BOEKBESPREKING JO. Naschrift H. van Brakel, ing. B.O.W. In Amsterdam bestaat de Stichting Vrienden van het Amsterdams Literair Café de Engelbewaarder. Zij geeft o.a. een kwartaalschrift uit. Het derde nummer van dit tijdschrift bevat een volledige reproductie van nog weer een novelle van "Paatje Daum" onder de hierboven vermelde titel. De tekst is verzorgd door Rob Nieuwenhuys en Thijs Wierema. Dit is dus de twee de druk van een boek, dat omstreeks 90 jaar geleden voor het eerst als feuilleton van het Bataviaasch Nieuws blad - de krant die Daum in 1885 op richtte - verscheen en een paar jaar later in boekvorm werd gepubliceerd. Rob Nieuwenhuys leidt deze uitgave in met korte biografische notities en een schets van de betekenis van Daum, die opvallendste onder de In dische journalisten in de laatste jaren van de vorige eeuw. Daum schreef zijn feuilletons niet vanuit een brandende inspiratie, maar eenvoudig omdat hij daarin een attractie voor "zijn" krant "VANONDER DE KOPEREN PLOERT" Na een verblijf van ruim 19 jaar op vele plaatsen in Indonesië, voor en tijdens de oorlog, bracht ik 5 jaar ge leden een kort bezoek aan Java. In donesië was inmiddels een oosters land geworden, maar ik trof het aan zoals ik mij had voorgesteld. Over het Indonesië van vroeger en nu, dat mij zo zeer aan het hart ligt, heb ik in de afgelopen 30 jaar heel wat gelezen. Onlangs ontmoette ik oude kennissen, pas terug van een bezoek aan Java en Zuid-Celebes. Zij spraken niet al leen over de bekende hitte. Het ver wonderde mij, dat zij nogal zwaar tilden aan het algemene gebrek aan comfort, de armetierige verwaarloos de hotelkamers (de luxe toeristenho tels buiten beschouwing gelaten), bru tale betjakvoerders/c.q. chauffeurs, opdringerige verkopers, slechte ser vice van de nutsbedrijven en gebrek aan regelmaat in het openbaar ver voer. Het klonk me niet leuk in de oren. Dezer dagen kreeg ik een boek in handen, dat ik achter elkaar verslond: VANONDER DE KOPEREN PLOERT van Hans Vervoort (uitgave Thomas Rap A'dam). Het is een reisverslag van 31/2 maand van een jong echtpaar met twee kleuters en een vriend naar Java en Bali, begin 1975, dus recent. Opmerkelijk vond ik, dat zijn kritiek veel overeenkomst vertoonde met het bovenstaande. Hans Vervoort komt bij mij over als een links georiënteerde, cynische angry young man. Hij schrijft vlot en duidelijk over hetgeen hij waar- zag. Hij deed dit uit de losse hand, schreef die dagelijkse rubriek meestal op de dag dat de krant verscheen (vandaar, dat hij zich wel eens her haalde en niet steeds de draad van het verhaal vasthield) en zou zeker verbaasd zijn geweest wanneer hij had vernomen dat hij thans tot de In dische literatuur behoort en zijn feuil letons in boekvorm nieuwe uitgaven beleven. Eerst langzaam is zijn be tekenis als de beste chroniqueur van het Indische leven vlak voor de eeuw wisseling tot ons doorgedrongen, al mag men aannemen dat de toenmalige lezers van het Nieuwsblad hem in hun tijd eveneens hogelijk hebben gewaar deerd. Naast de heruitgaven van verscheide ne van Daum's meer bekende pro ducten ligt dus thans, dank zij de activiteiten van de Vrienden van de Engelbewaarder een vrij onbekende Daum voor ons en opnieuw mag wor den vastgesteld wel een voortreffelijk verteller en scherp opmerker Daum is geweest. Het is de geschiedenis van een B.O.W. Ingenieur "ergens" op Ja va, van aanleg een fatsoenlijk, maar zwak man, gehecht aan het goede leven en de kaarttafel die langzamer hand in financiële moeilijkheden en vandaar in allerlei verderfelijke avon- neemt, maar een diepploeger lijkt hij mij niet. Ik zou het op prijs gesteld hebben, als hij dieper ingegaan was op het hoe en waarom van zijn waar nemingen. Hij noemt zichzelf progres sief en staat klaar om het etiket "rechts-reactionair" te plakken op dingen uit het verleden, die hem niet aanstaan en noemt "koloniaal" onge veer alles wat Nederlanders verricht hebben in de dagen van weleer. Dat is dan de overtreffende trap van rechts-reactionair! Hij vindt Indonesië bloedheet (vandaar de titel). Waar hij komt heeft hij vaak terecht kritiek op vele dingen. Een prettige uitzondering vormt Malang. Malang noemt hij een lief provinciestadje (blz. 155). Hij is erg selectief in zijn appreciatie. Een Balinese priester is gekleed in een witte robe (blz. 127); een Hollandse pastoor draagt een witte jurk (blz. 157). VANONDER DE KOPEREN PLOERT is een interessant, vrijmoedig, maar geen opwekkend boek. Toch geloof ik, dat het goed zou zijn, wanneer mensen die Indië van vroeger kennen er kennis van nemen. Misschien zul len zij met mij moeten erkennen, dat Indonesië in de laatste paar jaar via stroomversnellingen in een moderne maalstroom is geraakt. En bandjirs sleuren grote stukken van het oude Indië mee, om het te dumpen in de diepe zee van de vergetelheid. "Van onder de koperen ploert", H. Vervoort UITSLUITEND op bestelling leverbaar, 19,50, porto 2,75. turen verzeild raakt. Na de crisis in zijn leven, die ontstaat als zijn vrouw - die ook een gat in haar hand heeft - ontdekt dat zijn behoefte aan geld hem in een weerzinwekkende amou reuze relatie heeft gestort, krijgt hij nog eenmaal de kans, maar verpest ook die. Opgang en ondergang van een ove rigens doodgewoon man en goed amb tenaar. Geen diepgrijpende psycholo gische problemen, maar een simpel verhaal van iemand, die zich niet staande kon houden. Ja, zo moet het gegaan zijn met van Brakel, zijn vrouw Lucie en hun omgeving, zegt men na lezing van deze her-uitgave van een mij tot dusver onbekende Daum. JHR. Bovendien is dit boek nu eens laag geprijsd, dank zij de uiterste zuinig heid bij deze toch welverzorgde her uitgave betracht. De prijs bedraagt slechts f 6,plus 2,75 porto. De boekhandel Tong-Tong heeft maar een beperkt aantal exemplaren, dus haast U! "Der Mensch is, was er isst". Als we volgens dit Duitse spreekwoord het karakter, de aard van de mens kun nen opmaken uit wat (en hoe) hij con sumeert, dan mogen we geloof ik het consumeren ook tot andere zintuigen dan zijn smaak, doortrekken. De mens geeft zichzelf bloot door datgene wat hij waarneemt, waarover hij een oor deel velt. Uit wat en hoe hij iets be- critiseert en beschrijft daarmee geeft hij zichzelf weg. Waar of niet waar? Iemand die van dieren houdt, zal een hanen- of stierengevecht heel anders beschrijven dan iemand die een op sensatiebeluste, oppervlakkige aard bezit. Iemand die van de oetan houdt, zal zich opgelaten voelen in de bol lenvelden en hij die zich alleen prettig voelt aan een smetteloos gedekte ta fel met goede bediening, daar moet je geen opgetogen verhaal van ver wachten als je hem op z'n hurken kopi toebroek laat drinken bij de koffieboer of nasi rawon laat eten op de pasar in Kediri. Tot zover is er niets aan de hand. Maar wat gebeurt er als ervaringen te boek worden gesteld. Wie schrijft waarover? Om deze reden is ELKE reisbeschrijving pas goed en prachtig als die door de lezer persoonlijk op waarheid is getoetst. Misschien zou het - in afwijking tot wat JO over het boek van Vervoort aanmerkt - goed zijn om Indonesië eerst zelf te zien of opnieuw te zien - en dan pas dit boek (elk boek over Indonesië) te beoordelen. Per slot van rekening: een ieder ziet de dingen met zijn eigen ogen. Een simpele eigen mening is beter dan knap napraten. LD. (lees verder pagina 31, onderaan) 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 28