BIJ DE VOORPLAAT FLAMBOYANT 5-h ^Qcocl en Gjroei\-, Nooit zal ik die fietstocht naar Perak vergeten, omstreeks juli 1946. Voor de krant waar ik voor werkte had ik een opdracht om om 3 uur aan de haven te zijn, een of ander schip dat aankwam, nieuws, interviews. Natuurlijk was de enige auto waarover we beschikten bezet. Ik probeerde een lift te krijgen, maar dat ging moeilijk, niemand ging richting Perak, je had er bovendien een speciale pas voor nodig. Dus pakte ik mijn fiets. Men riep me nog na dat ik niet goed snik was, maar met koppigheid kom je een eind weg. Als je zo van de afgelopen 12 maanden de balans probeert op te maken, ontdek je wat een grauw jaar we achter de rug hebben. Sta je verbaasd hoe veel zwarts vervaagd is, hoe veel wit alweer vervuild. Alle ups and downs in dit menselijke leven vloeien uiteindelijk in el kaar over. Hoe hoog kunnen we reiken, tot hoe diep kunnen we dalen? Het zwart-wit-grijs van Tong- Tongs voorplaat willen we op dit laatste nummer van het jaar verwisselen voor wat kleurigers, iets roods en groens, de tradi tionele Kerstkleuren. Op de pleintjes, langs het trot toir, liggen en staan ze bij dui zenden, de denneboompjes-te- koop. Gedood met voorbedach te rade en alsof het symbolisch zo moest, ook nog "gekruisigd". Dan ontzield wachtend op de feestelijke versieringen en ver lichting. Neen, niet dat rood en groen. Iets levends, omdat Kerstfeest het feest is van een nieuw Leven, van een voortdu rende Hoop en Belofte, ieder jaar weer. Daarom deze Flamboyant. Ook al bloeit ze in het warmste deel van het jaar in de tropen en komt ze tot u in het koudste van de jaargetijden. Terwijl an dere bomen en planten, snak kend naar water geen bloem kunnen voortbrengen, strekt de Flamboyant haar armen vol bloemen ten hemel. Doet de tijd er toe, als je het mooiste ge schenk van jezelf aan Hem wilt geven? Daarom in deze winter, op deze voorplaat: de Flamboyant. Soerabaja, zwaar gehavend, rommelig, onveilig. Druk militair verkeer, smoor- heet. Op de Westerbuitenweg dende ren de trucks en weaponcarriers ra kelings langs me heen. Wat de uitge stoken hoofden me toeroepen hoor ik al niet meer. Een vrachtwagen die me achterop komt, stopt. Of ik naar Oe- djoeng moet? Perak, nee, sorry. Waar de Westerbuitenweg eindigt, de Perakweg begint, wordt het na de wegversperring ineens stil op de weg, ik kan flink doortrappen. Verlaten, ver nielde Marine huizen, puinhopen, uit gebrande auto's een omgekantelde jeep, wild verwrongen staal en ijzer, beelden waar ik de laatste maanden vertrouwd mee ben geraakt, maar die KERSTNUMMER 1976 - f 3 ONAFH. IND. TIJDSCHR. - 21e JAARG. No. 10 Opgericht en geleid door TJALIE ROBINSON (1911 - 1974) Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong Tong Den Haag - Tel. 070 - 54 55 00/54 55 01 - Post giro 6685 of A.B.N. Den Haag Rek. No. 51.56.15.730. Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong B.V. Directie: L. Ducelle Administratie: Th. M. A. Scheulderman Redactie: J. H. Ritman, L. Ducelle. Eindredactie en opmaak: Ch. J. A. Manders, L. M. Boon. Vaste medewerkers: Dr. H. J. de Graaf, Rogier. Poirrié, Mevr. Marsman, G. H. Bartman. Verschijnt de 1ste en de 15e van iedere maand. Prijs per nummer f 2,35. Abt. Nederl. (en E.E.G.- landen behalve Engeland) kwart, f 11,50; halfj. 23.jaar f 46.Abt. Europa jaar f 46, Buiten Europa: jaar f 54, LUCHTPOST: Abt. (per jaar en per luchtpost): Australië en Nw. Zeeland f 94,Indonesië f 78,Z.-Afrika en Z -Amerika f 78,Canada en Ver. Staten f 66,Maleisië. Singapore en India f 78, Suriname en Antillen 66, ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ VOORUITBETALING VERSCHULDIGD ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN REDENEN GEWEIGERD WORDEN Directie en redactie behouden zich het recht voor om grondige redenen aanvragen voor abonnemen ten te weigeren, of deze te beeindigen. Hierover zal de betrokkene altijd van te voren in kennis worden gesteld. De redactie behoudt zich het recht voor copy te weigeren dan wel te bekorten of te wijzigen met toestemming van de inzender. Over genomen be slissingen zal niet in details worden gecorrespon deerd. Het correspondentie- en betalingsadres voor Ame rika is Mrs. R. Cohen-Top, 13740 Avion Drive, La Mirada, California 90638. me telkens, als ik bewust wil, als een snik in de keel, pijn doen. Ben ik nog in het land waar ik geboren ben? Wanneer wordt alles weer goed? Dan is daar de Perakweg. Een witte weg tot aan de horizon. Net als op de tekening die ik in de 4e klas leer de maken. Twee lijnen die in een stipje samenkomen. "Convergeren, heet dat," hoor ik mijnheer van der Sloot zeggen." Dat noem je conver geren van lijnen. Maar kijk, als je nu de lijnen van de weg laat samenko men in een punt, dan moet je de bo men aan de kant van de weg óók laten convergeren, dan moeten ze óók kleiner worden tot ze in die stip bij de horizon verdwenen zijn. Bij jou blijven ze even groot, dat is fout, zie je wel?" Bomen, ineens zie ik ze, de bomen langs de Perakweg. Flamboyants links en rechts, rechts en links, op regelma tige afstanden, in volle bloei. Een on wezenlijk gezicht, die verlaten, lugu bere Perakweg en dan die rijen bo men, als pages in vuurrode capes, wachtend op de koning die voorbij komt. Eh neen, de koningin komt voor bij, op de fiets, krèt-krèt-krèt. Ze buigt minzaam links en rechts en rolt voorbij, op weg naar de stip aan de horizon. Mijn benen trappen automatisch door, ik wil afstappen, even rusten onder een van de bomen, maar ik kan niet. Ik ben ineens bang. Er is hier niets dan de tekenen van geweld, vernie ling. Er kunnen ergens nog wel sni pers zitten, ze kunnen me zomaar doodschieten, ontvoeren, mijn kop er af hakken en niemand zal het merken. Het is zo warm dat ik de druppels langs mijn benen voel, het bloed in mijn wangen is op kookpunt, als ik afstap zal het nog erger zijn. Inder daad, ik ben niet goed snik. Waarom deed ik het? Branie, plichtsgevoel, de pé in omdat de heren de auto moes ten hebben voor een veel minder lan ge afstand. Of confrontatie met angst en moeheid? Flamboyants, flamboy ants, flamboyants. Daar zijn de gi gantische pakhuizen al. Stroohoeden- veem, Blauwhoedenveem, Mirandolle Voute, Braat. Enorme gesloten gehei men. Er is niemand, was er maar ie mand, een djaga, één militair maar. Die is er ineens, bij een versperring. Wat ik hier doe? Ik laat mijn papieren zien, perskaart, havenpas. Hij haalt z'n schouders op en loopt zonder een woord te zeggen terug naar de kant van de weg, naar een soort loods. Ik neem aan dat ik doormag, ik stap weer op. Het zweet gutst langs mijn hals, misschien is het wel bloed, mijn gezicht is één gloeiende bolDit is de warmste tocht in mijn leven, denk ik, dit zal ik nooit meer willen doen, nooit meer. Bij het havenkantoor stal ik mijn fiets. De controleur die mijn pas af stempelt zegt: "Het schip wordt pas over een uur verwacht, u mag hier wachten als u wilt, minder warm dan aan de ka. Wilt u wat drinken?". Te rug naar huis, kan ik een lift krijgen van dezelfde man die met een pickup wat moet ophalen in de stad. "Dit is geen werk voor een vrouw," zegt hij. De zon staat laag, de flamboyants staan weer roerloos in het gelid en ik draai mijn hoofd links en rechts om ze te groeten. LILIAN DUCELLE 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1976 | | pagina 2