HET NEDERL. IND. RODE KRUIS "INGET MATI" „AD PATRES" Fa. Johs. Ouwejan Zn. Links: gezinnen wachtend op de Rode Kruis hulp. Rechts: iedereen was blij met zijn nieuwe baadje en broekje. Aangezien de meeste artikelen van de lezers van Tong Tong gaan over voor vallen en belevenissen van tempo doeloe, lijkt het mij toch wel een af wisseling eens iets te vertellen over de tijd na de Jap. capitulatie. Het begon al direct na de capitulatie, toen de transporten op gang kwamen, dat niet alleen de zieken maar ook de gezonden zo snel mogelijk het zinken de schip wilden verlaten. Het werd zelfs zo penibel, dat Dr. van Mook via de radio een beroep deed op de Europe anen om indien hun gezondheid het enigszins toeliet, te blijven om mee te helpen aan de wederopbouw van ons mooie land. Er werd nog bij gezegd: Zij, die blijven zullen niet vergeten worden. Nu ja, van laatste hebben wij bij terugkeer in Nederland weinig ge merkt. Maar enfin, toen ik weer een beetje aangesterkt was, kwam ik in dienst bij de afd. kleding van het Rode Kruis te Bandung. Het was destijds een grote afdeling. We hadden een Unra-afdeling waar de kleding, die we uit Amerika gekregen hadden, gesor teerd werd. Mensen, die een passage biljet naar Nederland bezaten, konden iets warms komen halen. A.s. bruidjes konden uit onze beperkte voorraad een stofje voor haar bruidsjurk uitzoeken. Het blindeninstituut werd voor zover mogelijk van kleding voorzien. Zelfs een blind bruidje, dat zo graag in het wit wilde trouwen met een lotgenoot, konden we voorzien van een witte jurk, een sluiertje en zelfs handschoenen. Ook de bruidegom werd in passende kleding gestoken. Een deel van de kleren, die min of meer bruikbaar waren voor de bevol king, werd gesorteerd en later in de desa's en kampongs zelfs op het ter rein van een thee-onderneming in Pen- galengan, uitgedeeld. Wat later kregen we grote hoeveel heden stoffen van "Holland helpt In- dië. Daarvan lieten wij kleding maken voor mannen, vrouwen en kinderen. Het waren heel eenvoudige stoffen, maar sterk en voor velerlei doel bruik baar. Om van deze giften een zo efficient mogelijk gebruik te maken, had onze afdeling 9 coupeuses in dienst, die al le soorten kleding knipten in diverse maten, die dan per 1000 stuks ge naaid werden in een confectiefabriek. Het hoofd van de coupeuses was een waar artieste. Zij wist van allerlei afval van de Unra, galon, zijden lapjes etc. de beeldigste dingen te maken, die dan later op een fancyfair voor het Rode Kruis aardig wat geld opbrachten. Als we een grote kleding-uitdeling op touw zetten, ging ik altijd zelf mee. Ik herinner mij, dat we eens naar een desa gingen, waar nog geen Europe aan, laat staan een blanke vrouw, na de oorlog was geweest. We gingen met een vrachtauto. Aan het stuur zat een Indo-Europeaan (die heel wat vlot ter Maleis sprak dan ik). Ik zat naast hem in de cabine en achterop lagen volle zakken met kleding bewaakt door 2 inheemse politiemannen met een levensgroot geweer. We reden langs een kamponghuis en mijn begeleider vertelde dat hier de laatste telefoonpost was. Eindelijk kwamen we op de plaats van bestemming. Er stond al een grote menigte op ons te wachten, allen ge- kleed in vodden, de kinderen meesten tijds naakt. De zakken werden geopend en ieder een stond rustig te wachten. Niet zo als hier in Holland, waar, als memdenkt iets cadeau te krijgen, men elkaar bij het dringen om toch vooral de eerste te zijn, bijna dood drukt. En toen begon de uitdeling. De ge zinnen kwamen een voor een naar voren en iedereen was blij met z'n nieuwe baadje en broekje. Het duurde niet lang of de zakken waren leeg. Geen wanklank werd gehoord, wel zag men alom blijde gezichten. Als dank kwamen vrouwtjes mij een kip, of een ei of een sisir pisang brengen. Het was heel ontroerend. Wel een heel verschil met de door de Japanners opgehitste jongeren, die vooral tegen de blanken een zeer vij andige houding aannamen. De kip heeft haar laatste levensjaren in de achtertuin gesleten. Ze gaf geen geen eieren meer, ze was met pen sioen! M. Fischer-Schellenberg. Begrafenis- en Crematie-Onderneming Opgericht 1924 ROUWKAMERS en ONTVANGKAMERS AIRCONDITIONED Kantoren: Fred. Hendriklaan 7 Den Haag, Tel. 070-556427 (3 lijnen) Na een kortstondige ziekte is van ons heengegaan onze lieve Moe der, Oma, Zuster en Tante ETMÉ IRENE TER DENGE-WALESON in de leeftijd van 60 jaar. Zij ruste in vrede. VAARWEL, TOT BETERE TIJDEN Een geïllustreerde documentaire over de ondergang van Neder- lands-lndië door J. C. Bijkerk. Een boeiend relaas over de pe riode vóór het uitbreken van de oorlog in de Pacific en de strijd om Ned.-lndië f 29,50 f 3,25 porto. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 11