wordt door al die roof
bouw. Eind 1974 werd het plan goed
gekeurd om de stad Ambon uit te brei
den, van 4 km2 tot 278 km2. Volgens
dit uitbreidingsplan zullen zo 14 nego
rijen met een aantal inwoners van
49.826 binnen de gemeente Ambon
worden getrokken.
In overeenstemming met dit uitbrei
dingsplan zijn verschillende regerings
kantoren, de provinciale raad en het
huis van de gouverneur (plus de gi
gantische sporthal waar pas één maal
een regionaal sportfestijn heeft plaats
gehad) opgetrokken buiten de grenzen
van de (oude) gemeente, dus boven
op de heuvels. Maar daarvoor en de
bossen op die heuvels eerst gerooid
worden, met als gevolg dat de stad
Ambon nu in de regentijd elk jaar een
paar maal door bandjirs geteisterd
wordt. En de grond die door de regens
wordt meegevoerd, vermeerderen keer
op keer weer de ondiepte van de ha
ven van Ambon.
Door de RK Missie wordt er nu op
6 km afstand van het centrum van Am-
bon, achter in de heuvels, een behui-
zings-project opgezet voor al die halve
daklozen. Een paar jongelui, onder
leiding van een zuster maken nu
het terrein klaar voor de eerste be
woners. Aan de ene kant van de weg
de huisjes, aan de andere kant de
ketella-veldjes, waar eventueel ook
Welkom op Ambon! Moderne beeldengroep aan de Baai van Ambon.
Overigens vormt het vervoer op Am-
bon geen probleem. Vanaf de terminal
dicht bij de oude Esplanade kan je naar
alle richtingen een Colt krijgen (schrik
niet, dat is geen revolver, maar een
Japans mini-busje, vreselijk handig,
maar ook vreselijk gevaarlijk, omdat
ze zo makkelijk omkantelen). Wil je
zwemmen in de Banda-zee, een Colt
brengt je naar Latuhalat; wil je over
steken -naar Haruku, een Colt brengt
je naar de oversteekplaats, Tulehu. Wil
je de Campus van de Universitas
Pattimura in Poka bezoeken (temidden
van alang-alang en verroeste Russische
tractoren en generatoren), voor Rp 200
Boven: het huis op Katé-Katé, de "tuin van
Kleyntjes".
Onder: de aanlegstijger bij Katé-Katé.
kippen gefokt kunnen worden. Maar
's avonds moet er gewaakt worden met
piekentegen de tjelengs! Op 4 km
afstand van het gebouw van de Pro
vinciale Raad en het Sportpaleis: wilde
zwijnen!!
Ondertussen proberen al die nieuw
komers aan de kost te komen door een
betjak voort te trappen, maar het zijn
er nu al zoveel, dat de burgemeester
de wijze maatregel heeft genomen,
dat die betjaks alleen maar om de an
dere dag mogen rijden. Daarvandaan
is de ene helft rood geschilderd, de
andere helft geel. Dat is makkelijker
voor de kontrole. Op een rode dag
mogen er alleen maar rode betjaks
rijden!