Antiquariaat 3^unótzinnige ï£,ie}kebberij C. P. J. van der Peet De vervaardiging van strijkinstrumenten dateert volgens overleveringen reeds van 5.000 jaar voor Christus. De eer van de uitvinding zou den legendarischen tienkoppigen Koning Ravana van Ceylon toekomen. Twijfelachtigen meenen echter dat Egypte de eerste strijkinstrumenten leverde en weer anderen geven Arabië de oudste rechten. Hoe het ook zij, een feit is het, dat Voor-lndië, Perzië en Arabië reeds vele eeuwen geleden strijkinstrumen ten werden aangetroffen, welke ech ter in den loop der tijden maar zeer weinig veranderingen hebben onder gaan. Zoo wordt de Ravanastron in onge wijzigde vorm heden ten dage als on misbaar attribuut van den aloesmanis verkooper beschouwd. Spinragsuiker te verkoopen zonder dat deze lekkernij terdege is befiedeld, geldt als iets onbestaanbaars. De Dajaksche rebab munt al even zeer uit door eenvoud. Een gewone boomtak, waaraan een uitgeholde klapperdop, welke overspannen is met (Foto: Tanah Air Kita) slangenvel, één, soms twee snaren van fijngedraaide kokosvezels, een door doodgewone "tali doek" krom getrokken tak, nog van de schors voorzien als strijkstok en ziedaar het instrument dat in een Dajaksch orkest bij zang en dans de melodie verzorg de. De Javaansche rebab, die van Per- zisch-Arabischen oorsprong moet zijn, dateert van de tiende eeuw. Deze soms zeer kunstig uit ivoor gesneden instrumenten hebben als klankdoos een grooten, gehalveerden klapper dop, overspannen met geprepareerde babad (buffelpens). Als snaren fungeeren twee geelkope ren draden. Deze rebab is onbetwist baar het leidende instrument in het Javaansche orkest en alle overige speeltuigen richten zich dan ook naar haar. Veel octaven beheerscht de rebab niet en de in mineur gehouden melo die heeft dan ook gewoonlijk weinig variaties. Toch eischt het bespelen van een rebab nog tamelijk veel oe fening, sterker nog, het is zeer de vraag of de groote Jascha Heifetz tegenover een Javaansch rebabspeler niet een zeer treurig figuur zou maken wanneer genoemde groomeester een wedstrijd in het rebabspel zou durven aangaan. Veranderden in het algemeen de Azia tische strijkinstrumenten weinig van vorm, anders was het met die, welke in Europa werden vervaardigd. Door voortdurend experimenteeren bereikte in de tijden van Stradivarius, Guarne- rius, Amati, Maggini en anderen, tus- schen de 16e en 18e eeuw het strijk instrument zijn hoogste punt. Met al onze moderne techniek blijkt het toch maar niet mogelijk heden tendage een viool te fabriceeren die in de schaduw van één der producten, van de hiervoor genoemde vioolbou wers mag staan. Deze namen jammer genoeg hun geheim in het graf mee. Dat er nog menschen gevonden wor den, die er tijd en geld voor over hebben om violen te construeeren, mag prijzenswaardig zijn, doch het wordt een unicum, wanneer iemand, wiens vak een geheel tegenoverge- steldg richting volgde, na zijn pension- neering zich durft te werpen op één der moeilijkste industrieën, welke er bestaan, n.l. den vioolbouw. En nog meer wint dit feit aan betee- kenis wanneer men weet, dat hier voor de vervaardiging van één der edelste instrumenten geen fijn gese lecteerd Europeesch hout; doch het ordinaire hout van den nangka- en poeloeboom gebezigd wordt. De man, die deze hoogst kunstzinnige liefhebberij beoefent, is de heer L. E. Ohl te Malang. Eenige jaren geleden het met alle moderne hulpmiddelen uitgeruste ate lier van een bekend Europeesch viool bouwer bezocht hebbende, steeg mijn verwondering niet weinig, toen ik zag met welke hoogst eenvoudige en toch practische middelen de heer Ohl zijn violen bouwt. Boven-, benedenbladen en zijvakken worden uit dikke planken tot millimeter dikte bewerkt, totdat zij den vereischten vorm hebben. Het hout wordt dan volgens het systeem van den heer Ohl, dat natuurlijk zijn geheim is, geprepareerd en gelakt. Ook de lijm, waarmede de bladen aan de zijvlakken worden bevestigd, is op een bepaalde wijze bereid. Nir de hoofdzaak: de toon. Leo Ohl, de Malangse vioolbouwer met twee van zijn prachtige instrumenten. Om vergelijkingen te maken, had ik eenige bekende Europeesche, goed ingespeelde instrumenten meegeno men. De viool van nangka-hout, het zij tot haar eer gezegd, doorstond, in aan merking genomen haar jeugd, de proef schitterend. Vol en gelijkmatig van toon, dadelijk aansprekend, wanneer de strijkstok de snaren beroert, zelfs in de hoogere regionen, nog goed en zuiver toon gevend, gaat zij verre boven de beste fabrieksviolen uit. Hier is met primi tieve middelen een product van In- dischen bodem geschapen, waarvoor de maker allen lof verdient. J.M.B.G. Uit "Actueel Wereldnieuws Sport in beeld" 9e jaargang (No. 14) April 1932 blz. 4 t/m 6. Jansweg 39 (Hofje van Staats) Haarlem. Telefoon 023-32 02 16 TE KOOP GEVRAAGD: Boeken over Indonesië, zowel oud als nieuw. Op aanvraag zenden wij u gaar ne onze catalogi toe. OVERWINTEREN IN INDONESIË Goedkoper dan in Spanje In de koele bergen bij Solo (Tawang- mangu) 6-pers. compl. inger. bunga lows, per MAAND, incl. hulp baboe f 600,extra bed f 75, C.V. LIBRA - SOLO HORIZONS Jl. Ronggowarsito 67, tel. 3337 Keresidenan Jl. SI. Riyadi 2, tel. 2005 Javaanse Rebab 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 16