£€S|p DE INDISCHE NEDERLANDER IN NEDERLAND (II) 9 ZIJN WIJ SENANG? De vraag rijst allereerst: Is ons verblijf in Nederland "goed" te noemen, zijn wij "senang"? Zo ja, dan praten wij er verder niet over, drinken een wijntje en gaan opgewekt onze gang. In het negatieve geval en dat is bij mij per soonlijk zo, kunnen wij ons beraden over de te nemen stappen om hier verbetering in te brengen. Laten we allereerst vaststellen dat de situatie waarin wij ons bevinden (historisch gegroeide omstandigheden) primair een kwestie is van mentaliteit van de be trokkenen, hetzij door denkfouten, het zij door indoctrinatie. Daardoor is er op de omstandigheden, die over ons zijn gekomen verkeerd gereageerd, met al le gevolgen van dien. Het heeft geen zin hierover schuldvragen te gaan op werpen of schuldigen te willen vinden, al kan men wel oorzaken aanstippen als een leidraad voor "future referen ce. Enige daarvan zou ik willen noe men: 1. met de mentaliteit in deze wereld is het droevig gesteld. Men moet weer "goede" waarden als leidraad aan nemen. 2. concreet over de I.N. toen en nu: de I.N. heeft toen (tempo doeloe) nooit de behoefte gevoeld serieus over zijn positie na te denken. Daar was zij te comfortabel voor. Een al gemeen menselijk, maar daarom nog O-yx a ~~f o-y^a KANGEN In de grote regelmaat waarmee ik Uw/ mijn/ons aller lijfblad pleeg te ontvan gen is onlangs een onderbreking ge komen: het laatste in mijn bezit zijnde nummer is dat van 15 juli jl. (20e jaar gang nr. 1). Kan het zijn dat er een vertraging is ontstaan bij de verzending van het nummer van 1-8-75? Beschouwt U deze brief niet als een uiting van boos ongeduld, maar uitslui tend als een navraag naar het uitblijven van iets dierbaars, waarnaar ik altijd weer reikhalzend uitkijk. Dit laatste doet me overigens onwille keurig denken aan mijn wiskundele raar op de Semarangse HBS aan de Oei Tjong Hamweg, begin 40-er jaren, duidelijk een Indische jongen, zwaar gebouwd, sterk als een beer en o.m. roker van rokok krètèk van het toen zo bekende merk "Marikangen". Als je niet onoverkomelijk, verschijnsel. Hij is in zijn jeugd, en zijn ouders daarvoor, en zijn kinderen daarna, geindoctrineerd door de Nederland se denkwereld, waarvan de inhoud niet controleerbaar was - we weten nu veel waar we toen moeite mee hadden - en welke zo contrasteerde met de omgeving van tanah airku". Daardoor is het mentale functione ren "losgeweekt" van het zintuige- lijke waarnemen, met een corres ponderend verlies aan "zeker we ten". Dat is individueel. Als groep geldt, dat deze alleen kan functio neren als er groeps"verband" is. Fysiek is er geen homogeniteit (van blink, blank, blanker tot git, zwit, zwarter). Sociaal waren er ook nog al wat verschillen, blijft over, wat ik zou willen noemen: "de Indische levens spheer", wat meer inhoudt dan alleen krontjong muziek, makan- makan en andere hebbelijk- en on hebbelijkheden. Het voornaamste wat ons ontbreekt is grond onder de voeten, waardoor bovengenoemde negatieven opgelost kunnen worden. Mochten er onder de lezers gelijkge stemden (E. A. Willemse)! zijn, dan zou ik gaarne tot een gespreksvorm komen, onder de titel "Een gelukkig leven". Want dat is toch het hoogste goed A. F. v. H. zat te suffen en een vraag van hem op de bekende mlómpóng manier niet wist te beantwoorden, volgde steevast de opmerking: "Wat zit je daar weer dro merig te kijken, njo'tje! Verlang je naar een Marikangen? Of ben je meer kan gen Marie?!" Tot grote hilariteit van de klasgenoten, natuurlijk. Ik wou maar zeggen: ik ben altijd kangen Tong Tong, vandaar deze na vraag. Met vriendelijke groet uit het land, waar de passaat altijd koelte brengt in de warmte. F. Abell, Curagao SPREEKWOORD U schreef naar aanleiding van de foto's van Rogier "Beauty is in the eyes of the beholder, zegt het spreekwoord". Jammer, het spreekwoord zegt dat niet. Dit zinnetje is geschreven door Mar garet Wolfe Hungerford in haar ge dicht Molly Dawn (1878). B. W. de Rijk en zo bekend geworden dat het als spreekwoord werd gebezigd. "Wisdom is in the mind of the one who knows all about literature." (L.D. 1975) (Vervolg: "Vijftien augustus") derland gaven mij de woorden in de mond "what price glory?" Is al die inspanning dan voor niets geweest? Zijn al die offers voor niets gebracht? Was de doodsangst en doodsstrijd van al die mensen - vóór of achter het prikkeldraad - van nul en gener waarde? Was dit alles als de plons van een baksteen in een stille vijver, waarvan de rimpels tegen de wal zijn doodge lopen? Ik weet, dat deze hartekreet niet het verslagje geworden is, waar mijn vriend Henk om vroeg, ma'af! Ik weet ook, dat de stoomwals der historie geen duim breed van zijn koers zal afwijken door dit geschrijf, maar ik moest het tóch kwijt. Dit is dan mijn bevrijding! J.O. Bloeiende flamboyant in een Indisch landschap, een stukje tropen aan de muur Wandtegel inclusief porto f 7,50 In de winkel 6,50. (de tegel is niet hitte-bestendig, dus niet als onderzetter gebruiken) AUSTRALISCHE BELANGSTELLING VOOR INDONESIË Een lezeres van Tong Tong, die in Bendigo in de Australische staat Vic toria woont schrijft ons dat in Austra lië de belangstelling voor Indonesië toeneemt. Er worden culturele avonden gehouden gewijd aan Indonesische on derwerpen. Vooral de jongeren tonen grote belang stelling. De aandacht voor Aziatische zaken in het algemeen neemt trouwens toe. "We are part of Asia", is een veel gehoorde uitspraak. Ofschoon dat dan niet helemaal juist is, een deel van het Verre Oosten is Australië wel! Dat men zich bewust wordt van de nabuur schap van Oosterse landen in een be langrijk stadium van hun ontwikkeling betekent een verruiming van uit- en inzicht, vergeleken bij de toestand van vóór de oorlog toen Australië zich hoofdzakelijk op Gr. Brittannië ("home'') orienteerde en zich van de aanwezigheid van de Aziatische landen in zijn onmiddellijke omgeving nauwe lijks bewust scheen te zijn.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 9