ten macht misbruikte. De invloed die grote gezelligheidscentra als: de Harmonie, Concordia, des Indes, de Jachtclub, Hellen- doorn, de Simpangclub en an dere gehad hebben op het leven van velen. De fuifpartijen (om geen ander woord te gebruiken) waren ook facetten van het leven daar, evenals de gekke streken die de Deliplanters regelmatig uithaalden." Het probleem met deze Indischgasten (schrijver vindt de term Ind. Ned. fout) in Nederland de afgelopen jaren, lijkt mij terug te brengen te zijn tot het probleem van de assimilatie, een woord, dat schijnbaar in Tong Tong van tijd tot tijd een geladen betekenis schijnt te krijgen, tw. vies en afwijs- baar! Ik dacht dat juist assimilatie een bijzonder goede eigenschap is, die de mens, die dit kan en wil, in staat stelt zich aan te passen aan voor hem vreemde omstandigheden. Ik zie mijzelf 50 jaar terug in deze Gordel van Smaragd. "Eenzaam zonder kennissen, kwam Indië, dit land van verafgoding van "de Paatjes en Maatjes" op mij af als een oord van verschrikking, waar de Inlanders (zoals wij toen nog zeiden) hun behoeften in de kali deden, terwijl vlak ernaast een ander zijn tanden zat te borstelen of mijn wasgoed zat te behandelen! Hun eten stonk en de bereiding hiervan was beneden enig hygië nisch peil volgens Westerse stan daard. Een gedeelte van de mensen met wie wij in aanraking kwamen liep dan nog eens op sandalen en in pyama en sprak een wonderlijk mengelmoes van Nederlands en In donesisch, dat slecht was te ver staan. De vruchten, waarvoor ge waarschuwd werd door Maatschap pij doktoren, waren behalve de ba naan, die hier pisang werd genoemd, gevaarlijk om te gebruiken wegens cholera en typhus gevaar. En dan Pa en Ma, schreef ik naar huis, zij hebben ook nog een soort stinkbom die ze durian noemen en die de lucht gedurende het seizoen volledig verpest. Als je dan bedenkt dat mijn avonden verpest worden door mil joenen muggen, kakkerlakken en 'n soort hagedis, die tegen het plafond van je kamer kruipt en zich op de meest ongelegen ogenblikken op je kop laat vallen. God wat een land, zelfs de meest eenvoudige sanitaire zaken waren afwezig, kunt U. zich voorstellen, schreef ik, geen bad kuip, geen douche en alleen maar een tobbe met water van waaruit je je begiet. Misschien is het wel een vies praatje, maar zelfs het W.C. papier ontbreekt, je spoelt je gat af met een fles en daarbij, niet te ge loven lieve ouders: gebruik je je handen!" Alleen, en dat was vreemd, de natuur van dit land, voor wat je er van zag, maakte machtige indruk op je, een in druk die je nooit meer zou verlaten. Vaak zat je peinzend aan het strand een zonsondergang te beschouwen of kwam de onvergetelijke schoonheid van een Wijnkoopsbaai, het Karbou wengat of de bergen op je af, dan dacht je wat een wonderschoon land, was Nederland maar zo mooi, wat zou ik daar dan gelukkig zijn! Toen kwam na 4 jaar ploeteren, de verlossing: Europees verlof! Tranen van verdriet mengden zich met (bier) tranen van vreugde, gek je had toch wel een paar goede oude sobats ge maakt in dit pokkenland. Nederland was niet meer wat het geweest was, de vrienden getrouwd of als bezige bijen bezig aan hun bestaantje, de vriendinnen waren getrouwd of ver loofd en jouw frank en vrije levens opvatting vond weinig waardering: "je moet niet vergeten Lange, dat wij hier in Nederland nu eenmaal andere maat staven aan moeten leggen, jullie heb ben makkelijk praten met al die zwart jes." De pleinen waren pleintjes ge worden, die brede dorpsstraat een straatje, dat hoge gebouw een huisje, wat een teleurstelling. Toen je eindelijk terug mocht naar In dië, was het eigenlijk een opluchting, bevrijd te zijn, van malaise, armoede en bekrompenheid, dat je vergat dat je weer bijgetekend had voor dat "pokkenland". Hoe anders werd de tweede term, het ideaal van de negeri koud was ver stoord, veel van wat je vroeger afwees werd nu begrijpelijk en acceptabel, je trouwde, kreeg kinderen en het leven werd oh zo prettig. Die inlanders van vroeger werden trouwe huisbedienden, die je leerde waarderen en in zekere zin bewonderen om hun Oosterse wijs heid en gelatenheid. De verfoeilijke hitte werd ontweken door verblijf in Trètès of Sindanglaja, Holland werd een verre vriend die je alleen maar lokte met het verlof. Wij waren geassimileerd Met de evacuatie van Indonesia, doken er ernstige problemen op, mensen voor wie Nederland en haar klimaat een mythe waren, kwamen met andere In dische Nederlanders die het land wel kenden, vergezeld van Indische totoks naar Nederland, waar zij allen vaak onder moeilijke omstandigheden moes ten worden gehuisvest en van werk worden voorzien. Hierbij dook het pro bleem van de assimilatie, zoals zo vaak aangehaald in Tong Tong op. Deze repatrianten lieten zich in drie Goed beschouwd is het niet waar als men beweert dat Indische mensen geen eigen cultuur hebben. Ik beschouw het verwerpen van bepaalde vormen en aspecten van de Westerse cultuur en beschaving, als een zeer eigen belangrijke cultuur! LD. groepen onderscheiden t.w.: Zij die zich niet wilden of konden aanpassen, zij die zich aanpasten en in korte tijd opgenomen werden in de Nederlandse samenleving en niet gelukkiger of on gelukkiger, wel evenveel kankerend, als hun Nederlandse collega's, ,door het leven gaan en tenslotte zij, de kangs, die kans zagen in korte tijd dezelfde positie te veroveren die zij in Indië bezaten. Voor de eerste groep is er maar een oplossing: niet het Nederlandse volk, niet de andere mentale instelling of het andere voedsel zijn de oorzaak van hun depressie: zij zelf zijn door hun instelling, die geen verandering toelaat, de oorzaak van hun ellende. Waar in vroeger jaren de totok nog kon zeggen: mij niet gezien in dat pokken land, dat door hen zozeer wordt ge adoreerd, hebben zij geen keus, zij zul len zich aan moeten passen bij dit - in hun ogen - pokkenland. Terugkeer is voor hen uitgesloten, hetgeen eigenlijk jammer is, want hierdoor wordt hen de kans ontnomen, te ervaren wat of het zeggen zou om, onder de huidige omstandigheden, in Indonesia een nieuw bestaan op te bouwen. De "sen timental journey" tourist, die a raison van enige, in dit pokkenland verdiende, duizenden guldens, Indonesia bereist, als millionair, volgens de daar gelden de standaard, geeft vaak door het zich vastklampen aan dat wat eens was en nu bepaald niet meer bestaat, een ver tekend beeld, van ons vroegere Indië. Rest ons nog eens een blik,te werpen op diegenen en dat zijn er velen, die na terugkeer in Nederland, zich we derom wisten op te werken tot hun oude, vaak belangrijke fuctie. Zij waren het die in hun leven tweemaal omge turnd werden: eerst moesten zij zich aanpassen aan een totaal vreemd land en toen zij helemaal ingesteld waren op deze maatschappij en gedacht had den dat dit hun leven was, werd deze droom wreed verstoord en moesten zij terug naar een land dat niet meer het hunne was en waar zij als vreemden in terugkeerden. Maar dank zij hun aanpassingsvermogen en plooibaarheid wisten zij het te maken! Betere reclame voor assimilatie is er niet. J. J. Mulder (lees verder volgende pag. het vervolg van: "De Ind. Nederlander in Nederland") 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 7