De bemanning van een Glenn-Martin bijeen in het vizier te krijgen en niet lang daarna waren we ook deze kwijt. Ho rizontaal vliegend verloor ik veel snel heid op één motor, waardoor het mij niet moeilijk viel de jagers te ontwij ken door scherpe korte bochten te draaien, daar hun relatieve snelheid veel te hoog was t.a.v. mijn ong 150- 180 km/uur. Zo heb ik op zeer lage hoogte een tijd doorgevlogen - nu eens rechts, dan weer links uitwijkend gedraaid. Toen kreeg ik een idee en ik waarschuwde mijn bommenrichter zich klaar te houden. Op 50 m. hoogte trok ik mijn kist op naar rechts - direct daarop gooide ik hem om naar links en weer naar beneden en daar had ik de 3e vlak voor mij. De Jap zag ik omkijken - de boomtoppen raken - en tegelijk zie ik de inslagen van onze kogels over de romp van de jager gaan. Ik weet nog dat hij zijn vliegtuig in een bocht optrok naar links- maar we hebben hem daarna niet meer ge zien, want juist deed nr. 4 een aanval van voren en mijn neiging hem te rammen, wist ik op tijd te onderdruk ken door het besef dat ik voor de andere bemanningsleden had te zor gen. Ik zag dat mijn rechtermotor het niet lang meer zou uithouden - er was geen power meer - cyl. temp was 300 en hij begon te bonken. Ik passeerde een klein ladangveldje van 100 meter lengte en verder was alles bos en rivier. Dus koos ik dit veldje. Ik trok mijn gas dicht - de vijand schoot op ons - gaf gas bij - wist hem te ont wijken - ben toen geland vanuit een scherpe bocht en stond vanwege de stronken en het ruwe terrein binnen 50 meter stil. Tijdens de landing gaf de Japanse jager ons nog een vuur stoot in de staart, gelukkig zonder iemand te raken. Nog éénmaal kwam hij overvliegen - groette ons - en ver dween. Ik kon niets anders doen dan hem de groet te beantwoorden, hoe wel ik op het punt stond achter de oor een bespreking. achter mitrailleur te springen!" - Aldus het verslag van sgt. Bakker. Op 26-2-1942 eindigen de operaties boven Zuid-Sumatra, want toen zijn de grote invasievloten bestemd voor Java verkend en gelokaliseerd. De eindfase staat voor de deur. Velen waren betrokken bij de lucht- operaties boven Sumatra. Helaas zijn de rapporten onvolledig, er worden weinig namen genoemd, data zijn weg gelaten, de te bombarderen doelen worden vagelijk aangeduid. Maar zon der twijfel kan hulde worden gebracht aan allen die hieraan hebben meege daan. En geen betere hulde kan wor den gegeven dan via de z.g. "Order Kolonel", die als volgt luidt: Order Kolonel Door de toekenning door H.M. de Koningin aan de Militaire Luchtvaart van een vaandel met de Militaire Wil lemsorde is op afdoende en blijvende wijze de verdienste van ons wapen vastgelegd. Niettemin deel ik U mede dat mij door de Japanse Militaire autoriteiten tij dens 'n bijeenkomst waarop ik ambts halve was ontboden, hunne achting werd betuigd voor de dappere wijze waarop onze luchtstrijdkrachten heb ben gestreden. De onversaagde aanvallen onzer bom menwerpers op Palembang deden hen de vraag stellen, waarom of wij deze niet door jachtvliegtuigen deden bege leiden; voorts of onze bemanningen een geldelijke beloning genoten voor de uitvoering van deze opdrachten. Gij mannen, die ook onder deze moei lijkste omstandigheden Uw harden plicht goed hebt vervuld, weet dit beter. Houdt allen het hart hoog. C.M.L. w.g. KENGEN. N.B.: Deze verklaring werd verspreid in de Japanse gevangenkampen I O. G. WARD (wordt vervolgd) Martin vanaf Kalidjati. Hij was eerste bestuurder, en zijn crew bestond uit de Sld. Mahamid (luchtschutter), de brig. H. Kalf (bommenrichter) en de brig. G. J. J. Brouwer (radiotelegrafist). We laten Bakker aan het woord: "Op 17-2-42 ben ik met mijn crew om 06.15 uur in patrouilleverband opge stegen maar al spoedig werd de patr. door het zware weer gescheiden. Bij Palembang aangekomen op een hoog te van 4500 meter om 08.45 uur heb ik samen met de bommenrichter de bommen gericht en afgeworpen op de startbaan - drie bommen van de zeven a 100 kg. kwamen op de baan en de vier andere vlak naast de baan temidden van 5 twee-motorige vlieg tuigen. Bij het waarnemen van de laatste bom word ik opgeschrikt door het lawaai van de achtermitrailleur. Achterom kijkend ontdekte ik 4 jagers, waarvan er 2 van boven een aanval deden. Met de gedachte: "Als ik er toch aan moet, zal je het weten" zette ik de kist op zijn neus om zo vlug mogelijk beneden te zijn, daar ik mij vlak boven de bomen van onderen gedekt wist. De vijand valt graag van onderen aan en mijn enige hoop lag in een cirkelgevecht. Mijn linkermotor moest ik afzetten vanwege een lek- geschoten olietank. Op ongeveer 2000 meter hoogte met een snelheid van pakweg 500 km. zag ik hoe één der jagers mij inhaalde. Ik waarschuwde Brouwer met de mitrailleur klaar te staan naar de rechterkant - daarna trok ik het vliegtuig op met aillerons geheel naar rechts en het voetenstuur met alle kracht naar rechts getrapt. Door deze bewegingen kwam ik op mijn kant naast en boven de vijandelij ke jager terecht, waardoor Brouwer hem de volle lading wist te geven en wij onze eerste aanvaller met 'n rook zuil achter zich, naar beneden zagen duiken. Boven de boomtoppen aange komen gelukte het Brouwer om nr. 2 De crew van een Glenn Martin bommen werper gereed voor een actie. 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 22