DOMINEE
SILLEVIS SMIT
DIA'S OVER INDONESBE
"Indonesische Sagen
en Legenden"
f 29,50
De kleine Saja
"Van mensen, de dingen die
NIET voorbijgaan
ZOVEEL
Uit een brief:
t
De gewezen hoofdvlootpredikant, ds.
Johannes Hendrik Sillevis Smit is op
31 december 1975 overleden op de
leeftijd van 78 jaar. Niet alleen in de
kring van de schepelingen van de
Koninklijke Marine zal dit bericht met
groot leedwezen zijn ontvangen, want
aan ds. Sillevis Smit's marineloop
baan zijn vele jaren voorafgegaan als
"burger"-predikant in Nederlands In-
dië, o.a. in Semarang. "Een mens in de
volle betekenis van het woord" noemt
Conny Sluismans hem in een herden
kingsartikel in De Telegraaf. Wij ne
men uit dit artikel nog het volgende
over:
"Twee weken lang heeft hij gewor
steld met de dood. Toen was het
voorbij. Zijn vrouw, van wie hij ge
durende een lang en ontroerend
goed huwelijk onafscheidelijk was,
en alle vier zijn kinderen waren bij
hem. Zij hebben een ontzaglijk
groot verlies geleden. En ook wij
zijn vrienden. Want dominee Sillevis
Smit was een mens rijk aan de
allerbeste menselijke eigenschap
pen. Woorden zijn ontoereikend
voor Sillevis Smit. Woorden waren
er dan ook nauwelijks rondom zijn
sterven. Zijn begrafenis heeft in
stilte plaatsgevonden. Dat was zijn
uitdrukkelijke wens. Tegen hen, die
hem het allerdierbaarst waren, had
hij gezegd: "Een mens leeft in een
gemeenschap, laat hem zo apart
mogelijk sterven"
Zo hoorde ik vroeger eens een mari
nier zichzelf nederig betitelen (ook
verbasterde hij schalks het woord
Soerabaja tot Boeresaja). Stellen wij
ons tevreden met het woord IK (hoog
stens WIJ), de Bahasa heeft meer per
soonlijke voornaamwooorden. Het Ma-
leisch - Nederlandsch Woordenboek
van H. C. Klinkert geeft de volgende
woorden:
1. SAHAJA (ook saja), dienaar, slaaf,
ook gebruikt als persoonlijk voor
naamwoord voor: ik, wij, Uw die
naar, wanneer men beleefd spreekt.
Het Ned. bijwoord JA of JAWEL
sehajanda, verkort sanda.
2. HAMBA, dat evenals
3. ABDI, dienaar of slaaf betekent.
4. PATIH, als een onderdaan tot een
regerend vorst spreekt.
5. BETA, ik, mij, b.v. door vorsten tot
hun gelijken gebruikt of tot minde
ren om die te eren. In de Molukken
steeds als persoonlijk voornaam
woord.
6. AKU (niet in b.g. woordenboek)
Hierbij vergeleken slaan wij een pover
figuur, vindt
V. N. MOENS
Rogier is voor een korte vacantie in Nederland en heeft een schat van
dia's over Indonesië meegebracht. Hij wil U die graag laten zien en
er over vertellen
op 22 JANUARI a.s. om 7.30 u. n.m. in
"Huize Modjo", Stadhouderslaan 194
(t.o. Gemeentemuseum, lijn 10 - bus 4)
Het aantal plaatsen is beperkt, belt U alstublieft op als U denkt te
komen. Is de animo groot dan kan er een tweede avond worden
georganiseerd.
In de pauze gelegenheid tot vragen stellen en een babbeltje.
Entree: 1,Meer mag ook, vanwege zaalhuur en andere kosten.
Telefoon Tong-Tong 070-54 55 00.
"Treur niet om de dingen die voorbij zijn gegaan, maar geniet van de
dingen die gebleven zijn en nooit veranderen zullen".
brieven, kaarten en attenties mocht ik
de afgelopen weken ontvangen, dat ik niet
weet hoe ik U moet bedanken. Uw goede
wensen, maar vooral de uitgesproken ge
dachten en gevoelens van genegenheid
voor Tong-Tong en het werk dat wij doen,
hebben mij bij het jaareinde erg veel goed
gedaan.
Het liefst zou ik u alien persoonlijk willen
terugschrijven. Door de overstelpende hoe
veelheid, is het me echter onmogelijk. Ik
zou nog meer achterstand krijgen door de
dagelijkse portie post die er bij komt.
Daarom van hieruit, van Nw. Zeeland tot
Noorwegen: dank voor alles!
Lilian Ducelle
door Nenek Dongeng
een sprookjesboek voor
ouderen
10 Fascinerende, klassieke Ja
vaanse vertellingen plus 1 van
de mooiste wajang-verhalen
"Rama en Sinta"
Prachtig geïllustreerd door
P. v.d. MAADEN
BOEKHANDEL TONG TONG
"Tjalie is meer dan een goede
vriend voor ons geweest. Hij is
er, door zijn menselijke warmte
en persoonlijke belangstelling in
geslaagd, een hechte band te
kweken, waarvan de invloed ver
boven de dood uitgaat.
Het allerbelangrijkste is wel ge
weest, de gemeenschappelijke
Indische achtergrond, waaruit
deze band is gegroeid. Dit is niet
alleen zo geweest tussen Tjalie
en ons, maar ook tussen hem en
de duizenden anderen, die in
het vooroorlogse Indië zijn op
gegroeid en die later, na de oor
log zichzelf in het nieuwe Indo
nesië terug vonden.
Tjalie is in dit opzicht voor ons
allen een symbool geworden,
omdat hij steeds de spreekbuis
voor onze gevoelens en ge
dachten is geweest.
Het bewustwordingsproces, dat
hij op gang heeft gebracht is
iets waardevols, omdat dit niet
alleen uit het verleden stamt,
doch zijn invloed ook tot in de
toekomst zal uitstrekken."
R.W.
3