het vertrek zat de wonderlijkste figuur die ik ooit van mijn leven zag. Het was een man, maar het leek meer op een van die griezelige tekeningen van trol len en kobolden uit de Grimm van mijn jeugd. Hij was mager en heel klein; d.w.z. zijn lichaam was klein. Hij zat met opgetrok ken benen, de kin rustend op de knie- en boven onwaarschijnlijk lange en dunne schenen. Zijn hoofd was groot, rond en kaal en hij had maar één oog. Het ander was een ingevallen donker gat. Pak Ani verklaarde, dat Ali de eigen lijke bewoner was, de beide andere mannen waren bezoekers, net als wij. Daarna gingen wij allen om het wal mende oliepitje zitten, terwijl hij onze gastheer (die als een grote lygubere spin aan was komen schuifelen) uit legde, dat ik de beruchte krokodil kwam schieten, hetgeen vooral van de zijde van de twee houthakkers onmid dellijk enthousiaste bijval oogstte. Ali zei niets maar keek mij met een rond groot oog strak aan. Na enige minuten haalde een der hout hakkers ergens een plat blik met aarde vandaan, waarop hij een vuurtje begon aan te leggen. Daarna hing hij daar boven een ijzeren pot met rijst aan een lang ijzerdraad. De andere man was intussen even naar buiten gegaan en kwam nu terug met een paar aan stok ken gestoken vissen, die hij tegen het vuur aan begon te roosteren. Terwijl Ali doorging mij met zijn ene oog aan te staren vertelde Pak Ani dat de dwerg in dienst was van de Chinese aannemer en als taak had het bewaken van honderden houtvlotten, die nog al eens gestolen schenen te worden. Ali gold bovendien als de grootste levende expert op het gebied van krokodillen, ja, hij stond zelfs over al bekend onder de naam van: "Adé buaja", de jongere broer der krokodil len. Wat Ali niet wist van krokodillen, was de moeite van het weten niet waard. Als een gepolijste agaat- staarde het oog. Bij wijze van anecdote vertelde Pak Ani verder, dat het twintig jaar geleden was, dat Ali vaste wal onder de voeten gevoeld had en een boom, een winkel, of een vrouw had gezien. Hierbij grin nikten de beide houthakkers en ik grin nikte mee terwijl ik, om Het Oog te vermijden, in de vlammen tuurde. Na een half uur kondigde de magere houthakker aan, dat de rijst gaar was. Vervolgens legde hij vier stukken pi sangblad op de vloer, verdeelde de stomende warme rijst in vier gelijke porties en legde naast iedere portie een geroosterde vis. Daarna gaf hij er eerst mij één, toen Pak Ani en vervol gens zijn kollega, die intussen een kommetje water in het midden had neergezet. Toen hoorde ik de dwerg, die zelf blijk baar niet at, zijn eerste woord van de avond uiten: "Silahkan!" (de formele De beste overpeinzingen, filoso- fiëen die Tjalie in de loop van zijn Nederlandse jaren opschreef. Geïnspireerd door de mooiste foto's hem door vrienden en lezers gezonden. Een boek ter herinnering aan de goede dingen die nooit voorbij gaan. Maar misschien wel ver geten worden. Voorlopige prijs f 18,90 porto f 3,25 uitnodiging van de gastheer om een aanvang te maken met de maaltijd). Na de vingers in het bakje met water te hebben gedoopt, (het symbolische wassen der handen) tastte iedereen toe en wees ervan verzekerd dat zel den een maaltijd mij beter heeft ge smaakt! Ik zal dat diner niet gauw vergeten, zoals wij daar zaten. Aan mijn linker hand Pak Ani, rechts de gespierde bruine lichamen der beide houthakkers en tegenover de "Jongere Broer der Krokodillen". Het flakkerende olie-pitje wierp vreemde schaduwen in de don kere hoeken van het vertrek; zacht kraakte en piepte het in de binten van het dak. Spoedig waren er alleen nog maar een paar graten en viskoppen over en Pak Ani verklaarde, dat het tijd werd de krokodil op te zoeken. Nadat hij de magere houthakker had gevraagd mee te gaan, om te assis teren met de carbid-lantaarn, verzoch ten wij de dwerg toestemming voor ons vertrek en daalden het trapje af naar het water. Wij zaten al gedrieën in de sampan, ik voorin met de Lee Enfield, Pak Ani achterin aan de roeispaan en de derde man in het midden, toen van boven uit de deur-opening Ali's stem klonk: "Bapak?" "Wat is het, mijn zoon?" antwoordde Pak Ani. "In het noord-westen, bij de vlotten van Harun Bakri." Zonder te antwoorden stootte Pak Ani af en begon te roeien. Voorzichtig stuurde hij de lange prauw om de hut heen en sloeg een nauwe vaargeul naar het noorden in. Hij begon op een zeer bijzondere manier te roeien. Vol komen geluidloos werd de korte roei spaan telkens bijna rechtstandig in het water gestoken, krachtig naar achteren getrokken en, eveneens zonder enig geplas, in de lengteas weer opgehaald. Toen we enige minuten onderweg wa ren, vroeg ik: "Hoe weet hij dat, Vader?" "Ik denk, dat de krokodil het hem zelf verteld heeft, meneer." (wordt vervolgd) ABONNEES AMERIKA ATTENTIE Uw abonnement (luchtpost 27,-; zeepost 19,-) kunt U per check voldoen aan: (verhoogd i.v.m. de koersdaling!) Roy Steevensz, c/o East-West House, 7357 Franklin Ave., Holly wood, California 90046. Indien U Uw Tong Tong niet hebt ontvangen of Uw exemplaar be schadigd is, en U een ander wenst, kunt U zich ook wenden tot Roy Steevensz. Naar Den Haag schrijven duurt lang ANAK KOMPENIE IS HERDRUKT I Weer verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong, f 9,90 f 1,30 porto. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 15