Herinneringen aan ons
voormalig Nederlands Oost-lndie
O
NA DE WERELDBRAND 1945- 1950 VI (slot)
evenmin ook maar één woord gewijd werd aan de gevallenen
Hoe tekenend, voldoeninggevend en
in schrille tegenstelling was de schrif
telijke appreciatie van generaal Meijer
voor het detachement V P. Kendal na
de herovering van een Vickers-mitrail-
leur en leger-vuurwapens, de schrifte
lijke tevredenheidsbetuiging voor de
cvp. Robbemond (abandonnering Jogja
karta), voorts de schriftelijke dankbe
tuiging van het R.l.-politieonderhoofd
R Soemarto voor de verzorging en
expeditie van de in Jogja benodigde
goederen en de overgave van het
materieel, aldaar!
Blijkbaar is door de nieuw-benoemde
Racomba, de heer Statius Muller (ex-
resident van Pekalongan) wél onder
kend de onschatbare betekenis van
dergelijke getuigenissen voor élk po
litiekorps, en zéker in zeer enerverende
en rumoerige tijden. De deelname o.m.
aan de tweede politionele (militaire)
actie hebben 93 politiemanschappen
met hun leven betaald, 112 werden
(zwaar) gewond, 162 vermistI
De heer Statius Muller heeft, kort na
zijn benoeming en het vertrek van zijn
voorganger, in een helaas noodzake
lijk, beperkte presentatie van de po
litie op het Semarangs hoofdcommissa
riaat (korpschef de fd.hcvp B. Witte, -
in Nederland overleden) in lovende
bewoordingen zich tot alle functiona
rissen gewend; een zeer gewaardeerd,
eigenlijk méér nog menslievend redres!
Zeer belangrijke feiten tijdens mijn
M.J.-tijd waren:
- de evacuatie van de politie uit het
sultanaat en de hoofdplaats Soera-
karta (2-12 november 1949). Vanaf
april werd daar de situatie politiek en
crimineel steeds slechter, culmine
rende in hevige gevechten - vooraf
gaande aan het "cease fire' - mas
sale infiltraties en het omwerpen van
barricades. Vele besprekingen van
en met de Racomba, residenten, mili
taire autoriteiten op de divisie-com-
mandementen in Semarang en Soe-
rakarta (o.m. op 5 en 6 september)
waren de inleiding van een zo effec
tief mogelijke abandonnering van het
gehele sultanaatsgebied, dus behal
ve van de hoofdplaats ook van Kla-
ten, Sragen, Delanggoe c.a. - totaal
ca 3200 politiemanschappen en hun
gezinnen - naar Semarang (ook in
de residentie op enkele ondernemin
gen), Salatiga, Koedoes, Pekalon
gan en Oengaran; het laatste trans
port vond plaats op 11 november
1949; in Soerakarta bleven voors
hands achter de cvp. Chr. van den
Berg, de hivp. Smit, een ivp. en twee
schrijvers voor de omvangrijke ad-
ministratie. De reis naar Soerakarta
werd, ook mijnerzijds, gemaakt met
een UNCI-vliegtuig, de "Patient Vir
gin" (awèl, de inzittenden hadden
VJ I I I
engelengeduld, maar virgin
ceptie van generaal Meijer in Du
Pavilion" was overstelpend druk be
zocht. Ik maakte toen ook kennis
met - zoals althans verwacht werd -
de a.s., eerste ambassadeur na W.O.
II, in Nederland Mr. Roem, die mij
minzaam uitnodigde voor een bezoek
t.z.t. in Wassenaar, dat helaas nim
mer heeft plaatsgevonden; ik mag
alles verder bekend veronderstellen.
Ik kreeg bezoek (uit Batavia) van
mijn vooroorlogse chef, aan wie ik
bijzonder prettige herinneringen in-
en buiten de dienst bewaar, de hcvp.
J. H. Boon von Ochssée, alsmede
van de mij uit mijn Bandoeng-tijd
bekende assistent-resident Lycklama,
op doorreis naar Magelang als resi
dent van Kedoe. Beide bezoeken
waren voor mij zeer waardevol.
De soevereiniteitsoverdracht
Einde 1949 werd de lang verwachte
souvereiniteits-overdracht van de R.I.S.
qeproclameerd en ingevolge het tele
gram van 3 februari 1950 van het hoofd
W*-.
Groepsfoto in de Poli.ie-can.ine te Semarang, genomen gelegenheid van de overdracht
aan adj.hcvp. M. Djèn Moehamad Soerjopranoto op 8 februari 1950.
Ook in Semarang werd het allengs
woeliger. Het ging de peloppers ken
nelijk niet snel genoeg. Beschietin
gen, rampok, diefstal van vervoer
middelen waren héél gewoon, bo
vendien wist men soms wel degelijk
waar de haard van deze misdrijven
te vinden was, maar maatregelen
waren "afdoende toch niet moge
lijk, als u de nuance vatEen
lichtpunt voor mij was, dat deze
rebellen er niet in slaagden het wa
penarsenaal op het hoofdcommissa
riaat aan de Karrenweg, ondanks
schietgrage pogingen, te overmees
teren; de bewakings- en alarme-
rings-maatregelen waren afdoende.
- Het M.J.-legercommando ging van
generaal Meijer over op de nieuw
benoemde generaal Mollinger, het
geen uiteraard met groot militair ce
remonieel gepaard ging op de aloon
aloon in Semarang, in tegenwoordig
heid van de Legercommandant, Lt.
generaal D. C. Buurman van Vree
den, de opvolger van wijlen de Le
gercommandant, Lt. generaal S. H.
Spoor. De zeer royale afscheidsre-
van de dienst der R.I.S.-politie te DJa"
karta werd als mijn opvolger benoemd
de adj.hcvp M. Djèn Moehamad Soer-
jopranoto, i.e. voor Midden-Java. (Dja-
wa Tengah) incl. de daérah istiméwa
Jogjakarta en werd ik benoemd tot ad
viseur. Op 8 februari d.o.v. werd de
overgave en overname gerealiseerd op
het hoofdcommissariaat aan de Kar
renweg.
In mijn dagorder - in het Nederlands
en Maleis - van 8 februari 1950 be
tuigde ik mijn oprechte dank aan alle
politie-functionarissen in M.J. voor het
door hen gepresteerde in soms levens
gevaarlijke omstandigheden, hun bij
stand in mijn werk en de verlichting
van mijn taak. Ik bracht een ere-saluut
aan hen, die vielen (zoals ik dat ook
deed tijdens mijn rede tot mijn opvol-
ger).
Ik spoorde aan om in dezelfde saam
horigheid, met vastberadenheid en in
de goede, heersende korpsgeest, voort
te dienen onder het nieuwe regiem,
(lees verder volgende pagina)
14