HET GELUK VAN HET JAGEN Pak Ani (slot) "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk José Ortega Y Gasset. Jachtbelevenissen op Oost-Sumatra door J. G. A. la Bastide Pas later begreep ik wat hij daarmee bedoelde, maar toen nog niet, en ik herinner me dat ik de korte haren in mijn nek voelde prikken alsof zij rechtop gingen staan. Meer dan een half uur gleden wij geluidloos door de inktzwarte nacht, alleen de nauwe straal van de carbid-lantaarn danste telkens als een lange witte voelspriet links en rechts de duisternis in. Toen gebeurde het. Van ergens schuin voor ons klonk plotseling een onbe schrijfelijk geluid, een soort gebrul, zo intens luguber, dat het koud zweet me van alle kanten uitbrak. Drie keer steeg het in korte zware stoten op uit het pikzwarte water en de donkere nacht, en het was of het de stem van het moeras zelf was, dat ons toeriep. Ik zag het wit in de ogen van de hout hakker rollen en hoorde hem fluisteren "Dat is Hem, Bismillah, God helpe ons!" Van achter uit de boot klonk zacht Pak Ani's stem: "Zo dadelijk krijgen wij hem in de lamp, meneer, maar U moet wachten tot we dicht genoeg zijn". "Insja Allah!" (In naam van God, zo waarlijk helpe mij God!) antwoordde ik, terwijl ik koortsachtig een patroon in de kamer van de Enfield grendelde. Er ging echter nog een half uur voorbij zonder dat er iets gebeurde. Langzaam bogen wij af naar links. Het aantal houtvlotten werd hoe langer hoe min der, totdat wij er nog maar zo nu en dan een paar passeerden. Plotseling hoorde ik de houthakker iets mompe len en zag gelijktijdig in de lichtstraal van de carbid-lamp, laag boven het water, twee rode kooltjes vuur. De menseneter! schokte het door mij heen. Gelijktijdig doofde de man, vol gens afspraak, zijn lantaarn en ik ont stak de koplamp op mijn hoofd. Daar waren de kooltjes vuur weer! Langzaam, langzaam en stil, oh zo stil, gleden wij nader. Met het geweer aan de schouder wachtte ik op het sein van Pak Ani. Hij roeide niet meer, maar liet de sampan uitlopen. Dichter, nog dichter bij! ledereen hield zijn adem in"Nu!" klonk het als een zucht uit de achter steven en verblindend bliksemde de mondingsvlam van de Lee-Enfield. Ter wijl de felle knal nog in mijn oren daverde zag ik, als in een slow-motion film, de witte onderkant van kop en lichaam van een monsterachtige kro kodil uit het water oprijzen en met wild geplas achteroverslaan! Toen was het echter weer doodstil. "Kena"! jubelde de houthakker. Snel roeiden we er heen. Niets! Hoe we ook zochten en schenen met onze lampen, wij vonden niets, hetgeen helaas de veronderstelling rechtvaardigde dat ik het monster alleen gewond had. De jacht word opgegeven Na een half uur gaven wij het op en keerden terug naar de hut van Ali. Onderweg vertelde de houthakker, dat de krokodil 's nachts geregeld brulde waaruit houthakkers en vissers vaak zo ongeveer de plaats konden opma ken waar hij zich ophield. (Ik begreep nu wat Pak Ani bedoeld had, toen hij zei dat de krokodil zelf aan Ali had verteld waar hij was!). Verder vertelde hij dat de menseneter hier bij de wo ning van Ali het meest gesignaleerd werd; hier in de onmiddellijke omge ving waren ook alle ongelukken ge beurd. Deze ongelukken hadden zich alle op dezelfde wijze afgespeeld, waarbij de niets vermoedende man, die 's nachts met zijn lantaarntje en harpoen aan het vissen was, plotseling aan een der armen over de rand van zijn sampan de diepte in werd ge sleurd. Van de meeste slachtoffers had MOESSON ANAK KOMPENIE Weer verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong, f 9,90 f 1,30 porto. men nooit meer iets teruggevonden; alleen spoelde de omgekeerde sampan 's morgens ergens aan. Vaak was de krokodil 's nachts te vinden op één van de vlotten; hij vond het blijkbaar prettig daarop te klimmen om uit te rusten of om een andere duistere re den. Het was juist onze pech geweest, dat wij hem in het water hadden ont moet, waardoor het schot zoveel moei lijker was geweest. Misschien ook was het ondier bij onze nadering wantrouwig geworden en was tijdig in het water gegleden. Zeer zeker zagen wij tenslotte zijn ogen op een andere plaats dan vanwaar het gebrul had geklonken. Bij de hut aangekomen zetten wij de houthakker af, dankten hem en de twee andere mannen voor de gastvrij heid en medewerking, en aanvaarddan meteen de terugreis, daar het inmiddels al elf uur was geworden. De hachelijke terugtocht over het water Deze terugtocht, meer dan zes lange uren door de met sterren betwinkelde nacht stroom-opwaarts, zullen altijd in mijn herinnering gegrift blijven, als een episode, waarin ik via de be zonken natuur-filosofie van Pak Ani meer leerde van dit merkwaardige en interessante volk, de Kust Maleiers van Sumatra, dan gedurende mijn ge hele voorafgaande Indonesische loop baan. Hij vertelde mij van de oude legendes, eeuwen-lang overgeleverd van vader op zoon, een vreemde men gelmoes van animisme, Hindoeisme en Islam. En van het nauwe kontakt in hun zieleleven met de levende en le venloze natuur rondom hen. Van de Vis en van de Krokodil; ouder in schep ping dan de mens, en van de geesten van Eb en Vloed. En hoe, indien de kleine vissersvloot op zee door wind stilte dreigt te worden lamgelegd, de Pawang Angin met zijn lied de geest van de Wind weet te overreden hun zeilen weer te vullen om de scheepjes behouden naar huis te voeren. "Ik vertel U deze dingen meneer, om dat ik zie dat U, hoewel U een van die knappe Blanken bent, niet lacht om de dwaze verhalen van een oude domme man." "Ik betwijfel of mijn knapheid mij op Uw leeftijd de kracht van Uw lichaam of de wijsheid van Uw ziel zal hebben gegeven, Vader." Op mijn voorzichtig aandringen begon hij over zichzelf te praten; zijn jeugd en jongelings-jaren gedurende 't einde van de vorige eeuw. Hij herinnerde zich nog heel goed de eeuw-wisseling, ge kenmerkt door de grote feesten der blanke planters over heel Sumatra. Hij was toen al een volwassen man, was getrouwd en had kinderen. Hoewel In donesiërs vaak op veertien- of vijftien jarige leeftijd al huwen, bracht dat zijn leeftijd op tussen de 75 en 80 jaar, misschien nog ouder. Ik merkte dat hij zeer intelligent was en dat, overal waar het gesprek op een niveau dreigde te komen waar 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 18