FUIF IN SAWAHLOENTO Zo fuifden 40 jaar geleden employé's van de Oembilinmijnen in Sawahloento. Bal-costumé in de sociëteit "Glück Auf". Onvergetelijke sweet memories voor velen. Waar zijn ze gebleven al die mensen die toen op die avond met elkaar verantwoordelijk waren voor die uitbundige, zorgeloze vrolijkheid? Het maken van groepsfoto's wordt tegenwoordig niet meer gedaan, het duidt toch wel op het minder verbonden zijn van mensen onder elkaar. We fuiven niet meer, we "bouwen een feestje" zoals dat heet en na het feest neemt iedereen z'n steentje weer mee. We ontmoetten elkaar nauwelijks meer, zelfs niet meer op een foto, zoals hier. Selamat Tahun Baru goede vrienden uit Sawahloento, waar jullie nu ook zijn, op de herinnering en de vriendschap, na 40 jaar I (foto: M. A. Freeth) ilium««mini bij neergelegd dat sommigen van ons nu eenmaal dit hebben. Bij de één is het letterlijk te zien, bij de ander is er alleen een vlek waar te nemen en zit het oog achter de schedel. Er zijn ook mensen, die een bepaald vermo gen hebben in hun handen, of mensen die ver in de toekomst dingen kunnen zien gebeuren, die nog lang niet in werkelijkheid aan de orde zijn." Vertwijfeld keek ik hem aan: "maar hoe lang zullen we dit moeten dra gen? Hoe lang heb jij dit al? Ik weet niet hoe het met jou gesteld is, maar ik zie afschuwelijke dingen, dingen die me in de ogen van anderen vreemd doen reageren. Ik geloof niet dat ik hiermee verder kan leven, ik zou vol achterdocht en vrees onderzoeken of misschien mijn kinderen iets hiervan vertonen, of ze een zekere aanleg hebben om ditzelfde verschijnsel in zich te dragen. Wat moet ik doen om dit tegen te houden?" Bijna verzoenend klonk zijn stem: "het is helemaal niet zo dat dat een van zelfsprekende zaak is. Dit is een zeld zaamheid, geen erfenis die automa tisch wordt overgedragen. Natuurlijk kan u hiermee leren leven, u moet u gewoon anders instellen. Ik zal u hel pen. Wij hebben, eigenlijk door een toeval, een groepje gevormd. We kun nen deze eigenschap niet doen ver dwijnen, maar we kunnen elkaar steu nen en in ieder geval kunnen we luis teren naar elkaar en als je in nood zit, dan is dat al heel wat. Als u mij uw adres en telefoonnummer geeft, dan zal ik u een paar nummers geven van onze groep. Als u er voor voelt, dan kunt u bij ons groepje komen, dan zijn we met ons zevenen. We moeten elkaar steunen, want het valt niet mee. Ikzelf heb dit bewust vanaf mijn twaalfde jaar. Het is mogelijk dat ik het daarvoor ook had, maar dat heb ik niet werkelijk beseft. Tien jaar leef ik hier al mee. Ik heb het geluk gehad soortgenoten te mogen ont moeten." Hoe lang we spraken over ons bijzon der bezit weet ik niet meer, maar ze ker is dat ik werkelijk gesterkt op stond na enige tijd. Ik rechtte mijn schouders en liep met verende pas sen terug naar de winkel. Ik keerde me bij de deur om, ik had de klink al in mijn hand, toen plotseling, bijna schertsend Marks stem klonk "Lili- nette wil u zeker niet meer hebben?" Met een ruk draaide ik me om. "Na tuurlijk wil ik haar hebben, ze zal voor mij een teken aan de wand zijn in de meest letterlijke zin! Toen ik weer in de straat liep, het paneeltje onder mijn arm, scheen de zon en in de stadtuintjes die ik pas seerde bloeide gouden regen. Een lijster zong als om dit alles te vervol maken. Een steen was van mij afge wenteld en ik kon me open stellen voor de klanken om mij heen. Ik had medestanders gevonden, ik was niet meer exeptioneel! Ik was gewoon iemand uit een bepaalde groep mensen. De terugkeer tot de anonimiteit was er weer. Met veel geduld zou dit, wat mijn moeder aan mij had overgedragen, kunnen worden tot een zegen voor al degenen die met mij in aanraking zou den komen, maar ik moest het dan wel leren spelen, dit spel van engel bewaarder. Het gras van de borders en de gazons was helder groen, veel groener dan het in tijden was geweest! P. REGENSBURG 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 15