De onderstaande annotaties op het ar tikel van Dr. de Graaf, bestaande uit commentaar en aanvullende gegevens, werden geschreven door onze mede werker kolonel KL. O. G. Ward, spe cialist op dit gebied - Red. 1.) Het bleef niet bij een dreiging. Op 5-4-1942 verscheen de aanvalsstrijd- macht van Admiraal Tsjoeitsji Nagoe- mo - bevelhebber van de Japanse vliegkampschepen boven Colombo en brachten tamelijk veel schade aan schepen en installaties te land. Tevens werden 45 duikbommenwerpers ge lanceerd voor een aanval op 2 krui sers van de Britse Eastern Fleet o.l.v. Admiraal James Somerville, de Corn wall en de Dorsetshire, die ontdekt werden door Japanse verkennersvlieg tuigen. Twee uur later lagen ze op de bodem van de zee. Op 9-4-1942 viel Nagoemo de Britse marinebasis Trincomalee aan, aan de andere kant van Ceylon, waarbij 4 oor logsschepen tot zinken werden ge bracht, o.a. het oude en kleine vlieg dekschip Hermes en de Australische torpedojager Vampire. Toen Somerville zich niet tot een ge vecht liet verleiden - hij was qualita- tief en quantitatief de mindere - gaf Nagoemo het op en stoomde met zijn vloot terug naar Japan. 2.) Japanse verliezen in de oorlog te gen Ned. Indië waren: a. gezonken: 3 destroyers en 29 tran sportschepen b. beschadigd: 4 kruisers, 1 mijnen- legger, 1 vliegdekschip en 6 des troyers "bijna geen schip verloren" is dus niet helemaal juist. 3) Waarde van slagschip versus vlieg dekschip. Het gestelde is niet hele maal juist. Ook de Japanse marine leiding heeft wel degelijk de waarde van het vliegdekschip ingezien, maar het was niet te verwonderen dat de oudste Japanse admiraals (die nog tegen de Russische vloot hadden ge vochten), die zitting hadden in het Keizerlijk Algemene Hoofdkwartier meer in slagschepen dachten. Een van de felste voorstanders van vliegdekschepen was de Admiraal Ya- mamoto. Reeds op 13-11-1921 hebben de Japanners hun eerste vliegdekschip, de "Hosjo" te water gelaten - 9 maan den voordat de Britten dit deden. Ont duiken van de bepalingen van de in 1921 gehouden Conferentie van Wash ington, waar de totale tonnage van vliegdekschepen voor diverse landen werd vastgesteld, was ook een teken aan de wand. En toen het verdrag afliep in 1936 had Japan 2 grote vlieg dekschepen op stapel: de Sjokakoe en de Zoeikakoe, ieder van 25.675 ton met een snelheid van 34 knopen en een capaciteit van 72 vliegtuigen elk. Beide schepen gereed in 1941. Toen Japan ten strijde trok had het 6 grote en 3 kleine vliegdekschepen en het had de modernste jachtvliegtuigen ter wereld aan boord. 4.) Yamamoto - "niet langer dan 2 jaar" is niet geheel juist. In 1941 schreef hij in een brief aan premier Konoye: indien ik moet vechten, ongeacht de consequenties, zal ik de eerste 6 maanden tot een jaar er op los slaan, maar ik'heb totaal geen vertrouwen in het 2e en 3e jaar van het gevecht Hij geloofde wel rotsvast in zijn goed geoefende vloot en vooral op het ma ritieme luchtwapen, dat hij koos voor het uitschakelen van de Amerikaanse vloot om het maritieme overwicht in de Stille Oceaan te behalen. De Britse aanval op de Italiaanse vloot met vliegtuigen vanaf vliegdekschepen was voor Yamamoto HET grote voor beeld voor de aanval op Pearl Harbor. 5.) Het plan Midway is niet zo maar plotseling geboren. Het bestond reeds in 1938 in de oorlogsplannen van de Japanse Generale Staf, nl. bij de vraag naar expansie: De verovering van Midway had voor Admiraal Yamamoto duidelijk 2 doel stellingen: a. de beslissende strijd met de Ame rikaanse Pacific vloot (voornaamste reden) b. vooruitgeschoven basis tbv verde re oorlogvoering naar het oosten toe. 6.) Niet alleen de "Doolittle raid" maar zeker ook Admiraal Helsey's aanval op de Marcus eilanden op 3-3-1942 (nog geen 1000 km afstand van Tokio) gaf de doorslag voor de aanval op Mid way. Immers, hierdoor werden in op dracht van Yamamoto de 2 grote vlieg dekschepen Zoejkakoe en de Sjoka koe teruggeroepen om in de thuiswa- teren van Japan de wacht te houden. 7.) Herkomst van de bommenwerpers van Doolittle. Yamamoto en zijn staf wisten dat de B-25 bommenwerpers van Doolittle van vliegdekschepen wa ren gelanceerd en niet van Midway af komstig waren. Op 18 april meldde de visserboot NITTO Maroe 720 mijl ten oosten van Tokio de Taskforce van de Amerikanen. Yamamoto ontving dit bericht om 06.30 uur. Hij en zijn staf waren wel met stomheid geslagen over deze Amerikaanse zet. Daarvandaan stelde hij als prioriteit 1: het vernie tigen van de Amerikaanse vliegdek schepen. 8) Geheime Japanse code. Dit is te simplistisch gesteld. De Japanse strijd krachten en diplomatieke dienst had den diverse codes en de Amerikaanse radio-inlichtingendiensten (leger, ma rine, en gecombineerde staven) waren reeds na het einde van de 1e wereld oorlog bzig met het ontcijferen van diverse versluieringssystemen. Maar hetzelfde kan ook worden gesteld van de Japanse radio-inlichtingendiensten. De gegevens over 't plan Midway kwa men voornamelijk uit de Japanse ma rine code (het z.g. commandanten net), bekend bij de Amerikaanse codespe cialisten onder het nr. JN-25, dat in 1940 gebroken werd. Een weinig bekend feit is dat - on danks dat de code gebroken was, de naam Midway nogmaals versluierd werd door de afkorting AF. Er waren ook andere afkortingen zoals AL, AO en AOB. De cryptologen vermoedden dat AF voor Midway stond. Om dit te bewijzen lieten zij de radiotelegrafisten op Midway een schijntelegram uitzen den, waarin stond dat de zoetwater machine kapot was geraakt en op Midway gebrek was aan zoet water. Toen prompt dit bericht door de Ja panse onderscheppingsdienst werd doorgeseind naar de staf van Yama moto en in hun bericht de afkorting AF werd genoemd, was er geen twijfel meer mogelijk. De Japanse aanval was gericht op Midway en niet op de Ha waii eilanden of de westkust van Ame rika, zoals vele top-militairen dachten. Een zeer belangrijk punt bij de activi teiten van zowel de Japanse- als de Amerikaanse (radio) inlichtingendien sten was het feit dat Midway een com municatiemogelijkheid had via een in ternationale zeekabel met Pearl Har bor; hierdoor leek het voor de Japan ners dat tussen Midway en Hawaii bijna geen gedachtenwisseling per radio aanwezig was. Het leek erop dat op Midway geen informatie aanwezig was van de a.s. aanval. Deze fout in de Japanse beoordeling van de situatie is een niet onbelangrijke bij de totale uitkomst van de slag bij Midway. 9.) "Enige kruisers"De samen stelling van de Amerikaanse vloot was als volgt: a. Task Force 16: Hornet en Enterpri- ce - 6 kruisers - 9 destroyers b. Task Force 17: Yorktown - 2 krui sers - 5 destroyers Totaal 3 vliegdekschepen - 8 krui sers - 14 destroyers. 10.) "een groot aantal landvliegtui- genTot en met de 26e mei be stond de luchtverdediging van Midway uit 16 antieke Vindicator duikbommen werpers en 21 even antieke Brewster Buffalo jagers (dezelfde type had de ML/KNIL). Er bij kwamen 18 nieuwe duikbommen werpers type SBD en 7 nieuwe jagers type F4F, maar van de 21 nieuwe vlie gers hadden 17 pas de vliegschool doorlopen. Deze groep kwam op 26-5- 42 per schip aan. Op 29-5-42 kwamen 4 B-26 lichte bom menwerpers de gelederen versterken. Tevens kwamen 34 PBY watervliegtui gen aan voor verkenningsdoeleinden. Op de 31e kwamen 17 B-17 bommen werpers aan. Vliegers niet geoefend. Op 1-6-42 kwamen ook nog 6 torpedo bommenwerpers, die te laat uit Ameri ka arriveerden voor de Hornet. Geen der vliegers had oorlogservaring. Hier was dus aanwezig een allegaartje van soorten vliegtuigen, komende van zowel de Marine als de Landmacht, zonder ooit met elkaar te hebben ge oefend, terwijl het merendeel van de vliegers geen oorlogservaring had. Het laat zich raden wat de resultaten wa ren. Nihil, zoals later in het verhaal is gebleken. (Slot volgt) 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 13