5Cokki
VOETSTAPPEN IN'N ANDERE WERELD
MADOEN
TOKO MAS
INDONESIA
Ma is één van die mensen die kan
"zien". En wat volgt is haar en ons
door de jaren heen bijgebleven. Pa was
in Djaboeng geplaatst, een gehucht in
de buurt van Toempang (Malang). Hij
liet haar 't huis zien waar ze in zouden
wonen en ma's commentaar was dat 't
niet "terang" was, dat 't "sientroe"
was, 'ndah enak" en in één woord,
griezelig. Ze had echter geen keus.
Het huis had een grote eetkamer in een
hoek waarvan een petroleum komfoor
stond waarop ma altijd water kookte
voor de koffie 'smorgens. Op een och
tend om een uur of 5 toen ze voor het
komfoor stond, had ze een gevoel dat
er iemand naar haar stond te kijken.
Voorzichtig draaide ze zich om en zag
een klein oud vrouwtje naar haar staan
kijken vanuit de tegenovergestelde
hoek. Ze stond er heel rustig met een
vriendelijke glimlach op haar gezicht.
Al. De eerste keer dat dit gebeurde
rende ma de slaapkamer in, maar later
raakte ze gewend aan haar stille ge
zelschap. "Ze was een erg vriendelijk
oud mensje", zei ze altijd.
Jaren later, we woonden toen in Singo-
sari, kregen we een kokki via het "Be
dienden Bureau". Ze was al oud en
klein en krom. Ze kookte fantastisch.
Ze was erg lief en zorgzaam en zacht.
Ze vertelde ons altijd allerlei verhalen,
uit de Bijbel nog wel, en we waren
niet bij haar weg te slaan. Ook Ma
raakte erg aan haar gehecht. Ze zei
alleen altijd: "Kokki heeft zo'n bekend
gezicht, ik heb haar ergens eerder ge
zien, maar ik weet niet waar." Ze kon
haar met geen mogelijkheid thuis bren
gen en 't zat haar vreselijk dwars.
Toen, op een avond, we zaten allemaal
in de voorgalerij, zei m'n moeder zo
maar ineens met een ontstelde uitdruk
king op haar gezicht: "Ik weet waar ik
haar heb gezien! Kokki is het ouwe
mensje van Djaboeng!" We keken haar
allemaal al even ontsteld aan en kregen
er gewoon kippevel van. Zo dat was 't
dan. Grote consternatie. Kokki, de re
den van de opschudding, was in diepe
rust in de bijgebouwen.
De volgende ochtend was m'n moeder
erg nerveus, ze wist niet wat te doen
als straks kokki zou komen om te
"confereren" over wat ze zou blandja
vandaag.
Ma voelde zich niet prettig. Kokki
kwam niet. We wisten 't toen nog niet.
We zouden kokki nooit meer zien. Ze
was die nacht gestorven.
Hoe verklaar je dit? Had Ma in Dja
boeng zo veel jaren van te voren een
blik in de toekomst mogen werpen?
Kokki, had kokki Ma ook gezien toen?
En had ze zich ook zitten afvragen
waar ze Ma eerder had gezien toen ze
voor 't eerst bij ons kwam?
Wie was kokki
J.L.
Hoewel wij, totoks, niet altijd het doen
en laten van onze bedienden begrepen,
en vaak enigszins teleurgesteld waren,
als wij, die meenden toch goed voor
hen te zijn, moesten ervaren dat bijv.
met lebaran een perskot werd gevraagd
en gekregen, en zij vaak met de noor
derzon verdwenen.
Maar juist daarom wil ik een eresaluut
brengen aan onze chauffeur, Madoen.
In Bandung was hij al enige jaren bij
ons in dienst. Toen wij naar Semarang
verhuisden vroeg hij of hij met zijn
vrouw Iti mee mocht. Wij vonden het
een uitstekend idee en zo kwamen zij
op ons achtererf te wonen. Zij werd
baboe bij ons en alles liep fijn.
Na een poosje raakte zij in verwach
ting en besprak een doekoen in de
naburige kampong. Maar toen het gro
te moment aanbrak, was de doekoen
nergens te vinden en aangezien ik nog
nooit een bevalling als toeschouwer
had meegemaakt, was ik ten einde
raad. Ik schreef een briefje aan een
kennis (ex-verpleegster) die in de buurt
woonde. Zij kwam direct en samen
hebben wij het geklaard en een ogen
schijnlijk gezonde baby op de wereld
gezet. De ouders waren ons erg dank
baar en Madoen bracht ons beiden
een mooie schaal met vruchten.
Na ongeveer 3 weken kwam Iti veront
rust vertellen, dat de baby ziek was en
vroeg of ik onze dokter wilde laten
komen, hetgeen gebeurde. Zijn diag
nose was, dat de baby onherroepelijk
zou sterven. Het stierf dan ook binnen
enkele dagen. Hoewel het moedertje
heel verdrietig was heeft ze geen traan
gelaten, want het was de wil van Allah.
Nadien ging alles weer z'n gewone
gang, maar ze voelden zich niet meer
senang. De omgang met de Javanen
vlotte ook blijkbaar niet best en Ma
doen wilde terug naar Bandung. Het
speet ons erg, maar er was niets aan
te doen.
Zo vertrokken zij en ik zag hen niet
terug todat
(Juwelier en diamantair)
Specialiteit Indonesische gouden
sieraden 22 en 24 Karaats
Juwelen 22 Kr. goud gezet met
briljanten, markiesringen, slag-
ringen, tiffanyringen, etc., mar
kieshangers, markies-oorknop-
pen. Ook losse briljanten ver
krijgbaar (BTW vrij).
Lid vereniging Beurs voor Dia
manthandel Amsterdam: daarom
goedkoop.
Zelfimport:
armbanden, ringen, kalung, oor
knoppen etc. origineel Indone
sische modellen.
Albert Cuypstraat 142,
Amsterdam - Tel. 020-71 87 28.
OVERWINTEREN IN MALAGA
Te huur in Malaga (El Palo) een
compl. gemeub. 3 k. flat (4 pers.)
15 min. van zee, vlak bij markt en
winkels. Vanaf 1 okt. '75.
Inl.J. Hauber-Schaad
Pr. Frederiklaan 274,
Leidschendam.
De oorlog was voorbij, wij kwamen
uit de kampen in een bijna leeg huis
en met weinig meer kleren dan wij aan
hadden.
Op een dag liep ik in de stad en kwam
Iti tegen. Wij herkenden elkaar direct,
waren blij elkaar weer te ontmoeten.
Ze vroeg of ze met haar man ons
mocht komen opzoeken. En al de vol
gende dag kwamen ze samen, keken
eerst angstvallig om zich heen of er
geen Indonesiër in de buurt was. Wij
zaten daar op een paar oude rotan
stoelen en konden hen slechts een
kopje kopi toebroek aanbieden. Ma
doen zei, dat hij de volgende dag zou
komen om ons wat te brengen. En ja,
de volgende dag stapte hij van zijn
fiets, waarop een groot pak was ge
bonden. Na even rondkijken kwam hij
binnen en stalde alles voor ons uit:
een short en een hemd voor mijn man,
voor mij een lap stof, verder nog olie,
rijst en nog andere dingen.
Wij waren sprakeloos van ontroering.
In de emotie vergaten wij zijn adres te
vragen, maar wij zouden hem toch niet
hebben kunnen bereiken. Er was zo
veel vijandschap tegenover de blan
da's.
Maar deze geste hebben wij nooit
vergeten en al hebben wij hen beiden
nooit meer teruggezien, toch breng ik
hen een eresaluut en tevens aan alle
trouwe bedienden, die zich in onze
nood oprechte vrienden hebben be
toond.
M. Fischer-Schellenberg.
21