De Debacle van de Pertamina
Ibnu Sutowo reikte verder dan zijn arm lang was
Ibnu Sutowo, eerst medicus, vervolgens militair en tenslotte in de rang van
generaal de almachtige president-directeur van de Indonesische olie-maatschappij
Pertamina is ontslagen. In zeer summiere bewoordingen is in de Nederlandse
pers bericht over de enorme financiële misgrepen die onder zijn leiding zijn
begaan. Menigeen zal zich hebben afgevraagd hoe in deze tijd in een van de
OPEC-landen een oliemaatschappij erin kon slagen in een situatie te geraken
die niet van een bankroet te onderscheiden is.
In NRC/Handelsblad treffen wij op 20
mrt een artikel aan van Jan Banning,
dat de feiten op een rijtje zet en waar
aan wij het volgende ontlenen..
De dokter die olieman werd
Wie is eigenlijk deze Sutowo die sinds
1957 Indonesië's oliezaken heeft be
heerd? Via hoge posities in het leger,
o.a. als bevelhebber van de regio Zuid-
Sumatra, werd hij in diverse staffunc
ties de naaste medewerker van land-
macht-opperbevelhebber Generaal Na-
sution. Deze schoof hem het beheer
van de olievelden op Oost-Sumatra
toe.
In 1957 werd hij president-directeur
van Permina, de voorloper van de
staatsoliemaatschappij Pertamina. In
1959 wordt het eerste smetje op zijn
loopbaan geworpen. Wegens een ille
gale deviezentransactie, ook wel om
schreven als ,,een doorkruising van
's lands financiële en economische
politiek", wordt hij met behoud van
zijn militaire rang in zijn legerfuncties
geschorst.
Vanaf dat ogenblik wijdt Sutowo zich
geheel aan 's lands oliebelangen.
Opmerkelijk is dat Sutowo zich altijd
omringd heeft geweten door invloed
rijke figuren. Twee broers hebben ook
een militaire loopbaan achter de rug
en bekleden hoge posten in luchtmacht
en marine. Een andere broer is even
eens arts en was gedurende lange tijd
burgemeester van Indonesië's tweede
stad Surabaja. Twee zusters trouwden
met hoge regeringsfunctionarissen.
Eén van deze zussen is op dit ogen
blik secretaris van de Hoge Advies
raad in 'Jakarta. In zijn vriendenkring
zitten mensen als Generaal Suharto
en Generaal Alamsyah, de voormalige
Ambassadeur te Den Haag.
Na de mislukte staatsgreep van 1965
grijpt Suharto de macht en laat Suto
wo hierin meedelen.
Hij krijgt vrij spel en onbeperkte vol
machten van Suharto en richt een aan
tal joint-ventures op om de olie-bus-
iness te stroomlijnen. Met de Japan
ners zet hij de Fear East Oil Trading
Company op, die de afzet in Japan
moet verzorgen. Daarnaast wordt de
Pertamin opgericht die de produktie
en binnenlandse voorziening voor zijn
rekening neemt. In 1968 worden beide
bedrijven samengesmolten in de Per
tamina. Vanaf dat ogenblik is hij on
betwiste heerser over een bedrijf dat
tot de tweehonderd grootste ter we
reld behoort.
Corruptie
Sutowo blijkt een groot voorstander
van het particuliere initiatief. Japan
maakt hij tot zijn lichtende voorbeeld.
Volgens zijn zeggen is... het Japanse
wonder een goed voorbeeld van hoe
een overheid mogelijkheden heeft ge
schapen voor het bedrijfsleven, het
heeft gesteund en op die manier een
economisch wonder heeft bewerkstel
ligd. Sommige mensen leggen teveel
nadruk op overheidscontrole en plan
ning in plaats van op de opbouw van
het land. Wat valt er te controleren
als niemand iets van de grond brengt?
Anderen zeggen dat de corruptie uit
geroeid moet worden. Maar helaas is
het nu eenmaal zo dat corruptie vrij
wel in elk land voorkomt. Je kan daar
door niet stoppen met je werk. Je moet
eerst iets opbouwen.
Aan die opbouw heeft Sutowo met
grote voortvarendheid gewerkt. Zijn
afwijzing van elke overheidsbemoeie
nis en de aanvaarding van corruptie
maakte Pertamina tot een staat in de
staat.
„Gooi een steen in de lucht en hij zal
wel neerkomen op een gebouw van
de Pertamina", zo karakteriseerde de
man in de straat op den duur het be
drijf. Overal waar Sutowo handel in
zag stortte hij zich met veel verve op.
Om een paar activiteiten te noemen:
o.a. een gigantische olieterminal op
het eiland Bantam om met Singapore
te kunnen concurreren.
Krakatau-project
Het project waar de ex-medicus Suto
wo zich uiteindelijk in verslikte, is de
Krakatau staalonderneming op West-
Java. Tezamen met een aantal West-
duitse ondernemingen werd in 1974
het plan gemaakt om een staalfabriek
op poten te zetten. Er is weliswaar
geen ijzererts in de buurt te vinden
maar dat was geen probleem. Austra
lië kon daarin voorzien. In de Bonds
republiek werd dit projekt beschouwd
als de „order van de. eeuw".
Siemens zou een gigantische elek
trische centrale leveren terwijl een
aantal andere bedrijven, waaronder
Salzgitter en Klöckner, de benodigde
infrastructuur zouden verzorgen. De
bedoeling was om medio 1976 zo'n
drieduizend Duitsers naar Java over te
brengen. Voor de behuizing zorgden
de Westduitse bedrijven Hochtief en
Zblin. Een compleet westers stadje
aangepast aan de eisen des tijds werd
gepland. Temidden van de op de rand
van het bestaansminimum levende
Westjavaanse bevolking moest een
bungalowpark met supermarkt, bow
ling, zwembad, Duitse lagere school,
ziekenhuis en theater komen.
De bungalows werden alvast gebouwd.
Die van de uitvoerende directeur van
het project kostte krap aan tweeën
eenhalf miljoen gulden. Zo'n vijftig
man lager stafpersoneel moest het
doen met een optrekje van iets meer
dan zes ton. In eerste instantie werd
er een aanvangskapitaal van één mil
jard gulden in het project gestopt. Het
geld verdween echter en na een jaar
was het op. Kredieten uit het buiten
land bleven uit, met name uit de Ara
bische olielanden waar Sutowo op ge
gokt had.
Het project stond op de tocht. De
IGGI weigerde ook maar één poot uit
te steken. In arren moede scharrelde
de regering in Jakarta die inmiddels
Pertamina's financiële verplichtingen
had overgenomen samen met de pro
jectontwikkelaars in de Bondsrepu
bliek nog eens tweeëneenhalf miljard
gulden bij elkaar om het project te
redden.
Maar dit alles was geen reden vorig
jaar juli om Sutowo de bons te geven.
Toen echter na verloop van een aan
tal maanden het wanbeheer en de
omvang van de corruptie de pan uit
rees, werd er van de kant van de
technocraten in de regering gesteund
door Caltex en de IGGI, druk uitge
oefend om Sutowo de laan uit te stu
ren.
Intussen wordt het wanbeheer afge
wenteld op de Indonesische boeren
massa's en de verpauperde stedelijke
bevolking. Voorlopig is het tweede In
donesische vijfjarenplan ('74-'79) ge
deeltelijk in de ijskast gezet om de
schuldeisers tegemoet te komen. Su-
towo's opvolger Piet Harjono voert op
dit ogenblik wanhopige onderhande
lingen met de buitenlandse oliemaat
schappijen om de winstmarge per vat
geëxporteerde olie te drukken met
één dollar om zo 's lands olie-inkom
sten wat op te vijzelen.
Daarnaast heeft minister van financiën
Ali Wardhana onlangs een bezuini
gingsplan voor ambtenaren en leger
gelanceerd. Hoge ambtenaren en offi
cieren met de rang van tweede luite
nant en hoger met hun vrouwen mo-
geen geen aandelen meer bezitten van
particuliere bedrijven. Ook is het hun
verboden directeur of bedrijfsleider te
zijn van ondernemingen. Het organi
seren van grote feesten en het maken
van buitenlandse reizen moet worden
beperkt, terwijl het gebruik van luxe
dienstauto's nu verboden is.
Voor Ibnu Sutowo geldt deze maat
regel sinds zijn ontslag van twee we
ken geleden niet meer. Volgens de
berichten is hij op dit ogenblik met
vakantie gestuurd. Waarschijnlijk in
Zwitserland, waar hij in het verleden
al heel wat stappen heeft gezet. Ver
der krijgt hij nu de handen vrij om
zich te wijden aan het organiseren
van festiviteiten.
10