JEUGDJAREN IK en BENTIET (XII) BOEKEN bij Tong Tong Interessant en leerzaam: IK HERINNER ME het Bandjlrkanaal in Semarang- West, aan de oevers waarvan ik een groot gedeelte van mijn jeugd heb gesleten. Een solide stalen brug over het kanaal vormde de grens tussen de straten Boeloe en Karangbalong. In de regentijd deed het kanaal zijn naam eer aan. Dan groeide het anders zo vredig stromende water aan tot een woeste, diep-bruine, kolkende massa, die zich in ijlende vaart naar de kust spoedde. Een imposant, maar ook be angstigend gezicht was dat. Van alles kwam er meegesleurd: kisten, vaten, houtblokken, dierenlijken en zelfs hele pisangbomen. En dat alles beukte te gen de brugpijlers aan, waardoor de brug zelf begon te trillen. Het gebeur de niet zelden, dat het waterpeil steeg tot ongeveer 11/2 meter onder het brug dek en dan werd alle verkeer over de brug verboden. Kritieke momenten waren dat. Over de verderop gelegen spoorbrug, die op een aantal zware betonnen zuilen steunde, reed het treinverkeer bijna stapvoets. De lager gelegen kampongs en sawahs aan weerszijden van het kanaal werden be schermd door een hoge en brede dijk. Toch gebeurde het wèl, dat het water daarover heen spoelde, waardoor vooral kampong Karangbalong over stroomd geraakte, met alle ellende van dien. In het droge seizoen bood het kanaal en omgeving een heel andere aanblik. De binnendijkse stroken land waren dan droog gevallen en werden ge bruikt als sportterrein voor de katjongs en, tegen de avond, als wandelterrein voor de nontonners. Aan de oevers van het kanaal werd dan druk gevist en gehengeld, ofwel gebaad en ge zwommen. Ook ik heb er dikwijls een "frisse" duik genomen in het smerige water. Hengelen deed ik bij voorkeur bij de plek, waar het Boeloe-riool in het kanaal uitmondde, want daar ving je de meeste (stront) visjes! Gewandeld heb ik er ook vaak, de hele dijk af tot aan de zee en de vis- kwekerijen met de talrijke glodoks, waarop het heerlijk jagen was met katapult of windbuks. Ofwel zwierf ik Aan de andere kant van de Boeloe- brug leidde een weg naar het oude vliegveld Simongan. Als je die een IV2 km volgde kwam je bij de sluizen van het Bandjirkanaal. Tussen de twee sluizen in stroomde het water over een breed oppervlak over een beton nen glooiing naar beneden, volgde dan een recht stuk van enkele meters, alvorens weer in het kanaal te plon zen. Die helling was uiteraard zwaar bemost en spiegelglad. Wie kon zich een idealere glijbaan voor de jeugd voorstellen! Heel wat middagen heb ben we er zoet gebracht, in ons bloot je naar beneden glijdend en dan trach tend over die gladheid weer naar bo ven te klauteren. Dat ging niet gemak kelijk en een grotere lol was niet denkbaar, dan wanneer een ander met een smak uitgleed en weer naar be neden werd gevloerd. Op een middag waren mijn broertje Frans en ik weer naar de glijbaan ge wandeld, vergezeld van onze vriend Ernst Rauch. Ernst was een potige knul, wat ouder dan wij en in zijn na bijheid voelden we ons steeds goed beschermd tegen de vechtlust van sommige groepen katjongs. We ston den daar dan nabij één der sluizen bovenop de glooiing, waar deze steil naar beneden onder water verdween. Waarom weet ik nog niet, maar par does sprong ik daar het diepe water in om wat te gaan zwemmen, hoewel ik wist dat dat gevaarlijk was. Nauwe lijks was ik dan ook in het water of ik voelde me onweerstaanbaar naar be neden gezogen worden. Het lukte me een keer of twee om spartelend met m'n kop boven water te komen, maar tegen die zuigkracht was ik niet opge wassen. Ik moest het opgeven en ja, hoor, daar kwamen de visioenen al, de gezichten van mijn geliefde verwan ten. "Dag Vadertje, dag Moeder, dag nicht Amalia'k Kan niet meer blij ven drijvenIk ga naar het Wal halla En nét was ik bij het Walhalla geko men, toen ik me fors in de oksels ge- grepen voelde en naar boven werd getrokken. Daar werd ik op de glooi ing getild en kon het overtollig inge slikte water weer uitkotsen. Sterke Ernst had mijn moeilijkheden gezien en was me nagesprongen. Ik heb die middag verder geen glijbaantje meer gespeeld EDWIN KAA Magnetiseurs somnambules en gebedsgenezers, Dr. W. H. C. TenHaeff 16,90 Verborgen krachten der edel stenen, M. Uyldert 14,90 Plantenzielen, M. Uyldert 32,50 Lekker eten en toch afslanken, Lisa Mar f 5,90 Lekker voor later, inmaken, bot telen, conserveren 14,90 De sluizen van het Bandjirkanaal, met op de achtergrond de stad Semarang. met vriendjes de sawahs op, jagend op glatiks, perkoetoets of slangen. Nog kan ik over die zalige tijd dromen 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 28