Niet Verder Gaan Met Cultuurvervalsing 12 Na de tweede wereldoorlog, toen tienduizenden repatrianten uit Indonesië naar Nederland kwamen en zich hier vestigden, rezen de Indische dansgroepjes als paddestoelen uit de grond. Deze clubs kwamen tot stand op eigen initiatief van gerepatrieerde jongelui of op aandringen van de ouderen en onder aanmoe digingen van familie en vrienden beoefenden de deelnemers een pretentieloos dansrepertoire, dat slechts een flauwe afspiegeling was van de Indonesische volksdansen en de klassieke danskunst van Java en Bali. Nederlanders, die de Indische feestavondjes en kleine pasar-malams meemaakten werden er geconfronteerd met "oosterse dansen", ook wel genoemd "Indische dansen" in fantastische costumes die met ferve en een voor Nederlanders ongekende lenigheid en elegance uitgevoerd, grote indruk maakten. Deze dansclubjes werden weldra uitgenodigd om tegen een kleine vergoeding als "exotische dansers" ook elders voorstellingen te geven. Zolang de clubs binnenskamers hun dansen presenteerden was er geen enkel bezwaar in te brengen tegen deze activiteiten. Toen deze bewegings-verzinsels als authentieke Javaanse en Balische dans kunst aan het grote (en onwetende) publiek gepresenteerd werden, mocht er zonder meer gesproken worden van cultuur-vervalsing (om het woord ver krachting niet te gebruiken). Het aantal dans"scholen", groepen en individuele beoefenaars steeg kwanti tatief. Door volkomen gebrek aan wer kelijk deskundige leiding helaas niet kwalitatief. Deskundigen waren er niet of hielden zich afzijdig en diegenen die deskundigheid pretendeerden kenden nauwelijks de grondbeginselen van de verheven Javaanse en Balische Klas sieke danskunst noch wisten en weten zij iets van de filosofie die aan deze Kunst ten grondslag ligt. Het gehalte van de prestaties van nagenoeg al deze "dansers" was ver beneden peil en zakte nog verder toen de commercie in dit wereldje zijn in trede deed. Wij zagen - onder andere op het televisiescherm - in de loop der jaren zogenaamde serimpi voortkronke len op de tonen van Nina Bobo; zegge en schrijve één "Bedojo" met ten hemel geheven armen, de trotse kin omhoog, met geweldige passen ferm rondstappen. Wij zagen "Ardjuna" in elkaar gedoken, laag bij de grond voortsluipen, ondertussen woeste pen- tjak-gebaren makende en elders weer een zogeheten "Legong" van fors pos tuur rondrennen op de tonen van de "Marga Pati", terwijl haar mannelij ke partner, gestoken in Kebiarkleding - helaas met een zeer vrouwelijke Le- gongkroon op zijn bol - amechtig po gingen ondernam om het geheel op een Balische dans te doen lijken. En onze Werkudara, de zelfbewuste, koninklijke ge weldenaar. Toch ook weer de blik "naar binnen gericht". Zo moet ook de danser zijn die Werkudara verbeeldt. Hij moet in feite psychisch en physiek in deze wayangheld verdwijnen. De danser die dit kan heeft de top bereikt. ogen vielen bijkans uit ons hoofd toen wij de kuise Dewi Sri verleidelijk ogen- lonkend haar been tot ver boven haar knie door een reusachtige split in haar kain zagen steken. Bij dit alles waren de decors adembe nemend: vanaf schreeuwerig gekleurde sawah via uitdagende boezems waar achter "Balische" vrouwen schuilgin gen tot en met ongeloofwaardige tem pelcomplexjes. De wansmakelijke volmaaktheid was verbijsterend, maar het nog steeds on wetende westerse publiek slikte dit alles voor zoete koek. Is het wonder dat de cultureel attaché van Indonesië ernstig geschokt was bij het zien van al deze manifestaties die gepresen teerd werden als Klassieke Indone sische Danskunst? Er waren reeds enige instanties in het leven geroepen die door de Indone sische Cultureel Attaché bevoegd wer den geacht en de goedwillenden kon den zich tot deze groepen wenden en deden dat ook in vele gevallen. He laas bleven er lieden die om onbegrij pelijke redenen zich niets van alle critiek en goede raadgevingen aan trokken en koppig voortgingen met hun optreden, de werkelijke Kunst van Java en Bali in hoge mate in discrediet brengend. Reeds vanaf de prille kin dertijd worden de dansers opgeleid. Spelenderwijs eerst, dan, langzaamaan gewennend aan de strikte voorschriften en strakke discipline. Voordat de tech niek volledig beheerst wordt is de leerling 10 jaar ouder.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 12