het een griezelig gezicht. Brak een
lans of tuimelde een der ruiters in
het zand, dan ging er bij de samenge
stroomde toeschouwers een luid ge
juich op. De overwinnaar sloot zich
dan weer bij de overige ruiterstoet
aan, en het volgende paar kwam aan
de beurt, daarop het derde, net zo
lang, tot het eerste tweetal weer moest
optreden.
Dr. S. Friedmann, de Duitser wiens
boek "Das Tropen Eiland Java" pas
in 1868 te Leipzig het licht zag, ver
meldt nog enige bijzonderheden, die
ds. Buddingh misschien niet heeft op
gemerkt, of welke in Madjalengka niet
voorkwamen.
Reeds om zeven uur 's ochtends weer
klonk de gamelanmuziek en nogmaals
om drie uur in de namiddag, ten teken
dat de "ridders" zich naar de aloen-
aloen dienden te spoeden. Wanneer
de gamelan voor de derde keer weer
galmde met de melodie Gagandjoer
begon het spel met de plechtige om
megang der ruiters om de aloen-aloen.
Daarop nodigde de regent de deelne
mers uit, om het spel te beginnen,
waarschijnlijk volgens een vaste for
mule, zoals hij ook na afloop de strij
ders ook formeel zijn tevredenheid
over hun prestaties betuigde. Een o-
penluchtmaaltijd (op kosten van de
boepati?) besloot het festijn. Voetvolk,
met lansen gewapend, omzoomde het
terrein en hield het gewone volk op
een eerbiedige afstand. Men klom
zelfs in de bomen, om maar niets van
het schouwspel te missen. Het was
toen al gebruikelijk om de inheemse
paardjes met Arabisch bloed te ver
edelen.
Nu is het merkwaardig, dat naast dit
"ernstige spel" ook nog Javaanse
grappenmakers optraden, net zoals bij
de wajang, de panakawans of diena
ren der heldenfiguren hun verheven
meester volgen en met hun grappen
en grollen hen en het publiek verma
ken. Men kent ze wel, de monsterach
tige en toch lachwekkende Semar met
zijn beide veelbelovende zonen Pe
troek en Nalagareng.
Zo treden ook bij het serieuze steek
spel der "ridders" de clowns op. De
zen bereden geen fiere rossen met
Arabisch bloed, doch kleine, broodma
gere paardjes, waardoor hun voeten
bijkans over de grond sleepten. Ook
zij voerden een lans, doch ditmaal
voorzien van een bos stro. Hun twee
kamp had niet veel om het lijf. Soms
lieten beide kampioenen zich van hun
paarden rollen of ze gingen op de za
dels staan, waar ze een inheemse
dans uitvoerden. Ook gingen ze wel
achterste voren op hun rossen zitten,
waarbij ze de staart van hun rijdier
als toom gebruikten. Minder onschul
dig lijkt het afsteken van vuurwerk,
bevestigd onder de staarten der paar
den, die dan als razend aan het ren
nen sloegen, terwijl de ruiters al lang
uit het zadel geworpen waren. Ook
mijn vriend dr. Th. Pigeaud vertelde
iets dergelijks, nl. het optreden van
grappige mommespelers bij de toer
nooien op Madoera (Volksvertoninqen
par. 257).
Na een paar uur heen en weer rennen,
was aan de gamelanmuziek te merken,
dat het spel nu uit moest zijn en de
stoet reed weer even statig als aan
het begin de aloen-aloen rond, werd
daarna ontbonden.
De laatste beschrijving van een senè-
nan is van de Edeleer pangeran aria
Achmad Djajadiningrat en ontleend
aan diens Herinneringen, geschreven
van 1933 tot 1934.
Op blz. 10-11 van dit zéér lezenswaar
dige boek verhaalt hij over de senè-
nan, die hij nog in zijn jeugd - hij was
geboren in 1877 - meegemaakt had.
Blijkbaar werd het steekspel niet meer
wekelijks, doch slechts bij bijzondere
gelegenheden uitgevoerd, nl. op de
Lebaran, en wel na de receptie.
Het spel wordt ook wel sodoran, naar
de stompe lans sodor genaamd. Te
gelijk wordt in de pendopo van de
regent een wajang-wongvoorstelling
gegeven, doch de sodoran trekt de
meeste belangstelling. Het moet ech
ter droog weer zijn, anders gaat het
feest niet door. Om één uur 's namid
dags geeft een kanonschot het sein
aan om te beginnen. De vader van de
schrijver moest als districtshoofd aan
het spiegelgevecht deelnemen, kleed
de zich daartoe in een groen zijden
kostuum (buis?), met een dodot en
een koeloek. Aldus steeg hij te paard
en werd gevolgd door de aan hem
ondergeschikte assistent-wedana in
een zelfde soort kostuum. Er volgde
een défilé van alle deelnemers voor
de pendopo. Als ze na deze omme
gang op het punt van vertrek zijn te
ruggekeerd, begint de eigenlijke se-
nènan. De ambtenaren rijden daartoe
twee aan twee rondom de waringin-
boom in een tempo, door de gamelan
aangegeven. Op een gegeven ogen
blik slaat een der tegenstanders de
ander met de sodor, welke slag zo
mogelijk gepareerd wordt.
Na afloop van de strijd wordt opnieuw
gedefileerd voor de pendopo, waar
zich de regent en zijn hoge gasten
bevinden.
Achmad Djajadiningrat zal deze se-
nènan in de 80-er jaren der vorige
eeuw hebben bijgewoond.
Ik vraag mij af, of dergelijke steek
spelen nog bestaan. Zeker vonden ze
de laatste tijd niet meer iedere week
plaats, misschien alleen nog maar bij
bijzondere gelegenheden, als de Leba
ran, zoals in het Bantamse. Ik her
inner mij echter, in de bladen gelezen
te hebben, dat de regent van Praba-
linggo in 1938 bij het regeringsjubile
um van H.M. Koningin Wilhelmina nog
eens een dergelijke vertoning op touw
heeft gezet. Aangezien ik toen al vier
jaren uit Prabalingga weg was, ben ik
er helaas geen getuige van geweest.
Ook heb ik er geen foto van in de
geïllustreerde bladen gezien, ofschoon
dit nu juist een aardig onderwerp leek,
om te fotograferen.
In elk geval, de senènan behoort thans
tot de uitzonderingen of is verdwenen.
Geen steekspelen meer, maar voet
balwedstrijden. Men prefereert een
automobiel boven een edele viervoe
ter. Ook de aloen-aloens zijn deels
ontwijd. In Soerabaja werd hij stads
tuin, in Malang werd hij doorkruist
door de rails van de stoomtram. Met
de Duitse dichter kunnen we zeggen:
Das alte stürzt, es andert sich die Zeit
Und neues Leben grünt auf den
Ruinen.
SPECIALE TONG-TONG EDITIE
De geschiedenis van Soekaboemi; de
hotels, scholen, de Politieschool. Her
inneringen aan bekende Soekaboeme-
laren, uitgaan op Soekaboemi en ge-
meente-parkara's.
Meer dan 150 briljante foto's van
groot formaat en 3 plattegronden van
Soekaboemi. Samengesteld door J. M.
Knaud. Formaat van het album 20 x 30
cm., 132 pag.
Prijs f 25,plus porto f 4,
Verkrijgbaar bij boekhandel
TONG TONG
herinneringen aan Soekaboemi
12