Journalistieke Herinneringen (XV) DISCO BOLLAND -k Ar Het einde van een boeiend avontuur Wanneer ik nu kom aan het besluit van de geschiedenis van een boeiend avontuur - want anders kan men de ontwikkeling van de gestencilde Nieuwsgier tot een volwassen krant moeilijk noemen - moet ik, na de werkers van het eerste uur mijn waardering en zelfs bewondering niet te hebben onthouden gewag maken van enkele namen die in het verder bestaan van Nieuwsgier een rol hebben gespeeld. Daar was in de eerste plaats Jan Bou wer, voortreffelijk reporter maar wat onstuimig van aard, Bas Klaverstijn, Jan van der Harten, Van Witsenhuyzen en in een later stadium Willem Mooy- man. Dit is geen volledige opgave: j'en passé et des meilleurs. Allen zijn in een volgende fase van hun bestaan, buiten Indonesië goed tot bijzonder ge slaagd weggekomen. Als een ster van de eerste grootte flonkert aan dit firma ment van trouwe en bekwame mede werkers natuurlijk een zekere Jan Boon, alias Tjalie Robinson die in Nieuwsgier zijn onsterfelijke Piekerans begon. Hij is de enige van dit onvolprezen stel medewerkers, zo goed als een hoofd redacteur maar wensen kan, die niet meer in leven is. Zij allen, en nog vele anderen die hetzij op de redactie, hetzij als medewerker ertoe bijdroegen Nieuwsgier betrouwbaar, fris en leven dig te houden het saluut van hun oud hoofdredacteur, die het voorrecht had zulk een ploeg te mogen leiden! Terug bij de krant. De souvereiniteitsoverdracht bracht problemen. Dat ik niet, in welke functie ook, gehandhaafd zou kunnen worden in de organisatie van de erfopvolgster van de nederlandse Regerings Voor- lichtings Dienst, het Ministerie van Voorlichting van de Republiek was na tuurlijk duidelijk. Ik bereidde mij dus reeds voor op mijn terugkeer naar de krant. Vóór ik werd ontslagen werd ik namelijk in de avond van de aanslag van Westerling en zijn troepen op Ban dung (23 januari 1950) gearresteerd - tot mijn stomme verbazing - wegens deel name aan het complot van deze dol driftige houwdegen. Het is mij later wel duidelijk geworden wie en wat ertoe geleid had dat de verdenking op mij viel, maar ik zal de lezer niet vermoei en met een verhaal over deze vervelen de ervaring. Laat ik eraan toevoegen dat de minister van voorlichting, toen de heer Mononutu en zijn secretaris generaal dr. Roeslan Abdulgani blijk baar hun vertrouwen in mij niet hadden verloren, mij dan ook niet schorsten en mijn vrouw zelfs het gebruik van mijn dienstauto lieten, zodat zij mij dagelijks in Glodok eten en kleren kon brengen. In die dagen - op zaterdag vóór Pasen kwam een eind aan mijn gedwongen verblijf in de oudste ge vangenis van Indonesië - heeft Jan Bouwer ons blad niet genoeg te waar deren diensten bewezen, al ging hij in zijn berichtgeving soms langs afgron den, die mij, wanneer ik een exemplaar van mijn krant ontving, de haren te berge déden rijzen. Ik heb al eens vermeld, dat ik aan stonds na mijn ontslag uit de gevange nis een uitnodiging kreeg van de pre sident om hem op een reis te verge zellen: dat was mijn rehabilitatie. Een ganse reeks Nederlanders, die met of na mij gearresteerd waren, werd even eens vrijgelaten maar op voorwaarde dat zij Indonesië binnen 24 uur zouden verlaten. Ik werd onvoorwaardelijk in vrijheid gesteld en kon dus nu, nadat het Kementrian Penerangan mijn ont slag had geregeld mij eindelijk gaan wijden aan de taak, die mij jaren voor ogen had gezweefd: de leiding van Nieuwsgier. De krant had een betrekkelijk kleine lezerskring: velen prefereerden de in middels weer verschenen "oude" bla den, met name de Javabode en het Bataviaasch Nieuwsblad, die in het algemeen gesproken op de oude ver trouwde voet werden geredigeerd. Nieuwsgier ademde een andere geest; zij had het Indonesisch belang als middelpunt van haar redactievoering en pleitte vurig voor samenwerking tussen Nederland en zijn voormalig bezit. Zij had dan ook een grote groep Indo nesische, westers georienteerde lezers. Mijn verslagen van de eerste reis met de president waren blijkbaar in de smaak gevallen, met het gevolg dat ik voor vrijwel alle latere binnenlandse reizen werd meegevraagd. Ik heb in die jaren meer van het ontzagwekkend grote Indonesische rijk gezien dan in de voorafgaande 30 jaren: van Aceh tot de Sangihe en Talaud-eilanden, Hal- maheira, Ambon, Ceram en Buruh, Ban- da en de Kai-eilanden, de kleine Sun- Stationsweg 143, tel. 070-88 30 07 DEN HAAG Herenstraat 157, tel. 070-86 32 01 VOORBURG Frederik Hendriklaan 161, tel. 070 - 55 66 97 DEN HAAG Giro 406636 EINDELIJK IS DE ANGKLUNG L.P. van Pa v.d. Steur orkest weer leverbaar voor f 17,50 incl. portokosten krijgt U hem thuis. Giro 40 66 36. Regelmatige aanvoer van Importplaten en cassettes uit Indonesia en Ambon. Binnenkort ook sortering Thailandse en Chinese platen en cassettes voorradig. da-eilanden en wat niet. De overheer- sende indruk die mij daarvan is bijge bleven was de haast onvoorstelbare bindende kracht van de figuur Soekar- no: wat zijn fouten geweest mogen zijn, hij is het geweest die het bewustzijn van de "eenheid in verscheidenheid" gestalte heeft gegeven. Ik heb eens geschreven, dat alleen door Soekarno de eenheid van Indonesië bestond - en ik ben nog steeds van mening, dat hij, de grondslag heeft gelegd van een zeker saamhorigheidsgevoel dat, o, zeker, nog aanzienlijk zal moeten groei en, maar dat in die eerste jaren een zeldzaam vérschijnsel was. Tegenover zijn zondenregister staat dit geweldige positieve feit. Afgezien van hun poli tieke betekenis waren deze reizen, waaraan behalve enige functionarissen meestal een aantal Indonesische jour nalisten en twee blanda's deelnamen - Hans Martinot, toen hoofdredacteur van Aneta en ik - dank zij de volkomen informele sfeer die in het gezelschap heerste bijzonder plezierige onderne mingen. Bapak president kon tegen een stootje en amuseerde zich blijk baar best, ook als hij in het ootje- werd genomen. Een merkwaardig man, niet alleen als charismatische figuur maar ook in het dagelijkse leven. De Nieuwsgier in andere handen. Wat nu Nieuwsgier betreft, de krant was bepaald geen goudmijn. Wij stel den het meer op prijs een goede krant te maken dan er veel geld aan te ver dienen. Op zeker ogenblik leidde dit tot de eis van de drukker, de uitgeef ster van het Bataviaasch Nieuwsblad (NIDEUM) onze aandelen in te leveren of te verdwijnen. Daartegenover stond dan de stellige belofte Nieuwsgier te laten voortbestaan, afgezien van de financiële resultaten. Aldus geschiedde. De meeste aandeelhouders bevonden zich reeds in Nederland, maar vrijwel allen voldeden zij aan mijn verzoek, hun aandelen af te staan - zij, onze oud redactieleden en medewerkers, hadden die aandelen ook om niet ontvangen. Alles scheen bij het oude te blijven. Er zat echter een groot gat in deze overeenkomst zoals ik zou ervaren. En wel op een uiterst pijnlijke wijze. Op een zondag in het midden van 1956 werd ik door de directie uitgenodigd deel te nemen aan een rijsttafel in Ho tel des Indes. Daar gekomen trof ik een gezelschap aan waarvan, behalve de directeur van NIDEUM, enige com missarissen en een paar employees mij niemand bekend was. Aan een der mij bekende aanwezigen vragende, welke functie de mij onbekende leden van het gezelschap bekleedden, antwoord de men mij: Wel, dat zijn de nieuwe eigenaren. Zij hebben de NIDEUM gekochtTableau! Dat men mij te voren zelfs met geen woord had inge licht kwam mij wel logisch voor, maar daarom niet minder kwaadaardig: ik zou mij tot het uiterste verzet hebben tegen deze transactie met een Indone sische kongsie, ook al werd er mij 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 6