HERINNERINGEN AAN TAPANOELI
toeoeoeoet toeoeoeoet
toeoeoeoet toeoeoeoet
Goed beschouwd
21
Marsidi keerde zich naar mij toe.
"Het is begonnen, de pawang heeft het
hert gevonden".
"Gevonden?"
"Ja, hij zit het nu op de hielen en
houdt het voortdurend in het oog. Zo
lang de jacht duurt zal hij nu op zijn
fluit blijven blazen."
Marsidi opende zijn dubbelloop, laad
de met twee kogelpatronen en tuur
de over de blakerende vlakte.
'Tengku", zei ik aarzelend, "linker
loop
"Ingekort," viel hij mij bruusk in de
rede, "ik ben niet helemaal idioot."
Even later kreeg zijn aangeboren Ja
vaanse hoffelijkheid de overhand, en
hij vervolgde met een verontschuldi
gende toon in zijn stem, "ik heb deze
Sauer helemaal laten aanpassen aan
kogel, ook links."
Genadeloos brandde de zon. Een twee
de mier probeerde wijlen zijn voorgan
ger te wreken, toen een derde, een
vierdetoeoeoeoet toeoeoet
toeoeoeoetHet geluid scheen
zich langzaam te verplaatsen en in een
wijde boog dichterbij te komen.
Voorzichtig probeerde ik te verzitten.
Alles begon me pijn te doen: mijn shirt
plakte doorweekt aan mijn rug en borst.
Met dat typisch suizend-piepende ge
luid wiekte een reisachtige jaarvogel
lijnrecht op onze boom af. Op het laat
ste ogenblik kreeg hij echter in de
gaten dat er iets niet pluis was, cirkel
de twee maal om ons heen en zette
toen, scherp afzwenkend, koers naar
het geboomte langs de riviertoe
oeoeoettoeoeoeoet toeoeoet
toeoeoeoeoet
Er was nu geen twijfel meer aan; de
een-tonige zware fluittoon kwam uit
westelijke richting naar ons toe en
werd steeds luider hoorbaar.
Gespannen staarden wij tussen het
gebladerte en de takken van de boom
door. Opeens stootte Marsidi mij aan
en wees. Op ongeveer 150 tot 200
meter afstand kwam een snelle be
weging in het riet recht op ons af I
Meer dan heftig bewegende en schok
kende riethalmen was er niet te zien.
Het hert
toeoeoeoettoeoeoeoet
toeoeoeoettoeoeoeoet
Luider en luider de fluit van de pawang.
(wordt vervolgd)
Wilt u ons NIET schrijven of bellen
om informaties over gekochte
artikelen bij de PASAR MALAM.
Wij weten hier niets over,
want wij hebben NIETS te maken met
de PASAR MALAM.
Het telefoonnummer van het
Pasar Malam kantoor is 070-46 66 24
(Sumatra) (IV)
Al genoten wij niet van de zegeningen
van de techniek, nooit was het leven
saai. Integendeel; met vlak om ons
heen de ongerepte natuur, wachtten
ons geregeld verrassingen, van onze
medeschepselen, de dieren. Zo kreeg
Vader eens bezoek van de Kepalla-
Kampong van het dorpje, dat aan de
andere oever van de rivier, niet ver
van ons af lag. De man kwam Vader
hulp vragen. Een tijger maakte het zijn
dorpsgenoten de laatste tijd lastig.
Eerst haalde het dier kippen weg, daar
na af en toe een hond, die op het trap
petje voor hun huisje de nacht door-
doorbracht, en nu was het dier zelfs
over de barricade van palen gespron
gen, waarbinnen hun koeien de nacht
doorbrachten. Hij had een sapi gedood
en was met het dier, hangend tussen
zijn kaken weer over de pallissade naar
buiten gesprongen, waarna hij het dier
naar het bos had gesleept. Het sleep-
spoor was duidelijk te zien. Vader
jaagde niet en had dus ook geen ge
weer, maar beloofde een val te zullen
plaatsen. Dat gebeurde en op een dag,
niet lang daarna kwam de Kepalla K.
vertellen, dat de tijger in de val had
gezeten, maar helaas ontsnapt was,
met achterlating van de tenen van één
van zijn voorvoeten, die nog in de val
zaten. Nadien had men geen last meer
van tijgers in die kampong.
Kort geleden las ik in een boek over
tijgers, o.a. op Sumatra, dat aan het
begin van deze eeuw enige honderden
km. van onze toenmalige woonplaats,
een "man-eater" opereerde. Nadat hij
verscheidene mensen gedood had,
kreeg men hem te pakken. Het dier
bleek de tenen van een van zijn voor
voeten te missen. Omdat hij kennelijk
niet meer zo valide was, dat hij zijn
normale prooi kon vangen, was hij over
geschakeld op de makkelijke, weerloze
prooi, de mens. Toen ik dit las, schoot
de gedachte door mijn hoofd: "Dat kon
wel eens de tijger geweest zijn, die
mijn Vader had pogen te vangen. Ter
wijl hij gedacht had, mensen te be
schermen, had hij andere mensen de
dood in gejaagd. Gelukkig heeft hij dit
nooit geweten."
Maar wij keren in gedachten nog eens
terug naar ons huisje op palen, dat daar
zo eenzaam aan de rand van het oer
woud stond en waar het leven gewoon
lijk zo vredig voortkabbelde. Op een
nacht werden onze Ouders wakker,
doordat het huis hevig schudde. 'Aard
beving' registreerde hun, uit een diepe
slaap gewekte brein. Hevig verschrikt
sprong Paatje uit bed, vergetend, dat
er een klamboe was, waar hij prompt
in verward raakte, zodat hij over de
grond rolde, waarop Maatje over hem
struikelde. Zo vlug zij konden, maakten
ze zich uit de chaos los, en stormden
onze kamer binnen. Elk nam een kind
in de armen en rende de achtergalerij
door, het trapje af naar de tuin. Maar
hééééwat was dat gek! De aarde
lag doodstil onder hun voeten en in
het witte maanlicht dat het landschap
overgoot, stonden de bomen doodstil.
Geen blad bewoog! Verbijsterd keken
ze om naar het huis. En toen zagen zij
een paar karbouwen, die zich stonden
te schuren tegen de neuten, waarop
het huis gebouwd was. Zij waren de
aardbeving! Karbouwen. Goedige lob
besen; onvervangbare hulpen van de
Orang-tani, voor wie zij de ploeg door
de taaie modder trekken. Jaren na de
bovenvermelde belevenis, hadden wij
weer eens contact met deze dieren.
Wij reden toen in onze auto door Java's
dreven. Een bocht omkomend, troffen
wij opeens een kleine kudde karbou
wen voor ons op de weg. Vader "toe
terde" (de ouderen onder U hebben
zeker die fraaie koperen "hoorn" nog
gekend, die vroeger aan de buitenkant
van de auto's gemonteerd zaten). De
dieren liepen daarop in draf van het
wegdek af, het veld in. Maar een klein
kalfje had er niets van begrepen en
bleef midden op de weg voorthobbelen.
We reden stapvoets achter het diertje
aan, maar Vader vroeg zich wel af,
hoe lang het zou duren, voor het be
grijpen zou, wat het moest doen. En
toen maakte zich uit de kudde de moe
der los, ging terug naar de weg en
liep recht op de auto af. Dicht ervoor
stopte zij en boog de kop, om het ge
vaarlijke monster met haar machtige
horens op te vangen. Natuurlijk stopte
Vader direct en vertederd keken wij
toe, hoe de karbouwenmoeder haar
jong wegleidde naar de veilige kudde.
Het was ontroerend, mee te maken,
hoe een dierenmoeder de vrees voor
eigen leven onderdrukte, om het leven
van haar kind te redden.
Mevr. J. v. d. Graaff-van Baaeben
kun je met praten als Brugman wel
iemands opinie wijzigen. Maar zijn/haar
mentaliteit kun je nooit veranderen.