ISKANDER REBO, GEEN JAVAAN HOE VINDT MEN TONG TONG? Reeds vijftien jaar is Tong Tong gevestigd in pand nummer 36 aan de rustige en vriendelijke Prins Mauritslaan in het deftige Haagse Statenkwartier. Gesitueerd vlakbij een drukke winkelbuurt, gelegen "aan de voet" van het Neder lands Congresgebouw en makkelijk bereikbaar met tram en buslijnen vanaf Holland Spoor en Centraal Station. Toch merken we keer op keer dat een heleboel mensen nog steeds erg veel moeite hebben met het vinden van onze Toko. Dit is niet in de laatste plaats te wijten aan een merk waardige speling der natuur, het Prins Mauritsplein ge- oaamd. Zelfs voor mensen uit de buurt blijft het een ver warrende situatie. Loopt men namelijk, komende vanaf het eindpunt lijn tien, over de Pr. Mauritslaan langs de aflopen de even nummers richting Congresgebouw, dan ziet men tot zijn stomme verbazing dat huisnummer 50 opgevolgd wordt door huisnummer 13! Met andere woorden, ergens tussen twee aangrenzende panden ligt Tong Tong. Ook aan de overkant treft de ver warde Tong Tong-zoeker het zelfde natuurverschijnsel aan. Loopt men echter even door en steekt men de Frederik Hendriklaan over dan ziet men verbaasd maar opgelucht dat de even nummering zich weer voortzet met nummer 48, en na zes panden staat men bij de Toko. Wat wil nu het geval? Men (de bouwers van Den Haag) heeft op de kruising van Prins Mauritslaan en Fred. Hendrik laan het Prins Mauritsplein geschapen. Op de afbeelding is dit het gearceerde driehoekje. Dit Prins Mauritsplein heeft zijn eigen nummering die zowel de nummering van de Pr. Mauritslaan als die van de Fred. Hendriklaan onderbreekt. Snapt U het al? Erg simpel als U het maar weet. Volgende keer dus maar stug doorlopen en U niets aantrekken van de huisnummers. Nog een paar tips voor hen die ons willen opzoeken: De Prins Mauritslaan (dus niet Mauritskade of Maurits- straat I is bereikbaar met de volgende bus en tramlijnen: Vanaf Station Holland Spoor met tramlijn 10, opstappen Rijswijkseplein en uitstappen eindpunt. Vanaf Station Den Haag Centraal met tramlijnen 3 en 10, opstappen Hertenkamp, overstappen Waldeck Pyrmontkade, uitstappen eindpunt lijn 10. Of met buslijn 4 en tramlijn 10, opstappen Hertenkamp, overstappen Waldeck Pyrmontkade, uitstappen eindpunt lijn 10. Kent u dat oude spraak-rijmpje: Leentje leerde Lotje lopen, Langs de lange Prins Maurits Laan Weet u dat beide meisjes na een halve dag in een zenuwinrichting zijn opgenomen? Uit het Indonesisch vertaald door: A. Ed. Schmidgall-Tellings Het was de tweede dag van m'n verblijf in Nieuw Zeeland, toen ik nog in 't hotel aan 't eten was en een waiter op me afkwam met de mededeling dat ik was uitgenodigd om thuis te komen bij 'n zekere Iskander Rebo in Karori. Om z'n huis te vinden had ik niets anders te doen dan 'n taxi aan te roepen en de chauffeur te zeggen om mij naar naar z'n huis te rijden. Omdat ik pas in den vreemde was aangekomen ging ik prat op 't horen 'n uitnodiging van vader Rebo te mogen ontvangen. Voor al naar 't schijnt dat vader Rebo iemand is, die algemene bekendheid geniet onder de taxichauffeurs van Welling ton. Welke Indonesiër zou zich nu niet gelukkig voelen? Gezamenlijk met enkele collega's spoedde ik me die middag naar z'n huis, dat gelegen bleek te zijn in een elite buurt, 't Menteng of Kebayoran van Jakarta. Geweldig dat 'n verdwaal de Javaan 't zover heeft kunnen schop pen om bekendheid te genieten in 'n grote stad en notabene nog wel in den vreemde! Deze gedachte ging echter in rook op, toen, nadat ik op de bel had gedrukt en de heer des huizes de deur open deed, ik tot de ontdekking kwam dat hij 'n blanke was. Op 't zien van ons verwelkomde hij ons heel vriendelijk met de woorden: "Ach we hebben al 'n poosje op jullie zitten wachten. Kom binnen." Hij riep z'n vrouw die nog aan 't koken was en z'n vier kinderen. Allen waren blanken. We stelden ons aan elkander voor. Met z'n vrouw spraken we Engels en met z'n kinderen alleen tijdens de bekendmaking wat Indone sisch. "Ik heet Betty Rebo, hoe was de reis?" Een ander zat te babbelen en vroeg hoe 't in Indonesië is. En meteen draaiden de kinderen de toentertijd nieuwste Indonesische gramofoonpla- ten. Daarna stak vader Rebo van wal en vertelde hij, dat hij in z'n jeugd in Midden Java had gewoond. Hij was 't enig kind in de familie. Bij 't uitbre ken van de wereldoorlog en de Japanse invasie in Java, was hij 18 jaar oud en uitgeweken naar Australië, gesepareerd van vader en moeder. Het is van dat ogenblik af dat hij zich bij de regering in ballingschap liet registreren onder de naam van Iskander Rebo. Dit was z'n roepnaam, toen hij nog bij z'n ou ders was, omdat hij werd overgelaten aan vader en moedertje Rebo. Hij was zeer gehecht aan dit echtpaar van be dienden van z'n ouders. "Werkelijk, meneer Amir, vadertje Rebö was zowel een vader als een moeder voor me. Hij heeft me grootgebracht vanaf de door: Amin Sarwoko Lagere School tot de AMS. Toen ik werd achtergelaten door vader en moe der omdat ze uit moesten, huilde ik nooit, maar als ik werd achtergelaten, omdat de embok uit moest kromp ik ineen van 't huilen (saya nangis guiung koming"), zei hij in vlot Javaans. Terwijl we zo zaten te keuvelen met de kinderen, zorgde 't echtpaar voor de inwendige mens. En de vrouw des hui zes zei in 't Engels dat haar man 'n goede kok was wat betreft de Indone sische keuken. Wat meer is, hij was toen bezig aan 'n uitgebreid manuscript voor Indonesisch eten tot zelfs de ver vaardiging van tahu, tempé, en wat dies meer zij. Het boek dat uit 300 pagina's bestaat, zal worden gepubliceerd door 'n Australische uitgeverij. EINDPUNT L'JN 10 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 18