f WSikm De intuitie van een vrouw M- IJ* m Ifflfpp ""i é\f^n lig^i "Indonesische Sagen en Legenden" f 29,50 Hoe Ger haar man het leven redde (SLOT) door G. J. Lubbe Bakker Wij keren nu terug naar Jan, die wij per fiets op weg naar de driesprong verlaten hebben. Daar het nog al een zware klim was, stapte Jan van de fiets en liep met de fiets in de hand verder. Hij kwam bij de driesprongen verstijfde haast van schrik, want op nog geen twintig meter van hem vandaan naderde een Japanse militaire patrouille van 25 man sterk. Het was niet door de verrassing van de patrouille dat Jan zo geschrokken was, maar vooral door het gezicht van de commandant die een paar passen voor de troep uit liep. Jan kon zijn ogen niet van hem afhouden. Niet dat het zo'n adonis was, integendeel. Die man had door zijn krijgsverrichtin gen zulke verwondingen aan zijn hoofd opgelopen dat het leek alsof men hem letterlijk aan elkaar gelapt. Een commandokreet en Jan werd door 25 man omringd. Op bevel van de commandant trad er een soldaat op Jan toe, die hem in redelijk verstaanbaar maleis vroeg wie hij was, waar hij naar toe ging en of hij in het bezit was van een pendaf- taranbriefje. Jan moest gefouilleerd worden. Jan had een stille hoop, dat ze zijn fiets zouden vergeten, die hij tussen de struiken had gesmeten. Nee hoor, die kwam ook aan de beurt. De fiets werd van voor, van achter en opzij bekeken. Menig schietgebedje prevelde Jan, al hoewel hij op het ergste was voor bereid. Op bevel van de tolk opende Jan de fietstas en haalde eerste alle versnaperingen eruit, liet vervolgens de bêras zien. De soldaat-tolk kwam naderbij, stak zijn hand in de tas en trok een handvol bêras uit de tas. Dit deed hij driemaal en steeds had hij een handvol bêras in de hand, die hij tussen zijn vingers weer in de tas liet glijden. Jan kon zijn ogen niet geloven. Deed de soldaat maar wat om de spanning er in. te houden? De tolk wisselde en kele woorden met de commandant. Alles mocht weer in de tas. Een com- mondo-kreet klonk uit de scheve mond van de "mismaakte". De troep for meerde een gelid. Maar de tolk bleef vlak bij Jan staan en bracht de vol gende boodschap van de commandant over. ,,ln het vervolg moet je geen mens om zijn lichaamsgebreken uitlachen of al thans een verraste houding aannemen. Hiervoor zul je een straf moeten on dergaan, maar eerst moet je enige keren een diepe buiging maken en eer bied betonen aan de militairen van zij ne keizerlijke majesteit de Tenno Hei- ka." Dus toch voor het vuurpeleton dacht Jan. Dit lijkt zo op een ceremonie bij een afscheid van het leven. Of had de soldaat-tolk het wapen toch wel ge vonden en dit aan de commandant doorgegeven. Flitsen van angstige ge dachten gingen door Jans hoofd, het pakte echter anders uit. Na de zesde buiging die Jan maakte, greep de "mismaakte" Jan bij zijn kraag en gaf hem een slag met de gebalde vuist midden in het gezicht, dat het bloed uit zijn neus spoot, een tweede dreun deed Jan in het struik gewas belanden. Pogingen om over eind te komen werden middels schop pen en trappen tegen rug en heup door de soldaat-tolk onmogelijk ge maakt, zodat Jan kreunend van pijn in het struikgewas bleef liggen. De patrouille marcheerde af, hun stap pen verwijderden zich in noordelijke richting, dat kon Jan nog wel horen. Een poos hierna toen alles in de om geving wat rustiger werd, deed Jan een poging zich op te richten, wat hem veel moeite en pijn kostte. Pah Tani die op weg was naar de markt om wat van zijn landbouw- produkten te verkopen, kwam schoor voetend naar Jan toe. Hij maakte zijn verontschuldigingen dat hij niet had kunnen helpen, hoewel hij alles had zien gebeuren. Hij was zo bang, dat hij maar onder een boom in het struikgewas had schuilgehouden. "Ach broeder, ik ben maar een arme Tani en wat vermag ik tegen die zwaar bewapende Japanners?" "Ze zijn nu weg, gaat u maar eerst wat rustig zitten, ik heb hier in een aarden kom wat drinkwater, het is koud en het zal u opfrissen. Wees maar sabar (lank moedig) broeder, het is nu zaman pe- rang (oorlogstijd) en wij allen lijden er onder, het is door de tuanbesars (hoge heren) verordeneerd, wat ook door Allah is gepakstih (vastgesteld)." Gelaten liet Jan de woorden van de brave ziel over zich heen gaan. Na een dronk uit de aarden kruik van Pah Tani voelde Jan zich wat beter, alhoewel zijn rug, heup en hoofd nog pijn deden. Maar wat hij nog steeds niet kon begrijpen, dat die soldaat-tolk het wapen niet gevonden had. Met behulp van de landbouwer zette hij zijn fiets tegen een boom en begon in de fietstas tot diep in de bodem te graaien, maar geen wapen. Zou hij het thuis in het verborgen hoekje van de vloer hebben laten lig gen? Nee, dat kon niet, dat was on mogelijk, vanmorgen had hij het wa pen persoonlijk in een doek gewikkeld en in de tasof zou Ger? Terwijl ze hem naar de markt stuurde het wapen uit de fietstas hebben ge haald en Jan had het niet meer, hij zakte door zijn knieën en bad hardop. Hij snikte het uit, kon haast niet tot bedaren komen. Zij heeft hem zijn leven gered en zichzelf in een groot gevaar be geven. Hij had beter moeten weten en zich niet aan zulke risico's moeten blootstellen, want nu heeft hij ook Ger's leven op het spel gezet. Nakaarten hielp niet, hij moet maken, dat hij wegkomt, want als er iets met Ger zou gebeuren dan Alles werd in de tas gesmeten, Pah Tani kwam naar hem toe met wat komkommers en vruchten, met het verzoek wat van deze gaven te willen aannemen, de kleine gave van een arme landbouwer, die met uw lot is begaan. Jan bedankte de landbouwer voor al (lees verder pag. 13, 2e kolom) 11 .'4 door Nenek Dongeng een sprookjesboek voor ouderen 10 Fascinerende, klassieke Ja vaanse vertellingen plus 1 van de mooiste wajang-verhalen "Rama en Sinta" Prachtig geillustreerd door P. v.d. MAADEN Porto f 4, BOEKHANDEL TONG TONG

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 11