POEGEL 'DE PIEKERANS VAN EEN STRAATSLIJPER' TYPEN DIE WE NOOIT VERGETEN N.a.v. uw verhaaltje over Jacob en Kambing in T.T. no. 7, het volgende. In Soerabaja was ook zo'n type, nl. POEGEL. Op een middag kwam een dwerg aan de deur bedelen'. Maar het was geen gewone bedelaar, want hij vroeg geld nadat hij een liedje had gezongen. We gaven hem wat en vroegen of hij meer liedjes kende en waar hij ze geleerd had. Hij bleek over een aardig reper- toir te beschikken en vertelde dat hij bij een rondtrekkend toneel-/muziek- gezelschap was aangesloten, maar door ziekte in Soerabaja moest ach terblijven toen het gezelschap verder trok. Op onze vraag waar hij woonde antwoordde hij dat hij geen tehuis had. Meestal sliep hij onder de brug van Peneleh of ergens op een trottoir aan de kant van de weg. Mijn schoonmoeder had medelijden met hem en vroeg of hij bij haar wilde blijven om tegen vrije kost en inwo ning kleine werkjes in huis te verrich ten. Hij kon niet meteen beslissen maar zou de volgende dag terugko men. Hij kwam inderdaad terug met een normaal gebouwde vrouw die hij zijn moeder noemde. Deze wilde Poegel (zo heette de dwerg) niet kwijt, maar voor een tientje wilde ze wel afstand van hem doen. Mijn schoonmoeder wilde beslist geen mens kopen - "je verkoopt je eigen kind toch niet!" - maar Poegel wilde blijven en zijn moeder vroeg geld. In die tijd was een tientje veel geld, dat was er niet, dus ging de "koop" niet door. Toen nam Poegel zelf het initiatief. Hij ging "met de pet rond" en vroeg aan elk lid van de familie wat geld. Bij een rijke fami lie zou hij zeker een tientje bij elkaar gebietst hebben, maar bij ons arme drommels kwam hij maar tot 4 gulden. Met een plechtig gebaar werd dat geld aan zijn' moeder gegeven die het teleurgesteld in ontvangst nam met de woorden: "Nu is Poegel van u; ik hoop dat u goed voor hem zult zorgen!" Dus Poegel bleef en zou kleine huis houdelijke werkjes verrichten, maar hij was zo klein dat hij nergens bij kon. Hij was zelfs te klein om de tafel te dekken, zodat het werk beperkt bleef tot de vloer vegen, schoenen poetsen enZINGEN. Hij werkte zijn hele repertoir af, de woorden klopten niet maar je hoorde toch heel duidelijk de eerste zin van "Sweet Jenny Lee, Das gibt's nur ein- mal, You are my sunshine,, Tandjung Perak op de wijs van Wij gaan naar Zandvoort, Das ist die Liebe der Ma- trosen". De wijs klopte wel maar de woorden waren "made by Poegel". Wij leerden hem nog wat populaire liedjes bij en hij had het best naar de zin. De Japanse oorlog maakte een eind aan zijn zorgeloze leventje en Poegel verdween uit onze ogen. Na de oorlog woonden wij in Sawahan (Soerabaja). Als het niet regende za ten wij elke middag op het voorerf en werd er gesnoept van langskomende verkopers. Op een middag zagen we een wagen tje met allerlei soorten katjang, ting- ting enz. aankomen. Ik stond op om de verkoper aan te roepen, maar die had mij al gezien. Hij liet zijn wagentje staan en rende juichend naar me toe. Het was Poegel! Hij was zo blij dat hij ons eindelijk gevonden had en huilde en lachte tegelijk. Hij vertelde wat hij in de oorlog allemaal beleefd had en dat hij na de oorlog overal naar ons gezocht had. Hij vergat zijn hele handel en als het van hem af hing, had hij zijn wagentje plus inhoud aan ons cadeau gedaan. Toen het donker geworden was ging hij weer weg en na die dag zagen wij hem geregeld langs komen. We koch ten altijd wat van hem om hem te helpen. En op de dag van ons vertrek naar Nederland was Poegel er ook om af scheid te nemen. Daar stond hij met tranen in de ogen en voor elk van ons had hij een pakje katjang. Oleh oleh "voor onderweg". Als kleine bijzonderheid nog wat: Poegel had de eigenaardigheid om vanwege zijn bochel op zijn opgetrok ken knieën vooroverliggend te slapen. Hij werd daarmee altijd door mijn zwager geplaagd. Een poos na de komst van Poegel werd het eerste kind van mijn zwager geboren. Tot zijn vierde jaar sliep dat kindvoor overliggend op zijn opgetrokken knie ën. In dezelfde houding als Poegel! TH. KEMPFF Zomaar een shotje van een kamponghuisje in Dago (Bandung) 's morgens vroeg genomen. Na de kouwige nacht wordt alles lekker gedjemoer. Kleren, lakens, dekens, bolsak etc. En dan maar op die drogende bolsak spelen, die zo heerlijk ruikt naar de zon (Foto: Rogier) Wij helpen U GRATIS Inlichtingen te ver zamelen voor Uw familiestamboom. Wilt U s.v.p. Uw medewerking hieraan verlenen door zelf op te geven wat U van de be treffende familie weet. U kunt daarvoor een model aanvragen. Voegt U altijd een gefrankeerde, zelf geadresseerde envelop pe bij I INDISCH FAMILIE ARCHIEF Vreelandsestraat 14, Den Haag, tel. 070 - 45 44 06. door Tjalie Robinson Tjalie's piekerans over en bele venissen in Batavia en Djakarta zijn 22 jaar lang onafgebroken op de markt geweest. Een van de weinige boeken uit de Indi sche literatuur die het zo lang heeft uitgehouden. Door tien duizenden verslonden, en nog steeds gevraagd. Verschijnt in 2 delen, dit is het eerste. Prijs 19,90 porto 2,75 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 20