onder militaire geleide wat kleding in
pakken en daarna werden de Duitsers
met de motorboot naar de wal ge
bracht, alwaar zij in een goedang op
gevangen werden door kapitein Sup-
heerdt en zijn mannen.
Ook de overmeestering van de "Wer-
denfels", "Wasgenwald" en "Moni
Rickmers" verliep succesvol. De Duit
sers werden kennelijk zodanig over
rompeld, dat zij geen kans zagen om
het reeds te voren ingezette losschroe
ven van de buitenboordkranen verder
door te zetten.
Anders verliep het met de in de bui
tenbaai liggende "Sophie Rickmers".
Het gewestelijk vaartuig met luitenant
Kelder en zijn manschappen had zo
veel tijd nodig om het schip te berei
ken, dat er van overrompeling geen
sprake was.
De Duitsers waren kennelijk op de
hoogte van de inval in Nederland. Zij
wisten natuurlijk ook, dat buiten op
zee de vijand op de loer lag en dat
dus vluchten niet mogelijk was. Der
halve namen ze een geheel andere
houding aan. Buitenboordkranen open
draaien, sloepen strijken, het zinken
van het schip afwachten en om de tijd
te doden zichzelf volgooien met de
grote hoeveelheid drank, die ze in de
ze vrijhaven hadden opgeslagen. Deze
omstandigheden troffen de KNlL-mili-
tairen bij het bereiken van de "Sophie
Rickmers" aan en dat deed "unhei
misch" aan. Al heel gauw zag luite
nant Kelder het vollopen van de ma
chinekamer. In een poging om te red
den wat er te redden viel keerde hij
met het kleine gewestelijke vaartuig
naar de "Wega" terug om hulp te ha
len. Gezaghebber Klerk gaf de 3de
wtk Lattman, de enige officier, die nog
aan boord was, opdracht met luitenant
Kelder mee te gaan. Tijdelijk chef van
de machinekamer van de "Wega" werd
toen de mandoer. Bij aankomst aan
boord van de "Sophie Rickmers"
bleek, dat de militairen reeds de be
manning verzameld hadden op het
achterdek. Echter, het schip was niet
meer te redden. Toen Lattman de ma
chinekamer binnenkwam bleek die
reeds zover onder water te staan dat
Lattman niet meer bij de buitenboord
kranen kon komen. De Duitse machi
nisten hadden gedaan wat van hen
verwacht werd. Even later, nadat een
ieder het schip had verlaten door over
te stappen op het gewestelijk vaar
tuig van luitenant Kelder, ging de "So
phie Rickmers" ten onder. Bij terug
komst van het gewestelijk vaartuig
aan de steiger werden ook deze Duit
sers in genoemde loods of goedang
opgevangen alwaar de vereiste ge
gevens van de Duitsers werden op
getekend. Nog diezelfde avond van de
10de mei werden de Duitsers onder
bewaking van 1ste luitenant Kelder
met steeds naast zich sergt. Bruinius
aan boord van de "Generaal Ver-
spijck" geëmbarkeerd en in het ruim
ondergebracht. Een paar uren later
werd gedebarkeerd te Olehleh voor
verder transport naar een internerings
kamp op Sumatra.
Hiermede was de overmeesterings
actie ten einde. Hr. Ms. "Wega" trok
zich terug op Olehleh om de routine-
reizen langs de kust van Noord-Su-
matra te hervatten. Kapitein Supheerdt
is de volgende dag van Sabang over
geplaatst naar de vaste wal van Atjeh.
1ste Luit. Kelder nam het commando
van de militaire bezetting van Sabang
weer op zich.
Spoedig werd ter hand genomen het
vaarklaar maken van de ex-Duitse
schepen, hetgeen geschiedde met
koelies van de Droogdok Mij. Sabang.
De daaraan klevende vele werkzaam
heden werden door die koelies met
liefde gedaan, want hoewel de nodige
maatregelen tegen "rampassen" wa
ren genomen viel er voor de kerels
wel een voordeeltje af en zag men wel
eens een koelie 's morgens met
slechts een pendekje aan boord ko
men om in de namiddag het schip te
verlaten keurig netjes uitgedost. En
hoe!
Lang jaeger ondergoed, waar zijn
zwarte handen opvallend uitstaken,
hoed op, keurige schoenen aan, die
mijlen te groot waren. Geen gezicht
zo'n oorlogsbuit, maar ach, laat ze ook
eens wat hebben! Na de bovenbe
schreven eerste oorlogshandeling kon
den de "Lindenfels" en de "Werden-
fels" weer uitvaren, maar nu onder de
vlag van de Stoomvaartmaatschappij
"Nederland" en onder de naam
"Mangkalihat" resp. "Belingkar". De
"Wasgenwald" heeft onder de naam
"Sembilangan" voor dezelfde maat
schappij nog bijna drie jaar de golven
doorkliefd. De "Moni Rickmers", die
aan de Rotterdamse Lloyd werd toe
gewezen, heeft onder de naam "Sa-
lando" nog tot 1949 voor ons land
gevaren en werd toen wegens ouder
dom aan Turkije verkocht.
Tijdens de overmeesteringsactie na
derde een Engelse oorlogsbodem de
Hr. Ms. "Wega". Dit oorlogsschip
vroeg met de seinlamp of hulp nodig
was. Ons antwoord was: "We klaren
het zelf".
In het correcte en juiste optreden
bij de overmeestering zag de Vloot
voogd grond om Hr. Ms. "Wega" een
algemene tevredenheidsbetuiging te
geven. Dit is me gebleken uit het
schrijven van de H.I.S.J. Kuyper van
5 juni 1940 aan de Commandant van
Hr. Ms. "Wega" met de mededeling,
dat de Commandant der Zeemacht
hem machtigde om de 3de werktuig
kundige H. W. F. Monné, zijn extra
waardering over te brengen voor
diens kordaat en efficiënt optreden bij
de inbeslagneming van de ex-"Linden-
fels".
Luitenant-Generaal S. H. Spoor heeft
Kapitein A. E. Kelder zijn bijzondere
tevredenheid betuigd voor de uitne
mende wijze, waarop door hem op 10
mei 1940 is opgetreden bij de uitvoe
ring van de bevelen tot in beslagname
van de vijf Duitse schepen, welke zich
op dat ogenblik in de baai van Sabang
bevonden.
F. C. BACKER DIRKS
Informaties getrokken bij:
A. J. van Ankeren, 1ste stuurman a/b
s.s. "Generaal Verspijck" van de
K.P.M.
A. E. Kelder, 1ste luitenant K.N.I.L.
J. F. Lattman, 3e werktuigkundige a/b
Hr. Ms. "Wega"
H. W. F. Monné, 3e werktuigkundige
a/b Hr. Ms. "Wega".
C. D. Sax, ass. chef buitendienst van
de Sabang Steenkolen Mij.
J. A. Welcker, 2e Officier a/b Hr. Ms.
"Wega".
§1
Goede oude bekenden: de KPM-schepen van het type de Houtman (Houtman, Roggeveen,
Schouten en Van Waerwijck), alle motorvaartuigen.
15