INDONESIË Saté van Soen Tek (Vervolg: "Heimwee"?) van heimwee? Neen, ik geloof toch niet helemaal. Nu ik de zeventig nader en niet meer zo tuk ben op reizen, zou ik alleen maar willen reizen om naar Indonesië te gaan, niet in een kudde, maar gewoon om bij vrienden of ouders van vrienden in de desa te kunnen logeren. Meer wil ik niet. En dit alles voor zover mijn gezondheid en mijn financiële situatie dit mogelijk maken. Goed, welke reserves ik ook heb, (niet alleen tegen het koloniale Indië, en ik heb die altijd gehad, ook toen iedereen daar nog anders over dacht en dat alles is me door vele Indische mensen toen niet in dank af genomen!), maar ook tegen het nieu we Indonesië (waar ik evenmin erg gelukkig mee ben), ik kan niet buiten Indonesië. Waarom niet? Omdat Indo nesië een deel van mezelf is, omdat de natuur of mijn privégevoel of iets anders nu eenmaal sterker is dan el ke leer, dan elke rationele overweging. Ik wil eindigen met een citaat uit het prachtige artikel van Mochtar Lubis in het laatste nummer van Bzzlletin van januari 1977. Ik ben tijdens zijn ver blijf in Amsterdam vrij veel met hem omgegaan. Hij rijdt aan het stuur van zijn auto door de Lampongs. Hij heeft zijn moeder in Mandailing opgezocht. Hally, zijn vrouw zit naast hem, de kinderen zitten achterin. Het stortre gent en het is donker, de weg is slecht, maar tezamen vormen zij met de kinderen een eenheid in het nach telijke duister, een kleine wereld op zichzelf met Hally half-slapend aan zijn schouder. En dan schrijft Mochtar Lubis: "Ik voel mij ver weg van alles, van Sumatra, van Java, van Jakara, van al de enorme corrupties, van het onrecht gedaan van broeder tegen broeder, van de industriële maatschap pijen die lucht, water en aarde met pol lutie vergiftigen, van de hele wereld, maar tegelijkertijd voel ik mij zo dicht bij alles. Zo dicht bij Hally, bij mijn moeder, zover weg al in Mandailing, bij dit land, bij mijn volk." Het klinkt misschien bijna onecht, maar zo ongeveer is het ook met mij gesteld, al ben ik geen Indonesiër en al is het mijn volk niet. Het is wèl mijn land, misschien zelfs .meer dan Neder land. Ondanks alles: onherroepelijk er mee verbonden. Het heeft nu een maal bezit van mij genomen. Of ik be zit het. Het doet er niet toe. Indonesië is een deel van mijzelf. Misschien daarom: zonder heimwee. ROB NIEUWENHUYS Laten we hem maar Soen Tek noe men. Hij verkoopt saté babi op een nog ongeschonden stukje trottoir van djalan Roda in Bogor. Ik fotografeerde hem op een avond, omdat Soen Tek zijn delicatesse al leen 's avonds aanbiedt; zo van half zeven tot een uur of acht, half negen. Dan is hij uitverkocht en gaat naar huis. Want hij streeft beslist niet naar gestage omzetstijging en stilstand is voor hem beslist géén achteruitgang. Zijn recept is oud en beproefd. Er is in de loop der jaren niets aan veran derd, immersgoed is goed! De klanten kunnen kiezen uit vette stuk jes en minder vette, uit ati, usus of tjampuran. De finishing touch bestaat uit wat geraspte langkoeas en ketjap. Zo eenvoudig is dat, maar lekker-nja van de bukan main!! Zijn bedrijfsuitrusting is simpel en versleten door jarenlang gebruik. Geen kostbare elektrische grill met teflon- coating (dus zelfreinigend!), maar een dóódsimpele pembakaran met gewone areng en de nimmer falende kipas. De tetampah is na reparatie weer goed voor vele jaren en slechts de rol plas tic is een moderne voorzorg tegen de overvloedige regenhozen, die Bogor nog steeds biedt. Neen, voor Soen Tek geen loodzware investeringen, die koste wat kost te rugverdiend moeten worden en op zwepen tot steeds hogere produktie - en verkoopcijfers. Geen agressief pe netreren op de afzetmarkt, geen zor gen over rentabiliteit en liquiditeit, geen keiharde business, maar daarom ookgeen stress en geen hartin farct!! Soen Tek zoekt iedere avond op het zelfde uur, zijn zelfde plaatsje op, in stalleert zich daar op zijn dooie ge maken wacht rustig af. Wie trek heeft in saté babi, weet hem heus wel te vinden. Overdag sedia-t hij niet meer stokjes saté babi, dan hij uit ervaring weet kwijt te raken. De klanten komen van zelf en Soen Tek heeft voor elk een praatje, een kwinkslag of een lach. En zo heeft hij, ondanks zijn schamel bestaan, plezier in het leven en is tevreden. De bekende econoom Schumacher noemt dat "Small is beautifull" (en prijst dit beginsel zeer aan voor .de economische ontwikkeling van de derde wereld-landen). Soen Tek zegt simpel "Asa! tjukup sadja". In wezen bedoelen beiden hetzelfde. A. TENTOONSTELLING BEELDHOUWWERKEN BOROBUDUR Van 20 april tot en met 3 juli 1977 zal in het Rijksmuseum te Amsterdam een tentoonstelling te zien zijn onder de titel "Borobudur- kunst en religie in het oude Java", bestaande uit 13 grote reliëfs en beeldhouwwerken uit de Bo robudur en vele andere kunstwerken uit de Hindoe-Javaanse tijd. De ten toonstelling loopt van 28 januari t/m 3 april (dagelijks behalve op maanda gen) in het Paleis voor Schone Kun sten te Brussel. Een unieke belevenis met de S.O.C. naar STICHTING OVERZEESE CONTACTEN Stadhouders laan 2, Den Haag. Telefoon 070-469723 b.g.g. 070-291622 en verre landen, anders en minder duur. DJAKARTA retour 1695,- tot 1995,- Verzorgde reizen langs onbekende wegen. Vanaf f 2195,(3 weken) tot 3395,— (31 dagen). lUHIHimmi» 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 18