Uii hei leven van een jonge
controleursvrouw op Timor en Floris
WIE
kan mij helpen
iËiiKfi
Portuguese influence
in Indonesia
aan Indische Geneeskundige
Kruidenboeken
(b.v. van Kloppenburg "Wenken
en Raadgevingen", andere
samenstellers/schrijvers.)
J. Groenendijk,
Berberislaan 11, Pijnacker.
Telefoon 01736-2011
Een Timorese kampong in de binnenlanden. De hutten heten "loppo's".
EIGENWIJS OOK NOG
Intussen was er op Koepang een ander
jong stel gekomen. Een veearts met
vrouw en zoontje. We konden 't da
delijk goed met elkaar vinden en op
een dag, toen de beide mannen op
tournée waren, vonden we dat we
eens wat moesten ondernemen, 't Kon
toch niet goed zijn zo'n hele dag in
huis te zitten en dat nog wel op Zon
dag. Wat deed je dan in Holland? Wan
delen, fietsen? 't Laatste kon natuurlijk
niet, omdat we geen fiets hadden. Maar
waarom niet een flinke wandeling ge
maakt? Koepang had een mooi strand;
de zee was zo diepblauw in deze tijd.
't Zou heerlijk zijn. Daar gingen we
dan. 't Zoontje in z'n wandelwagentje,
geduwd door baboe en wij opgewekt
ernaast. Ongemerkt liepen we een
flink stuk, tot we ineens merkten dat
we toch wel erg warm en moe begon
nen te worden. En we moesten ook
weer terug.
Baboe begon 't ook te vervelen en 't
jongetje huilde en hing half slapend in
z'n wagentje. En nergens een spoortje
schaduw.
Ineens juichten we: kijk, een prauw
niet zo ver van de kust. Wenken en
roepen: "Koepang" en de roeiers knik
ken en grijnzen: "Koppang". Een ogen
blik later konden we in de prauw klim
men. Wat een genot, weer te kunnen
zitten en je handen in 't frisse water te
houden. Maar ineens, oh schrik. Zeg,
zie je dat? Ze roeien ons een heel
andere kant uit. Baboe, zeg toch alsje
blieft dat we naar Koepang moeten.
Koppang, weer gegrijns, maar o! neen,
ze roeiden ons in de richting van een
eiland. Toen we dat in de gaten had
den is 't een wonder, dat onze haren
niet van schrik spierwit werden. Een
doffe berusting kwam over ons. Alle
verhalen over ontvoerde vrouwen vlo
gen door ons hoofd. Ik geloof dat we
zelfs hand in hand zaten. En zij was nog
wel zo'n heel blank en blond vrouw
tje. Op 't laatst waren we, geloof ik,
te verslagen om nog op de richting te
letten. Ineens merkten we toch, dat we
in de richting van Koepang roeiden.
Als we niet zulke domoren waren, ge
weest, hadden we kunnen weten, dat
de roeiers door de stroom een omweg
hadden moeten maken. Onze mannen
vonden 't een kostelijk verhaal, omdat
ze wisten, dat de bevolking heel goed
aardig was, maar ze raadden ons toch
wel aan, dergelijke avonturen niet meer
uit te halen.
Een jaar later stierf de jonge man in de
Spaanse griep-periode. Zij ging daarna
met 't kind naar Java en kreeg een be
trekking in de Kliniek van Dr. Hamach-
er. Tijdens die vreselijke uitbarsting
van de Keloet, is zij met haar zoontje
omgekomen.
Njonja Controleur
BIBIK TÈNONGAN
Wie kent niet z'n favoriete bibik tènon-
gan in het Indië van vroeger? Wij ken
den er één en die was latah. Wij had
den de grootste pret als wij haar
konden plagen; ze deed je in alles na.
Ze werd gelukkig nooit boos op ons.
Wel riep ze als het te erg werd:
"Adoeh, non, njoo, nanti ta'bilang njon
ja besar, loh!" Ze kwam graag aan de
deur en als wij eens een keertje
niet mochten snoepen dan was ze te
leurgesteld en wij niet minder. Wij
hadden echter geen geld van ons zelf
en waren afhankelijk van de goede
buien van oma of onze moeder. Hoe
kwam het dat haar djadjanan zo lekker
waren en van een andere bibik niet?
Als ze haar tènongan neerzette en wij
mochten uitzoeken dan was het al een
feest. Mijn favoriete djajan was:
boengköh. In pisangblad gewikkeld, wit
spul met santen en gula merah. Soms
koos ik srèbèh of soms ook koewèh
bapel (wafel). En dan die lekkere poe-
tri mandide naam alleen al is als
een sprookje! Of wat denk je van die
pastel toetoep'? Hè, ik watertand al
(zeg maar gewoon ngilerals ik aan
de vele soorten djadjan denk.
Alleen de benaming van de verschil
lende soorten djadjan ben ik vergeten.
Er iskwee mangkoh, serabi, ondee
-ondee, kwee lapis, enen
Wie noemt er nog een paar?
BENITA
wadjik, lemet, lemper, klepon,
loempoer sorga, koewé boegis, poetri
mandi, goedir, koewé talam, nogosari,
wat nog meer? L.D.
Ons Timorees personeel: links de paardenjongen, zijn vrouw rechts, in het midden de
tuinjongen met de hond en hert. Het meisje naast het paard is mijn kleine tolk.
door Antonio Pinto da Franca
(Eng. uitgave)
Cultuur-historische studie over
de invloed die de Portugezen
hebben gehad op Indonesië. In
het bijzonder natuurlijk het eiland
Timor. Taal, zeden, gewoonten.
Met een volledige woordenlijst
van uit het Portugees afgeleide
woorden.
f 18,50 porto f 2,25
10