SPELEN ZONDER SPEELGOED PASAR MALAM ALKMAAR 1975 Zaterdag van 12.00 tot 01.00 uur Zondag van 12.00 tot 24.00 uur In tegenstelling tot Benita Nagel-Neys (T.T. nr. 24) speelde ik juist alle spelletjes met mijn broer en zijn vrienden mee en ze hadden echt geen consideratie met me omdat ik een meisje was. Ik was lid van hun Zwarte Bende, wiens broeder schap we bekrachtigd hadden door het drinken van eikaars bloed, geknepen uit een heel klein sneetje in de top van je vinger met 't gillette-mesje van mijn vader. We droegen allemaal een hansop met een brede riem, waarin dan een eigen gemaakte kris of mes in stak, uitge- gesneden uit kajoe kaboes en punt was roodgemaakt met rode verf, zodat het er erg bloederig uitzag. We hadden alle boeken van Zane Gray gelezen en omdat we zoveel vrije tijd hadden - want door de oorlog hadden we geen school, alleen een beetje les van mijn moeder 's morgens - maakten we vele avontuurlijke tochten in de om geving. De oude schuilkelder onder de cherry-boom was ons hol totdat mijn vader daar een eind aan maakte, om dat de rajap de stut-pilaren ondermijnd hadden, toen klommen we maar in de cherry-boom, waar we in de top een arendsnest maakten. Alles wat we buit- maakten hingen we er in op, zodat het af en toe leek of er kippen in de boom woonden, want de veren bewaarden we voor een indianentooi! We hadden ook een klein aapje, Koen- joek geheten die mocht ook mee de boom in, maar hij hield veel meer van mijn broer dan van mij. En mijn broer hoefde maar naar mij te wijzen en grrr te roepen en dan vloog hij me aan. Soms als Koenjoek in een goede bui was, mocht ik hem baden en nader hand deed ik lekkere eau d' cologne op hem, omdat ik vond dat hij zo naar apen rook! Een voilière met tropische vogels had den wij ook, die werden elke dag ge voerd door mijn oud-oom, die ook bij ons woonde. Hij stond er speciaal vroeg voor op en maakte voor hen broodpudding, zoals hij dat noemde (geweekt brood met water) en papaja. Nog zie ik die heerlijke schijven oranje papaja liggen met al die kwetterende vogels er op en denk dan: "Had ik er nu maar een paar van." Roedjak maakten wij ook, maar helaas hadden wij geen eigen kedong-boom, wel de buren en ik denk dat die ons dikwijls vervloekt hebben tegen de tijd, dat de jonge vruchten er aan kwamen, want we hadden een pracht van een katapult gemaakt van een wig van een tak en een oude binnenband van een fiets en geloof maar dat elk schot raak was in de middaguren als iedereen sliep en nooit heeft roedjak me beter gesmaakt dan toen. Ook in de tijd van de djamboe air denk ik dat onze over buurvrouw ons wel kon kapotknijpen, want ik liep net zo vlug over de muur als over de grond en ze heeft me nooit te pakken gekregen. Als ik er nog aan denk schaam ik me wel een beetje, want als ik het gevraagd had, dan had ik het volop gekregen. Later heb ik haar nog wel eens ge sproken en dan zei ze: "Jij was betoel een kwa-meisje." Het was echt kassian, want ze leed aan asthma en mocht alleen warm water drinken en geen koffie, maar wij hadden vreselijk veel lol, als ze ons naar adem snakkend achterna rende met haar stok van ge draaide bamboe. Eén keer hebben we ingebroken, mijn broer en ik, dat was in het huis van een Duitser. Het was bijna tegen het einde van de oorlog en die man was allang weggebracht, zodat het huis daar al weken leeg stond. Toen we naar binnen klommen door een raam, dat open stond, vonden we de hele boel vernield, matrassen opengesne den, alle waterkranen stonden open en er liep helder water uit en ik weet nog dat het enige wat we meenamen, stuk ken heerlijk ruikende zeep was, en we gingen er gauw vandoor, voordat we bepekt werden. Toen ik dertien jaar werd vond mijn moeder, dat het uit moest zijn met die wilde spelletjes en ze maakte een paar allerliefste jurkjes voor me van damas ten tafelkleden, want het was nog steeds oorlog en alles was duur. Ik vond het jammer van mijn lidzijn van de Zwarte Bende, maar er waren nog zoveel andere leuke spelletjes. De kembang poekoel empat ken ik ook, dat zijn toch die rode en rose bloeme tjes, die als zaadje zo'n zwart pitje hebben, en als je die openmaakt zit er zo'n soort bedak in, die we op ons gezicht smeerden. Van de blaren van kembang Sepatoe maakten we tintjau en deden dat in kopjes om op te stij ven, als het niet erg lukte vroegen we aan de baboe tjoetji om kandji (stijfsel) dus echt opeten konden we het niet. Toch brak toen al gauw de tijd aan, dat ik echt leerde koken en ik weet nog, dat het eerste wat ik klaarmaakte, oe- rap was van Luntasblaren, die we van de heg plukten langs de kant van de weg. We hebben gelukkig nooit echt honger geleden, maar een bordje rijst met een stukje ikan kering en sambal was ook al een goden-maaltijd voor ons en nóg laat ik voor zo'n bordje eten alles staan. Elsje Peer. i op 27 en 28 september a.s. in de Veilinghallen. Bekend om haar exclusieve en exotische programma's. The Samira's een hula-tamuré show met 12 personen Trio Lina Bojes Hans Sommer The Sommerset met een verrassing, zangeres Rosina Rob de Nijs in 't middagprogramma Spooky Sue met The Mayflowers Krontjongorkest SAMUDERA RETNAWATI met Indonesische dansen EUSON Exotische modeshows Entree Volwassenen f 4,p.p. Kinderen tot 12 jaar en 65 ers f 2, Inlichtingen Stichting Tropencentrum Alkmaar Telefoon 023 - 24 52 70. De 15.000ste bezoeker(ster) ontvangt een geheel verzorgde 3 weekse vacantiereis naar Indonesië of Hawaii, de 5.000 en 10.000ste een verrassing. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 15