BOEKBESPREKING
TJALIE SCHREEF
DE 1.000 VAN AMAHEI
HET SPREKENDE HOOFD
Het is gewoonweg griezelig hoe vaak
figuren uit boeken van grote schrijvers
later tot leven komen. Wie "Het Spre
kende Hoofd" kent van Edgar Allan
Poe, het verhaal van een afgesneden
hoofd in een glazen stolp, dat onder
chemische en electrische impulsen
blijft spreken, zal er zeker vaak aan
denken die in de moderne tijd in een
verlaten huiskamer in een TV-kastje
een hoofd alsmaar hoort dóórkwebbe
len, ook al luistert niemand meer.
In feite hebben we alle dagen wel zo'n
"zwamneus" van TV ergens in een
huiskamer. Pas als we ons de tijd
gunnen om zo'n pratend hoofd aan
dachtig te bekijken, zoals het daar zelfgenoegzaam en overtuigd van
zijn gelijk en lekker veilig omdat niemand terugpraat en niemand met
tomaten gooit, daar eindeloos aan het doorzagen is - en pas als je je
realiseert hoe dat gebeurt in tienduizenden huiskamers in heel Neder
land, onrembaar, effectloos, weerloos en waardeloos, dan treft die
"voorspelling" van Poe je des te meer als de aankondiging van een
zinloze tijd. Zonder hart. Zonder bloed, maar met monden alleen, die
onze hoofden vullen met lege echo's.
T.R.
Amahei is een vissersplaatsje aan de
zuidkust van Ceram. In 1943 besloten
de Japanners tot de aanleg van een
vliegveld in de omgeving van Amahei.
Op 12 april 1943 stond een groep
krijgsgevangenen bestaande uit 32 of
ficieren en 968 onderofficieren en min
deren in het Xe bataljon te Batavia
gereed om "met onbekende bestem
ming" te vertrekken. De onbekende
bestemming bleek Amahei te zijn; de
krijgsgevangenen zouden 51/2 maand
te werk worden gesteld voor de aanleg
van het vliegveld. Van de 1024 man
zouden er 365 niet terugkeren. Overi
gens niet na 51/2 maand, maar dat had
den de naar Amahei gezonden krijgs
gevangenen, paradoxaal als het moge
klinken, deels aan zichzelf te wijten.
Zij vormden namelijk een eenheid met
zulk een voortreffelijk moreel, dat zij,
toen het vliegveld bij Amahei gereed
was, werden ingezet op een tweetal
andere werken van dezelfde aard (Ha-
roekoe en Liang, eveneens in de Mo-
lukken) waar grote vertraging in de
uitvoering was ontstaan.
Kapitein Korteweg was een der offi
cieren van "De 1.000 van Amahei".
Het leek hem na de Japanse capitu
latie de moeite waard, de geschiede
nis van zijn duizend kameraden vast
te leggen in een korte schets van hun
17 .maanden durend verblijf in de Mo-
lukken. Dit verslag, zo schreef de au
teur in zijn 4 febr. 1946 gedateerd
stuk, kan "als schablone beschouwd
worden voor hetgeen er op andere
tijdstippen op andere plaatsen met an
dere krijgsgevangenen of burgers in
interneringskampen gebeurde". Onder
dagtekening van 19 maart 1964 ver
scheen opnieuw een uitgave van kapt.
Korteweg's "reisverslag", en nu is op
nieuw een thans ook in onze boekhan
del verkrijgbare uitgave van "de 1.000
van Amahei" verschenen. Het is een
boeiend, levendig geschreven verhaal
van de onzegbare misère, maar ook
van de geestkracht en het weerstands
vermogen van onze krijgsgevangenen
in een barre- tijd.
Het verslag van kapt Korteweg is niet
alleen een hogelijk te waarderen tri
buut aan de geest, die de zwaarste
ontberingen wist te overwinnen, het
is bovendien uit historisch gezichts
punt een belangrijke bijdrage tot de
kennis van hetgeen zich in het verre
Indië afspeelde, en als zodanig waard
Ook te worden gelezen door hen, die
Indië niet hebben gekend. Dat is ook
duidelijk de bedoeling van de schrij
ver, maar of hij daarin slagen zal is
een open vraag (voor ons).
Het is, naar onze mening, ondanks
allerlei verschijnselen die op het te
gendeel schijnen te wijzen met de be
langstelling in het bijzonder voor het
oude Indië toch maar zeer matig ge
steld, behalve om met een minimale
kennis van zaken (zie de heer Voets)
de Indische Nederlanders om de oren
te slaan. Men zal ons tegenwerpen
dat bijv. de zeer grote belangstelling
voor de film over Max Havelaar in
een andere richting wijst. Wel, ook
in een "heimwee"-bijeenkomst in het
HOT in Den Haag trof ons kort ge
leden de enorme belangstelling van
wat zeker geen uitgesproken Indisch-
Nederlands publiek was. En tenslotte
zou men kunnen aanvoeren de pro
ductie aan literatuur of quasi-literatuur
over "Indische" zaken, persoonlijkhe
den en ervaringen. Wij tillen daar niet
zwaar aan, in het bijzonder niet aan
de aandacht van uitgevers voor der
gelijke belletrie. Tegenover het haast
overweldigend groot aantal nieuwe
uitgaven van Nederlandse en vertaal
de buitenlandse auteurs valt namelijk
het aantal Indische boeken toch nog
vrijwel in het niet, en een onderzoek
naar het aandeel van de Indische lite
ratuur in het totaal zou dunkt ons wel
eens tot een teleurstellend resultaat
kunnen leiden. Wat nu de verklaring
kan zijn van de schijnbaar groeiende
belangstelling voor Indonesië en Indië
mogen de sociologen vaststellen! Toe
vallige ontmoetingen met Nederlan
ders die vroeger van toeten noch bla
zen wisten, als Indië ter sprake kwam,
blijken ook nu van toeten noch blazen
te weten. Vandaar ons pessimisme!
JHR.
"De 1.000 van Amahei" is een
gestencilde bundel. Prijs 5,
f 1,70 porto.
ERETEKENENFOEI
In de benedengang van het Provincie
huis van Zuid-Holland in Den Haag
wordt een tentoonstelling gehouden
onder dé titel "Militaria". Daar zijn
o.a. te zien vele eretekenen van het
voormalig KNIL.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat een
expositie van militaire eretekenen uit
een roemrijk verleden onze pacifisten
naar de keel grijpt. Geen wonder dan
ook dat twee Statenleden, behorende
tot de linkervleugel van ons politiek
bestel verzoeken aan de commissaris
der Koningin deze "zo snel mogelijk
te doen verwijderen". Uit hun vragen
blijkt, dat zij het liefst de hele tentoon
stelling zouden willen zien verdwijnen,
maar alleen ten aanzien van de mili
taire onderscheidingen vragen zij on
middellijke actie.
Er is één troost voor wie zich aan
deze kleinzielige vragenstellerij ergert:
de verwijdering van de symbolen van
een groots verleden kan het eeuwig
landschap van dat verleden niet ver
anderen.
JHR.
Vergeet U de weer- eri windraads-
mari, de
ENKHUIZER ALMANAK 1977
niet
Een handzaam boekje vol wetens
waardigheden.
Verkrijgbaar bij Boekh. Tong Tong
f 2,20 1,20 porto.
6