JEUGDJAREN
Snoepen van tie Straat
mmm
VAMU NEDERLAND
CXVI)
Mijn moeder had daar wel een typische opvatting over. Dat wil zeggen; toen wij
nog in Sawah-Loento woonden, mochten wij nooit snoepen van de straat. Dat
vond mijn moeder vies. Maar later - in Solo - werd er geregeld "gedjadjand".
Wij vonden het natuurlijk heel erg. Ga
maar na; ze kwamen langs ons huis
met grote pengarons tapé ketan item,
zwemmend in de badek; heerlijke tjen-
dol (dawet), de tébak-verkoper met
zijn draagstel. Aan de ene kant van
de pikoelan lag de berg "rijstslange-
tjes", beschermd door een stukje
klamboe, aan de andere kant stonden
de stopflessen met rozenstroop en
het blok ijs op het schaafbankje. En
al dat lekkers ging aan onze monden
voorbij, omdat mijn moeder snoepen
van de straat vies vond.
Maar eens kon ze er niet onderuit.
We hadden bezoek; goede vrinden
van mijn ouders met hun kinderen.
Wij speelden in de tuin en daar pas
seerde op straat de tébak-verkoper.
Prompt wilden onze vriendjes snoe
pen en papa riep de man het erf op.
Wat hebben wij die kans uitgebuit!
We woonden toen al in het nieuwe
huis op Waringin. Achter ons woonde
de familie Stuffken. Meneer was mijn
ingenieur in kort verband, want feite
lijk behoefde hij niet te werken, om
dat hij van rijke familie was. Het
schijnt, dat ze later veel geld verloren
hebben en hij toen ergens in Zeeland
nog leraar geweest is aan de H.B.S.
Rudi was mijn speelmakker; wij lagen
wel eens in de clinch, maar meestal
boterde het goed tussen ons.
Op een dag konden wij beiden onze
snoeplust niet weerstaan. Zakgeld
hadden wij niet. Wel gaf mijn moeder
ons geld voor een mooi rapport, maar
die centjes moesten meteen de spaar
pot in. Die dag hebben Rudi en ik
doodgemoedereerd onder een boom
op straat gezeten om te rombengen.
En wat rombengden wij? Uitgestald
op een kartonnen deksel, een oude
griffeldoos van japans fabrikaat en
een hele mooie schelp. Iedere voor
bijganger riepen wij aan totdat er wa
rempel een boejoeng (katjong) bereid
was ons twee en een halve cent te
geven voor onze koopwaar. Zielsge
lukkig hebben wij ons eigen verdiend
geld meteen omgezet in een portie
tapé ketan item, dat we samen uit één
glas dronken.
Mijn moeder vond het gelukkig wel
goed, dat we oleh-oleh aten, die onze
bedienden meebrachten, als ze naar
de kampong waren geweest. Dan ge
noten we van de lemang (ketan in
boemboengs gerookt) de goelamai,
tjoetjoer en kareh-kareh, zo heerlijk
croquant.
Lemang met echte rendang! Ze kocht
ook wel van een andeh (koopvrouw)
de sumatraanse bebotok. Dat gerecht
bestond uit een klein stukje ikan tété,
waaromheen diverse bladeren gewik
keld waren; het "dekblad" was het
blad van de eetbare keladi (tales).
En die pakjes lagen in een pittige
koenirsaus. "Andeh bebotok" had aan
ons goede klanten. Maar mijn moeder
liet het gerecht wel eerst nog even
opkoken.
Later in Solo - ik zei het al - mochten
we wel snoepen van de straat.
Mijn vader gaf zelf het goede voor
beeld. Hij was toen al gepensioneerd.
Elke ochtend maakte hij zijn wande
ling tussen half vijf en half zes. Om
een uur of zes kwam dan de nasi-
goerih- of petjel-verkoopster. Voor 2V2
cent kreeg je drie pintjoeks nasi petjel
(met daon kenikir en vaak ook kern-
bang toerie), of voor vijf cent een
flinke portie nasih goerih met een
stukje kip en een half ei. Alles ge
kookt op een houtvuurtje, dat aan de
gerechten nog een speciaal aroma
gaf.
In de loop van de morgen passeerde
de rambah-toepat; de stukjes ketoepat
met heerlijke widjensaus. Wat later
op de dag kwam "mboh Klénoh" langs
met de lotis en roedjak legi. Van ver
hoorde je al haar roep: Tis-lotis-roe-
djak legiiiiiilangzaam wegster
vend
De roedjak legi zwom in een ietwat
roestige blauw emaille pan; fijnge
stampte jonge kedondong, marigga,
pisang kloetoek, stukjes ketimoen. Ze
droeg haar koopwaar in een tampah
op het hoofd. Haar lotis en roedjak
legi waren beroemd. Opzij op de
onderkaak had ze een kolossale, vette
wrat. Maar dat mocht niet deren.
Daar was ook nog de mboh met de
grote tenong met allerlei heerlijke
koekjes: mendoet, nogosari, pipis de-
gan, pipis abang, klepon en de aan
bitings geregen geconfijte tjerme's.
En dan 's avonds, zo tussen zes en
acht. Dan kwamen de saté kambing
verkoper met zijn lekkere saté boen-
tol of de verkoopster met de zoete
saté van limpo, oesoes en paroe
(boemboe ketoembar djinten). De
chinees met zijn loempia mentah of
goreng. En ieder had zo zijn eigen
roep en stijl. Solo was een waar do
rado voor de gastronomen. Je hoefde
echt niet naar een restaurant te gaan;
alles kwam wel langs. Die loempia
mentah en saté kambing boentel ben
ik nergens anders tegengekomen dan
in Solo.
Zo verkochten ze in Solo ook bébék a-
sep uit Bojolali. Die geplette, gerookte
eenden hingen als stijve stukjes leer
aan een klein juk. Ze waren heerlijk!
Ik heb eens een paar van die ge
rookte eenden meegebracht voor vrin
den in Surabaja. In vetvrij papier ver
pakt lagen ze op de achterbank van
onze auto. Helaas bleek dat papier
niet helemaal waterdicht te zijn; de
eenden dropen van het vet. Een grote
vlek, inclusief het luchtje werden een
blijvende herinnering aan deze vrien
dendienst.
Wat jammer toch, dat er hier in Hol
land geen karretjes rijden met bami
godok of goreng, of met soto en saté.
Ik zou wel willen, dat iemand het ini
tiatief daartoe nam.
Men zegt, dat Indische mensen altijd
maar over eten praten. Ik heb het in
dit stukje wel heel erg waar gemaakt.
Vergeef mij enEET ZE I
JENNY HEETKAMP-SENSTIUS
Sambal Gewoon: Extra pedis Heet; kedelé; ebi; taotjo; roedjak
petis; kemiri; djeroek. Zonder inmaak, chemicaliën dus
koud bewaren I Speciaal zout arme, natrium arme sambal.
Kroepoek Oedang (lang en kort model) kedelé; tomaat; vis (kabel-
jauw); curry. Speciaal kedelé zout (natrium) arm. Kip 2,50
de andere soorten Kroepoek 2,35.
Baby pangang saus
Saté-gado gado saus super kwaliteit. (Grondstoffen van Calve)
Nassi goreng boemboe.
Ketjap Zoet; Gewoon; Zout. Speciaal zout (natrium) arm.
Nieuw Chilly saus.
Wateringen Holland Telefoon 01742-32 80
11