w DE SCHOUWBURG tief en wie meende, dat Indië op het stuk van de kunst toch maar een ui terst misdeeld land was, hebben die opinie moeten herzien als zij kennis namen van de lijst met klinkende na men, die de burgers, die er het bestuur van vormden, naar Indië wisten te bren gen. Ik zal geen namen noemen, want ik zou er waarschijnlijk te veel verge ten, maar speciaal op het gebied van de kamermuziek kon Indië, althans Batavia de vergelijking met menige middelgrote Nederlandse stad glansrijk doorstaan. En een belangrijk deel van deze bezoekers concerteerde in de Schouwburg. Evenementen die meer ruimte eisten dan dit piekfijne theater tje kon bergen hadden plaats in de Dierentuin, die ook het symphonieor- kest herbergde. De Dierentuin is met de grond gelijk gemaakt. Hij is niet eerloos te gronde gegaan, want op zijn grond staat nu een Indonesisch kunstcentrum, dat ie der die een reis naar Indonesië maakt gezien moet hebben. De Schouwburg is dit lot ontgaan, maar zijn lot is erger: hij verkommert. JHR. De Schouwburg staat er nog, in Jakarta. Maar het is de goeje ouwe Bataviase Schouwburg niet meer. Het is nu een Chinese bioscoop. Geen tempel der kunst meer, maar één waar donder en bliksem, geweld ,en bloed de hoofdrol len spelen. Zo vergaat de glorie van hetgeen eens de zetel bij uitstek was van het kunstleven in de tropen. Na tuurlijk, de Schouwburg kon niet reiken aan het Leidseplein of de Koninklijke Schouwburg. Of aan het Concertge bouw. Maar wat er op het gebied van kamermuziek en opera, ballet en toneel in Indië te genieten was, concentreerde zich in dit gebouw. Vooral in de laatste jaren van Neder- lands-lndië waren de Kunstkringen ac- - I ó'y^e) BRIEVEN UIT CANADA "Via mijn ouders kreeg ik de Tong- Tong van 15 september jl. toegezonden en heb onthutst het artikel gelezen dat aan mijn dissertatie gewijd was. Een briefje van uw uitmuntende redacteur, meneer Ritman, had me bereids ge waarschuwd dat "een korte aankondi ging" in uw tijdschrift zou worden ge plaatst. Niemand had me voorbereid op dit formidabele artikel en eerlijk ge zegd ben ik een beetje verlegen over de plotselinge publiciteit van mijn werk. Niettegenstaande dit alles, wil ik u via deze brief bedanken voor de felicitaties, voor de warmte waarmee u de dissertatie hebt ontvangen, voor de lovende woorden, die een auteur altijd waardeert, en voor het feit dat u het werk goed genoeg achtte om in Tong Tong genoemd te worden. Laat me dan nu van de gelegenheid gebruik maken om u en uw redactie te complimenteren over het blad dat ik trouwhartig lees als ik een zending uit Holland krijg. Ik ben wel niet van de voor-oorlogse generatie en was een tiener toen ik naar Holland werd gebracht, maar een hele aangename herinnering aan mijn jeugd in Indone sië heb ik altijd behouden en Tong Tong kan die terug brengen. Het waren deze herinneringen en de enorme aan moediging van mijn man en adviseren de professoren, die me uiteindelijk hebben doen besluiten om over het controversiële onderwerp "kolonisatie" te schrijven. Tot slot wil ik u even vertellen dat ik trots op mijn afkomst ben en mijn In disch zijn nooit heb vergeten. Ondanks dat ik hele goede jaren in Holland heb doorgebracht en nu op de Canadese prairies vertoef (allemachtig wat kan het hier koud zijn!), hebben we in de keuken een wadjan, een sutil en diver se Indische kookboeken, en er gaat bijna geen maaltijd voorbij of de ketjap en de sambals komen op de tafel. Ver der is mijn Canadese man een uitmun tende kok, die z'n hand er niet voor omdraait om babi ketjap, sambal go- reng udang of soto ajam te maken. (Heb ik hem even vlot geleerd, want ik ben een stoethaspel in de keuken.) Bij onze vrienden zijn we beroemd om onze "exotische" maaltijden, en zo doende wordt er een stukje Indische cultuur, en ik versta hier zeer zeker culinaire aangelegenheden onder, den volke kond gedaan! Tot zover. Nogmaals mijn hartelijke dank voor de belangstelling en mijn complimenten voor uw blad en redac tie." Met vriendelijke groeten, Willy Rothrock-Vogelzang KEW GARDENS "Gisteren hebben we de Kew Gardens bezichtigd, ook het museum van Ma rianne North, met haar 848 schilderijen en overweldigende hoeveelheid bloe men, planten en tropische landschap pen. Zonder Uw stukje over haar in de Tong-Tong, hadden we 't niet geweten." Fam. Janssen van Raay-Hondius INDISCHE SLACHTOFFERS 1940-45 Op de verjaardag van de 100-jarige Douairière M. J. de Jonge-van Baak waren twee dames op leeftijd. Moeder en dochter met stijve ruggen en stijve bewegingen. Kempetai, zei de oudste dame mij. "Ik heb er nu nog last van, en mijn dochter heeft erdoor haar baan verloren zodat naast de Japanse pijnen nu ook nog de Hollandse zorgen komen." Mevrouw, dat hoeft niet. Dit nu, is een van die aandenkens van de beruchte KPT, dat Japanse politie corps dat met sadistische wellust, moe ders vermoord met een kruisschop. Dat hoofden afhakte van leden van het Vernielingscorps, dat op last van De fensie, de Japanse buit vernielt. Hon derden hoofden vielen en de overigen werden gek-gemarteld. Na dertig jaren ervaren zij nog de behandeling die zij moesten ondergaan. Een waanvlucht die nooit eindigt. "Kampsyndroom" noemt men die waan. Zij die slachtoffer zijn - nu nog - van de hem/haar in 1940-'45 toe gebrachte lichamelijke en/of gees telijke beschadiging, kunnen ver lichting krijgen van zorgen. Hiertoe moeten zij zich wenden tot: "de Raad voor slachtoffers van vervolging 1940-'45, Javastraat 42, Den Haag. De verstrekte informaties moeten vol ledig juist zijn. J. G. Soesman 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1975 | | pagina 5