Pas 150 graven overgebracht van Kobong in Semarang Kedungmundu, 10 km ten Oosten van Semarang. Op deze heuvels zal de nieuwe begraafplaats komen ter vervanging van Kobong. 13 Dank zij welwillende hulp van de heer Wahjoedo, hoofdredacteur van het dagblad "Suara Merdeka" in Semarang en een onmisbare sobat van Tong-Tong, kregen wij dit arti kel over de opruiming van de be graafplaats Kobong. Vele Semaran- gers zullen hier zeker belangstelling voor hebben. Frontaanzicht begraafplaats Kobong. Niet alles zal ontruimd wor den, alleen de afdelingen A, B en CHR. Zoals reeds eerder gemeld zal, in verband met het plan om op het complex van de begraafplaats Kobong in Semarang een vismarkt te bouwen, die begraaf plaats opgebroken en verplaatst worden naar Kedungmundu. Suroto, het hoofd van de Afd. Begrafenissen van de Gemeentedienst, vergezeld van de Public-Relationsman van Semarang, deelde op een vraag onzerzijds mede, dat de graven, die opgebroken zullen worden, zich bevinden In het wes telijk 'deel van genoemde begraafplaats, nl. de blokken A, B en CHR, met een oppervlakte van 2,2 ha en 6000 tomben bevattende. Idem blok A. Een aankondiging van de gemeente Sema rang, bij het graf Kobong, waarin staat dat blok A en B vanaf oktober 1974 gesloten zijn. i Bovengenoemd kerkhof werd aange legd bij de komst van het Christen dom in Semarang omstreeks de jaren 1700, terwijl het jongste graf dateert van het jaar 1969. Het grootste deel wordt gevormd door graven van Hol landers. De bestaande plannen tot opruiming van de graven roepen natuurlijk vraag tekens op in die bevolkingsgroepen, die de Christelijke godsdienst belijden. Velen van hen vragen zich af of de graven van hun overleden familieleden ook opgedolven zullen worden en waar ze bij overlijden hun gezinsleden zullen kunnen begraven. Volgens Suroto is genoemd kerkhof reeds vol, maar als er slechts enkele bij zullen komen, dan kunnen die wel worden ingeschoven. Om het volraken te ondervangen is in Bergota reeds een nieuw blok geo pend voor Christenen. Toch blijkt dat het in april '75 geopende blok nu ook al te klein is, terwijl het nog niet eens een jaar ter beschikking is. Verder zegt men, dat het stadsbestuur van Semarang nu een areaal ter grootte van 7 ha gereed maakt in Kedung mundu in Semarang Oost, dat behalve voor het overbrengen van de stoffe lijke resten van Kobong ook nog die nen zal voor nieuwe Christelijke gra ven. De door de Burgemeester vastgestel de tijdslimiet van 6 maanden voor het opbreken van het gedeelte van de be graafplaats Kobong loopt over enkele dagen af. Toch blijkt, dat er aan veel graven nog niets gedaan is. Gedeelten van blok B dat reeds begonnen is met de ontruiming. Van de 6000 tomben zijn er pas 150 overgebracht en daarvan nog niet eens alle naar Kedungmundu, zoals door de Burgemeester bepaald. Som mige familieleden hebben de wegge haalde stoffelijke resten verbrand en de as naar Nederland gebracht, of naar buiten de stad. Ondertussen ligt het grootste gedeelte er nog als vroe ger bij, alleen de antiquiteiten zoals mooie beeldjes, tegels en andere waardevolle voorwerpen zijn gestolen. De verlate overbrenging van de stof felijke resten naar Kedungmundu is volgens Suroto o.a. veroorzaakt door dat het nieuwe terrein nog niet hele maal klaar is. Voor genoemd terrein, dat als kerkhof is bedoeld en dat de vorm heeft van de letter D, moét nog schadeloosstelling worden betaald aan degenen, die de grond hebben be werkt. Zo komt het dat bij het over lijden van een Christen het stoffelijk overschot tussen nog niet opgedolven graven wordt ingeschoven. Over het probleem of ze later ook overgebracht zullen worden, wist men nog niets te zeggen, aangezien slechts de instruc ties van de Burgemeester van Sema rang worden opgevolgd. Op de vraag of er een mogelijkheid voor de nabestaanden bestaat om de stoffelijke resten van familieleden zelf weg te halen, deelt Suroto mee daar geen bezwaar tegen te hebben. In de stad wonende familieleden, die zelf de graven willen opdelven, moeten daarvoor toestemming vragen aan de (lees verder volgende pagina onderaan)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 13