"Indonesische Sagen en Legenden" f 29,50 (Vervolg: Tijger van Damuli) langtoppen vlak achter de overblijf selen van de geit. Daar moet hij lig gen, zijn gehijg beweegt het hoge gras. In de tussentijd, wakkerge- schrokken door de twee schoten en aangemoedigd door mijn dwaze uit roep: Dood!, stromen de dorpelingen opgewonden uit hun woningen. Het helpt niet, dat mijn metgezel en ik hen met luide waarschuwingskreten: Awas! Awasl, trachten te weerhouden. In mi nimum van tijd omringen drommen mannen, vrouwen en kinderen aan vier kanten het dorpsplein, schieten volkomen onmogelijk makend! Awas, belum mati! Awas, belum mati! Pas op, nog niet dood! Nog niet dood! Het begint tot hen door te dringen, zij wijken iets terug. Iemand komt echter op 't onzalige idee om met stenen in de struiken te gaan gooien. Een hees ge brul en een wilde beweging in het gras is het antwoord! Goddank, dat helpt. De mensen verspreiden zich als een troep geschrokken pluimvee. Ik laat de mandur roepen en wij beleg gen haastig krijgsraad. In de eerste plaats moeten wij licht hebben. De zieke tijger zo laten liggen tot het aan breken van de dag, is te riskant. Spoe dig zullen er weer enkele dwazen te rugkomen en met stenen gaan gooien. Tenslotte stuur ik de mandur naar de noord-oost hoek om althans de schootsrichting en de ontruimde wo ningen, kost wat kost van mensen vrij te houden. Rachman verzoek ik een brandende Petromax (druklamp) op te scharrelen. Zelf zet ik de jeep met lopende motor en bran dende koplampen neer in de noord westhoek. Even later komt de politie man terug met de petromax en ik laat hem die in de zuidoosthoek aan een boom hangen. De druppelsgewijs terugkomende dorpelingen probeer ik zoveel mogelijk aan de west-kant te verzamelen, in de hoop het gooien van stenen te voorkomen. Intussen beschijnen wij met de kop lamp en enkele flashlights voortdu rend de struiken, maar alles is dood stil. Het regent nog steeds zachtjes. Plotseling wordt er weer een steen gegooid en direct reageert de tijger met oorverdovend gebrul! Het is op dat ogenblik, dat Abdul Rachman mijn eeuwigdurend respect wint. Bewijzend, ondanks zijn grote verhalen, toch een buitengewoon dapper man te zijn, loopt hij, de roestige Hembrug in zijn handen geklemd, recht op de plaats af waar de tijger ligt! Vloekend klim ik op een lege oliedrum en roep hem terug. Daarna riskeer ik een snel schot op de hevig bewegende graspluimen. Het gebrul stopt abrupt. Even later zie ik de beweging in het gras zich echter naar het noorden verplaatsen. Rach man en de mandur snel opdracht ge vend de zuidelijke weg van mensen ontruimd te houden, ren ik om en be klim de open varanda van een der ontruimde huizen. Hijgend beschijn ik de hoge struiken aan de noord-zijde. Daar komt hij aan! Nog steeds geen glimp van zijn huid; alleen beweging in het hoge gras. Mijn hoger standpunt maakt een schot mo gelijk. Knal en mondingsvuur. Weder om gebrul en ik zet mij schrap voor de verwachte aanval. Maar nee, de beweging keert terug naar het zuiden. Ik loop weer hard om naar de mandur- woning. Vandaar zoeken met de licht bundel van de lamp. Aanvankelijk niets, maar dan zie ik duidelijk de flauwe lichtgroene schijn van twee wijd van elkaar staande ogen, laag boven de grond. Nu een verhoging! Aan de weg ligt de oliedrum van zoeven nog en haastig rol ik die tegen de noordwand van het huis. Boven op het wankele gevaarte staan de kan ik de lichtende ogen zien. Een ogenblik aarzel ik, maar dan doet het rumoer van de mensen me besluiten. Te gevaarlijk om te wachten. In ge bogen houding, onder het overhan gende dak door, mik ik lang en nauw keurig en het schot davert in de nacht. Er is geen reactie: alleen de ogen schijnen langzaam uit te doven. Ik voel dat het afgelopen is. In het oosten be gint het lichter te worden. De regen is door Nenek Dongeng een sprookjesboek voor ouderen 10 Fascinerende, klassieke Ja vaanse vertellingen plus 1 van de mooiste wajang-verhalen "Rama en Sinta" Prachtig geillustreerd door P. v.d. MAADEN Porto f 3,25 BOEKHANDEL TONG TONG opgehouden. Nu de tijger niet meer reageert, wachten wij de dageraad af. Enkele, ondanks verbod gegooide stenen, veroorzaken ook geen reactie meer. Als het licht genoeg is geworden, naderen wij voorzichtig de plaats. Daar ligt hij. Uitgestrekt op zijn buik, de kop op de voorpoten gezakt. Wat is hij mooi en groot! De dorpelingen naderen zwijgend doch blijven op eer biedige afstand staan.. Ik kniel bij hem neer en onderzoek zijn wonden. Een mooi bladschot, iets te hoog. Onge twijfeld het eerste schot. Een schot wond in de bovenarm; waarschijnlijk het tweede. Een rond gat tussen de ogen; het laatste schot. Drie treffers; derde en vierde schot volkomen mis. Het leert wel iemand niet op bewegend gebladerte te schieten! Als de bevolking ziet, dat ik de ge vreesde vijand straffeloos betast, vat ten zij moed en komen onder veel gejoel nog dichter bij. Ik heb dan ook de grootste moeite nagels en snorha ren te beschermen. Tenslotte herstelt de politieman het gezag. Met vijf man slagen wij er in de dode Koning van Damuli op de motorkap van de jeep te tillen en vast te sjorren. Zonder staart meet hij precies 2 meter. Bij het volle daglicht ontdek ik nog twee vers geheelde lidtekens; één schuin over de neus en één lange diepe streep over de linkerflank Wonden, opgelopen tijdens zijn laat ste ontsnapping uit de val van de heer R. PAS VERSCHENEN "CHINESE KOOKKUNST, SMULLEN UIT DE WOK" Een kookboekje met tal van heerlijke, Chinese gerechten en vele aardige illustraties, f 11,50 f 2,25 porto EINDELIJK HERDRUKT! "DOOR DUISTERNIS TOT LICHT" door Raden Adjeng Kartini. Met toevoeging van nog nooit gepubliceerde brieven 24,80 evt. portokosten. BOEKHANDEL TONG TONG 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 21