Dank, Tong Tong Medewerkers Tong Tong is altijd een blad geweest, dat niet alleen vóór maar ook dóór zijn lezers werd geschreven. Mis schien is dit wel de enige kenmerken de eigenschap die in deze 20 jaar van zijn bestaan zich heeft weten te hand haven. In een der eerste nummers van Tong Tong stelde Tjalie in de kop dat het blad stond "onder redactie van Tjalie Robinson en alle abonnee's als actie ve medewerkers". De tijden verande ren, Tjalie en vele anderen zijn ons ontvallen maar nog altijd wordt Tong Tong geschreven door zijn lezers. Ook wie met minder hooggestemde idealen dan Tjalie door het leven gaat, zal moeten toegeven dat zijn formule heeft gewerkt en dat nog doet. Juist daardoor is Tong Tong zo'n authentiek, boeiend en "levend" tijdschrift ge worden en gebleven. Het geeft in zijn totaliteit een overzicht van het leven in Indië zoals het geweest is in de laatste decennia van zijn bestaan als kolonie van Nederland en heeft als zodanig ook historische en sociaal- psychologische betekenis. Onder de schrijvende lezers, "doodge wone mensen" waren en zijn nochtans ook die ruimer bekendheid genieten dan onze meestal anonieme of zich achter een pseudoniem verbergende medewerkers. Neem, als U die nog in Uw bezit hebt, bijvoorbeeld de "Kerst surprise" van Tong Tong die eind 1958 verscheen, nog eens ter hand. Men vindt in 64 pagina's bijdragen van Maria Dermoüt, Han Friedericy, E. Bre ton de Nijs (Rob Nieuwenhuys), Leo Vroman, Willem Brandt, "Ouwe Jan" en zijn zoon Johan Fabricius, W. A. Brasem, Fred Belloni, Dolf Verspoor, G. L. Tichelman en hiermede is de lijst nog niet compleet. Sedert zijn ver scheidene illustere namen uit het le vensdagboek geschrapt, maar zij zijn vervangen door weer andere, die wij met vreugde in ons midden ontvangen, onze Indonesische medewerkers niet te vergeten. Wij zijn hen allen erken telijk. Zij hebben meegeholpen een traditie te vestigen. Tong Tong is geworden wat Tjalie wenste: "Het enige Indische blad ter wereld". JHR. Tot besluit drukken wij hierbij opnieuw af twee gedichten van een onzer trouwste vrienden, Willem Brandt, die verschenen in Tong Tong van 30 sep tember 1958. AQUARELLEN - De buffel, het zwartglanzend silhouet, spiegelt zijn beeld reeds in de natte voren; de naakte tors van wie kracht aanzet gloeit bronzend in het morgenlicht; de koren der vogels hebben hun nerveus discours al vroeg hervat en in de dessa branden de vuren nog over de heuvelranden penseelt de zon een karmozijnen floers. Het water wiegelt zich veelkleurig waar de witte beken naar de oevers zwellen; de sawahs zijn fragiele aquarellen, de groene aarde trilt als aan een haar. Landlieden, licht over de paden verend, zeggen hun simpele groet; waarheen? Naar daar. Geluk dan in de morgen, gaand en kerend. Hier bloeit de Morning-glory duizend jaar. WILLEM BRANDT Elke cent die U kunt missen ls ONMISBAAR voor vele arme adiks in Indonesië Bruine Bus, voor bruine mensen Alle beetjes helpen! giro 6685 Char. Fondsen Tjalie Robinson BLIJ MET TONG TONG De Indo-gemeenschap (als ik het zo noemen mag) weet niet hoe gelukkig het zich mag prijzen met zo'n blad als Tong-Tong, dat hen zo'n onschatbaar waardevolle lectuur levert, als geen enkel blad in Nederland en ook niet in het buitenland hen kan geven. Bo vendien niet te vergeten adviezen, tips, hereniging van familie en vrien den mogelijk maakt, die elkaar in geen jaren meer gezien hebben. Ik heb in Penang, waar we vanaf 1973 woonden, echt de activiteiten van de Eurasian community meegemaakt en gade geslagen, maar dat stelt niets voor. Er zijn op dat kleine eiland al leen al 2 Eurasian societies i.p.v. al leen maar één. Wat zouden ze blij zijn met zo'n blad als Tong-Tong A. Blomberg-Peelen New Zealand DE REPATRIANT Aeolusharpen van de tropennacht verborgen in de lalang en de palmen, het zoete ruisen van de padihalmen, sonore fluittoon uit de bamboeschacht Onder de stilte van dit winterland, mijn vaderland? blijf ik Uw stemmen horen, in 't calvinistisch galmen van de toren beklaagt mijn hart het overzeese strand. Gevangen achter de bevroren ruit, tussen behang en kolenkist verbannen, droom ik de Indonesische savannen en 'k hoor de soeleng die zijn liedje fluit over de vlakten, tot over de kam der tomeloos gevormde bergmassieven, De melkboer komt. De krant. Alweer geen brieven Allah vergeve mij en Amsterdam. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 4