TOKO MAS
INDONESIA
doet het verhaal over de Kedirische
prinsessen, meegenomen door de Ke
dirische troepen, "zonder enige an
dere reden, dan dat Wijaya er op die
manier gemakkelijk een van kan scha
ken" (Krom p. 348), een Pararaton-
verhaal, waarvan de mythologische
achtergrond goed duidelijk wordt in
de-Rangga Lawe, waarin verteld wordt
hoe Wijaya voor prinses Sutawan een
portret schilderde van haar prototype
Sita. (Rangga Lawe, p. 16). "Te be
denken valt nl. (aldus Berg in zijn
brief aan mij van 20-5-75), dat het
Pararaton-verhaal over de in Daha ge
vangen gehouden prinses en Wijaya's
actie om haar te bevrijden, is ontleend
aan het Ramayana. Prinses Sutawan
Sita; Wijaya Rama.".
Op 29 december had ik ten slotte nog
een telef. gesprek met Berg, waarin
deze m.i. volkomen terecht stelde dat
hier nog een derde factor aan toege
voegd moet worden: Rama bevrijdt
met behulp van Hanoman en zijn apen
prinses Sita. In al de verhalen over
de inval van de Tataren in 1293 spelen
de Tataren in feite de rol van de
apen: Ze worden door Wiraraja en
Wijaya te hulp geroepen. Hebben ze
dienst gedaan, dan drijft Wijaya (c.q.
Rangga Lawe) ze de zee in, als ver
der onnutte lastige bondgenoten. Dat
de zee in drijven (ook Abdurachman
spreekt van "tentara Tartar diusir oleh
pasukan gabungan Majapahit dan Ma
dura dari Ujung Galuh (Surabaya)")
en daaraan ook door Abdurachman
klakkeloos gekoppelde stichting van
de gemeente (Kota Madya) Surabaya
nu klopt niet.
We hebben nl. een uitvoerig relaas
van Chinese zijde over de expeditie
van 1292-1293. Bovendien is er "de
oorkonde van Kelagen aan de Bran-
tas, waar Airlangga voorzieningen
heeft getroffen in den zeer gevaarlij
ken rivierloop en de verbetering
wordt dan gezegd (regel 12) tot groote
vreugde te strekken van de prauwen-
bezitters die lading kwamen innemen
te Hujung Galuh Hier leeren wij
dus Hujung Galuh kennen als de Ja-
vaansche zeehaven nabij de Brantas-
mond Het kan dus de voorganger
zijn van het sinds den Majapahitschen
tijd voorkomende Soerabaya en zal in
elk geval ongeveer in die buurt heb
ben gelegen", a'dus Krom op p. 261.
Hierover zegt Berg in zijn meerge
noemde brief aan mij: "Deze inscrip
tie-tekst van 959 Qaka 1037 A D.
en daar de plaats t0en reeds bestond,
hebben" de Surabayanen misschien
de gelegenheid voorbij laten gaan om
het 1000 jarig bestaan van Surabaya
te vieren".
(slot volgt)
Voetnoten
De Indonesische Panji-romans zijn
mutatis mutandis in de verte te ver
gelijken met de Europese ridderro
mans. Bekend is in dit verband Ras-
sers proefschrift "De Pandji-ro-
man", 1922. Ook de nog nader te
noemen kidung Rangga Lawe en de
kidung Harsa-Wijaya worden door
Balinezen als de bibliofiel l Gusti
Putu Djlantik gerekend tot de Panji-
verhalen. Geen wonder want Raden
Wijaya wordt in de laatste kidung
vaak met de naam van Panji Raden
Ino, aangeduid, een naam die ik mij
ook herinner uit oude Maleise Pan-
ji-verhalen.
2) In zijn brief zegt Berg o.m.: "Ik heb
de Harsa-Wijaya uitgegeven omdat
er details in voorkomen, die men
niet in de Pararaton of de kidung
Rangga Lawe vindt; de verschillen
zijn echter alleen voor de studie
der Javaanse litteratuur van belang,
niet voor het vaststellen van histo
rische feiten, al heb ik dat in 1931,
enkele jaren na het schrijven van
mijn dissertatie wel verondersteld.
Sindsdien heeft de studie van de
Pararaton mij wel tot andere ge
dachten gebracht".
3) "De Middeljavaansche historische
traditie", 1927.
4) Uitgegeven door Berg met Javaan
se tekst, inhoudsopgave en aante
keningen in de Bijdragen van het
Kon. Instituut, deel 88, en als over
druk uitgegeven door M. Nijhoff,
1931.
5) in "Etudes d'épigraphie indoné-
sienne" door L. C. Damais, deel
V dates de manuscrits et documents
divers de Java, Bali et Lombok, p.
73. Berg tekende hierbij in het telef.
gesprek van 27 dec. j.l. bij aan dat
Damais' berekeningen theoretisch
correct zijn, maar dat de data (Qa-
ka-dateringen) in de Javaanse co
lofons dat vaak niet zijn. "Zelfs de
data in de Nagarakrtagama zijn lang
niet altijd correct en door Prapanca
soms bewust veranderd", aldus
Berg. Een beroemd voorbeeld van
datumverandering wordt vermeld
door Dr. H. J. de Graaf en Dr. Th.
Pigeaud in hun (nog door mij te
bespreken) boek "De eerste mos
limse vorstendommen op Java", p.
53 en noot 41 op p. 253: Het jaartal
1400 A. J„ d.i. 1478 A D. voor de
val van Majapahit (dat in werkelijk
heid viel in 1527 AD.) is door de
Javaanse geleerden van Midden-Ja-
va, vermoedelijk reeds in de 17e
eeuw, aangenomen uit verlangen
om orde en regelmaat te zien op
treden in de geschiedenis van hun
land. Volgens hen zou in 1400 A.J.
Majapahit plaats hebben moeten
maken voor Demak, in 1500 A.J.:
Pajang voor Mataram, en in" 1600
A.J.: Mataram voor Kartasura. Dit
verlangen naar ,orde en regelmaat
in de geschiedenis staat in verband
met het gevoel voor kosmische or
de, dat ten grondslag ligt aan de
Javaanse religiositeit en wijsgerige
bespiegeling.
6) De Rangga Lawe is kritisch uitge
geven door Berg in 1930 in het ka
der van de Bibliotheca Javanica van
het Kon. Bat. Gen. van Kunsten en
Wetenschappen. Interessant is in
dit verband dat H. J. de Graaf en
Dr. Pigeaud in hun in 1974 versche
nen boek, p. 132 van hem zeggen:
Diamantair lid van Diamantenbeurs.
Specialiteit Indonesische gouden sie
raden 22, 23 en 24 krt.
Juwelen 22 Kr. goud gezet met bril
janten (origineel Indonesisch model)
Markiesringen loup-zuiver briljanten
en witte kleur: gezet met 13, 18, 20,
21, 23 briljanten.
Rijringen, slagringen, dubbel entou
rage ringen etc.
MARKIES HANGERS: ati, wadjik,
peer, druiven, etc.
MARKIES OORKNOPPEN: ster mo
del, entourage, eensteen, etc.
ARMBANDEN: schakelarmbanden
met veel briljanten. 2 en 3 rijen stijve
armbanden met briljanten. Bij grote
afname juwelen speciaal lage prijzen.
Nieuw import:
juwelen gezet met INTEN (diamant).
Steroorknopjes, robijnmarkiesring ge
zet met inten; verschillende hangers
gezet met inten. We hebben het
grootste assortiment inten juwelen.
Ook verkrijgbaar sieraden met saf
fier, robijn en smaragd.
Honderden soorten ringen, halskettin
gen, armbanden, hangers, tusuk kon-
dé, kebajaspelden in 22/24 Kr. goud.
Albert Cuypstraat 142 - Amsterdam.
Tel. 020-71 87 28 na 18.00 uur: 020-
72 16 28. 's Maandags gesloten.
"Rangga Lawe is de held van Oost-
Javaanse pseudo-historische balla
den geworden, die misschien in de
15e eeuw of nog later gedicht zijn.
In werkelijkheid moet Rangga Lawe
van Tuban geleefd hebben om
streeks 1300 A.D.; hij moet een tijd
genoot en medestander van de
stichter van de stad Majapahit ge-
weest zijn".
7) H.H. Juynboll, "De letterkunde van
Bali", Bijdragen Kon. Instituut, 1916,
deel 71, p. 556.
8) Over de Pararaton schreef Berg mij
in zijn brief: "Pararaton betekent
nl. niet zoals Brandes gemeend
heeft, "Het boek der Koningen"
(van Tumapel), maar: "De Dynas
tie" en daarmee is bedoeld de dy
nastie van Pajang; volgens de Ja
vaanse gewoonte is die dynastie
verheerlijkt met een verhaal over
haar voorgeschiedenis en daarom
vindt men in de Pararaton een voor-
ouderverhaal, dat aan de Pajangse
behoefte voldaan heeft. Als bron
van kennis aangaande de gebeurte
nissen van 1293 e.v. is de Pararaton
(die ons bovendien in verminkte
staat bereikt heeft) niet betrouw
baar en daarom is ook de kidung
Harsa-Wijaya dat niet. Te bedenken
valt dat het Pararaton-verhaal over
de in Daha gevangen gehouden
prinses en Wijaya's actie om haar
te bevrijden, ontleend is aan het
Ramayana (de prinses Sita,
Wijaya Rama)".
11