Van Gemengde Bloede
<2)e <~Parelpoort
(Vervolg van "de Indische Nederlander in Nederland)
Het zal, omdat ik dat ben, er wel de oorzaak van zijn, dat ik al dat gediscussieer
en gepolemiseer over de Indische Nederlander (voor mezelf prefereer ik de naam
Indo) met gemengde gevoelens lees en aanhoor. Maar levend in een land dat
gezegend is met het Vrije Woord, hoe dom overigens ook, kan iedereen zijn
zegje kwijt.
Niets schijnt zo strelend voor de gemoedsrust als het aanschouwen van zijn
eigen (feilloze) opinie in zwart-op-wit. Gedrukt schijnt een gedachte altijd geloof
waardiger te zijn. De uitdrukking "liegen of het gedrukt staat", is misschien
daarom in de wereld gekomen.
Nu kan ik me voorstellen dat zelfs het
koelste bloed, vermengd of puur, op
kookpunt gebracht kan worden door
een valse aantijging, door verdraaiing
van feiten of door kleinering.
Als uw bloeddruk het toelaat, raad ik
U toch aan, het relaas van de heer
Mulder meerdere malen over te lezen.
Dan zal bij U, net als bij mij, eventuele
ergernis plaatsmaken voor een diep
medelijden met de schrijver. Hoe ellen
dig om uit een milieu te komen waar
Paatjes en Maatjes geen aanspraak
konden maken op trots en dankbaar
heid. Hoe triest om in Indië alleen een
tjelana-monjet cultuur gevonden te heb
ben en na vele jaren (M. is 13 jaar
abonnee geweest) Tong-Tong gelezen
te hebben, ook nog.
Wat mij telkens weer bevreemd is, dat
sommige figuren (en die hebben we in
TT meermalen gehad) altijd weer tuk
zijn op de z.g. "keerzijde van de me
daille." Wanneer lezers schrijven over
de goede dingen uit Indië, uit hun le
ven, dan worden die ogenblikkelijk aan
gevochten en eist men onmiddellijk
verhalen over de keerzijde. Die zijde
blijkt dan HUN zijde te zijn, HUN (gees
telijk) milieu, hun leven, hun gedragin
gen. De medaille lijkt me in de eerste
plaats al fout gekozen, want het gaat
in feite gewoon om de binnenzijde van
de ASEMMER. Het omscheppen van
asemmers is een typisch Hollands
kwajongens vermaak. Geen sterveling
in Indië of Indonesië heeft ooit zin
gehad een "krandjang kotoran" om te
keren. Of het vuil is opgeruimd, ver
brand of het ligt open en bloot. Dat
is natuurlijk erg, maar minder ziekelijk
dan alles keurig in een emmer te
deponeren, deksel erop en dan toch
weer een krankzinnige behoefte te
hebben de boel ten toon te spreiden.
Dit heet dan de beroemde "keerzijde
van de medaille". Want mijnheer Mul
der kan dan de huishoudsters beschul
digen van de grote invloed die zij had
den, wie waren de toeans dan wel die
de oorzaak waren van het kwaad. Als
we nu eens van het standpunt uitgingen
dat de huishoudsters ook wel eens
GOEDE vrouwen waren. Het laat zich
al meteen raden welke romannetjes
(inclusief die van ene mevrouw Szekely
Lulofs) tot deze uitspraak hebben bij
gedragen.
Soit, terug naar de mengbloedigen. M.
noemt ze eigenlijk alleen in het laatste
deel van zijn artikel, als een soort deur
mat om zijn eigen assimilatie-complex
en op af te schrapen. Het hele relaas
heeft niets te maken met ons leven,
ons denken en ons bestaan, maar met
een bijna kinderlijke opvatting van het
woord assimilatie.
Het betekent namelijk niet alleen: baai
en met een gajong, tjèbok, van roedjak
en gamelan houden, op jacht gaan.
Evenmin betekent assimilatie voor ons
Indo's karnemelk drinken, kletsen met
de melkboer, geregeld closetpapier ko
pen, je rotlachen bij vorst en hagel. Ik
ken ontelbare Indische mensen die een
voorbeeldige Hollandse huishouding
hebben, maar in levensopvatting ON
VERVALST INDISCH zijn gebleven. Ik
ken - de hemel zij geprezen - ook
duizenden pur sang totoks uit Indië,
die nog steeds een echte Indische
huishouding, een Indische instelling
hebben bewaard.. MET HART EN ZIEL.
Assimilatie is niet het aanleren van een
gewoonte, elk nijlpaard kun je kunstjes
leren, van kachels aanmaken tot karne
melk drinken toe. Echte assimilatie is
een mentaliteits-verandering. En als zo
danig vinden non-assimilanten het een
vies woord. Het verliezen van een eigen
identiteit is een droeve zaak
Eenvoudige Indo's zijn in de eerste
Nederlandse jaren overdonderd met
de raad: assimileer, assimileer! Hier
tegen heeft Tjalie zich sterk verzet.
Noch hij, noch ik zijn ook maar voor
één duizendste procent geassimileerd.
Tjalie is als Indo gestorven en dat zul
len honderdduizenden doen, zonder
een centje spijt.
Ook zullen honderdduizenden Indo's de
laatste adem uitblazen met het voldane
gevoel dat ze de grootste zaligheid nl.
die van het Hollanderschap verworven
hebben. Ik gun ieder het zijne. Ook in
het hiernamaals wordt rekening gehou
den met voorkeuren: daar zijn grazige
Weiden en eeuwige Jachtvelden, we
zullen elkaar daar minder voor de voe
ten lopen dan in Tong-Tong I
Wat me verder van het hart moet:
Wanneer zal men eens ophouden ovër
de Indischman, (Indo, Ind. Nederlander)
te discussiëren, zijn gewoonten, zijn
deugden, vreugden, te betuttelen en de
z.g. discriminatie te "bespreken"? Ner
gens heb ik een artikel gelezen waarin
men dat doet over Noren, Italianen,
Engelsen, Roemenen, noem maar op,
en hun land. Om over Joden en Surina-
mers maar helemaal niet te spreken.
Maar Indische mensen, wat ze doen en
niet doen, waar ze vandaan komen en
waar ze wel en eigenlijk niet moeten
zitten, daar wordt eindeloos over ge
leuterd, gezongen dat het gewoon je
oren uitkomt. Komt het omdat we toch
wel de verdraagzaamste, stilzwijgend-
ste en handelbaarste minderheidsgroep
zijn waar Nederland mee "opge
scheept" zit. Om toch vooral goed te
liggen bij de Hollanders doen genoeg
Indo's daar ook braaf aan mee.
Wanneer de heer M. zijn artikel besluit
met de wijsheid dat onze maatschappe
lijke klim en het accepteren van de
verandering in ons leven, de beste
reclame is voor assimilatie, dan be
schouw ik dat botweg als DISCRIMI
NATIE van onze identiteit.
Wat een mens is, INNERLIJK BE
SCHAAFD of INNERLIJK ONBE
SCHAAFD, of je nu rijst met de handen
of met een vork wenst te eten, dat is
door assimilatie niet weg te poetsen.
En dat geldt niet alleen voor ons, maar
voor ELKE BEVOLKINGSGROEP. Wat
mij betreft geen woord meer over de
Indo. Er is meer tijd voor nodig om
stomme opvattingen uit de weg te rui
men, dan wij nog te leven hebben.
In tegenstelling tot de innige hoop van
sommigen dat de Indo eens geheel
verdwenen zal zijn, is er het bewijs dat
het aantal groter wordt.
HET AANTAL TROTSE INDO'S ja, dat
aantal wordt zienderogen kleiner, dat
wel
Lilian Ducelle
Voordat in China Mao Tse Tung de
macht in handen kreeg werkte daar een
Nederlandse zendeling onder de be
volking, hij bracht het evangelie en
predikte eens over de Parelpoort van
de hemel. Na afloop van de bijeen
komst schuifelde een gebogen, ver
schrompeld vrouwtje naar voren, druk
te zijn hand tussen de hare en dankte
bewogen terwijl de tranen haar over
de wangen biggelden. Voldaan legde
de zendeling zijn andere hand op haar
schouders en vroeg, "Maar moedertje,
wat heeft u nu zo getroffen in mijn
preek?" Zij stamelde "O, ik ben zó
dankbaar, als ik naar de hemel ga dan
krijg ik eindelijk varkensvlees, dat kon
ik bij mijn leven nooit kopen."
In het Chinees heeft het woord 'kauw'
acht betekenissen al naar gelang van
de intonatie die men er in legt.
De zendeling had steeds gepreekt over
het varkenskot in plaats van, zoals hij
bedoelde, de Parelpoort.
8