Een nieuwe salaris- en
pensioenregeling in Indonesië
BOEKBESPREKING
Op 1 april wordt in Indonesië een
nieuwe salaris- en pensioenregeling
ingevoerd. Aan een particuliere brief,
ons door een vriendelijke hand ter
inzage gegeven ontlenen wij het vol
gende:
1. De salaris- en pensioen-verhoging
gaat in per 1 april, omdat het be- 4
grotingsjaar van de R.l. loopt van
1 april t/m 31 maart volgend jaar.
Suppletoire begrotingen zijn niet
meer toegestaan. Die verandering in
het boekjaar is al zo'n 12 jaren ge
leden ingevoerd en verhogingen van 5
salarissen, zoals in 1967 en 1971
gingen dus ook altijd per 1 april in.
2. De verhoging wordt in étappes in
gevoerd, voor zover de financiële
toestand van het land dat toelaat.
3. Per 1 april is de verhoging onge
veer 30% tot 100% (voor de laag
ste inkomens, dus voor de tuinlie
den, de "pesurahs", die men in Hol
land "Bode" noemt en dergelijke).
Zo iemand, die nu Rp. 4000,per
maand krijgt, krijgt per 1 april on
geveer Rp. 7500,
Een hoofdambtenaar, die nu Rp.
60.000 in handen krijgt, krijgt per
1 april ongeveer Rp. 75.000. Maar
dat is dan zijn basisinkomen, ter
wijl de Rp. 60.000 bestond uit basis
toelagen. De toelagen vallen dan
af, behalve gezinstoelage. (5% voor
de echtgenote en 2% voor elk kind).
Dit is wel een grote verbetering,
omdat het pensioen berekend wordt
over het basissalaris.
Daardoor wordt het pensioen nu
langzamerhand waardevast en dat
is de eerste psychologisch juiste
maatregel in de corruptiebestrij
ding. De Indonesiër is van nature
geen dief. Ik ondervind dat nu da
gelijks. Nu ik zo goed als blind ben,
kan ik maar moeilijk wijs worden uit
het geld. Vooral op de pasar en in
toko's. Ik ben dus voor een groot
deel aangewezen op de betrouw
baarheid van mijn contacten. Tot nu
toe ben ik nog nooit bedrogen. Maar
iedere ambtenaar weet, dat hij op
zijn 56ste jaar gepensioneerd wordt.
Dat betekent (of betekende) dat hij
juist als zijn gezin het meeste kost
(kinderen op de Universiteit, enz.)
terugvalt op ongeveer 25% van zijn
inkomen. Daartegen moet hij wel
maatregelen nemen. Dat kan nor
maal maar op één van twee manie
ren. Hij kan samen met zijn gezin
zich ophangen, of hij moet stelen.
Daar hij uiteraard voor dat ophan
gen niet veel zal voelen, steelt hij
dus. Het is niet zo zeer het salaris,
waarmee men de corruptie bestrij
den kan, maar juist het pensioen.
Dat heeft de regering nu eindelijk
goed ingezien.
Weliswaar geldt de grote verbete
ring alleen voorlopig voor de met
ingang van 1 januari 1977 gepensio
neerden en blijven de oudjes er
koud van. Maar het is een begin
naar de oplossing van het corruptie-
vraagstuk. En nou ja, de oudjes (zo
als ik) zijn toch al oud. Overigens
zullen uiteindelijk de twee pensioe
nen gelijk worden.
De particuliere werknemers volgen
in inkomen al sinds onheuglijke tij
den, de verhogingen van de ambte
naren-salarissen. Uw vrees, dat zij
in moelijkheden zullen raken, zal
dus niet bwaarheid worden.
Indien dit keer de tarieven van
brandstof (benzine en petroleum) en
die van electriciteit en gas niet weer
opgejaagd worden, zal er m.i. geen
sterker inflatie optreden. De verho
ging is in totaal volumen onbelang
rijk en Indonesia beschikt over ruim
voldoende consumptieartikelen. Er
is zelfs overproductie (plastics). Het
opjagen van behoeften (zwart-wit
TV naar kleuren TV) en dergelijke,
is nog maar betrekkelijk. De steeds
mooiere en steeds duurdere luxe
artikelen zijn er nog niet. Dat opja
gen van de behoeften is mede een
oorzaak van inflatie. Zodra deze fac
tor niet meer bestaat, vloeit over
tollig geld naar de opbouwsector
(huizen, enz.)
Eind 1976 stegen de prijzen van kof
fie en thee (vooral koffie) enorm.
Maar dat was dus vóór de verho
ging van de inkomens en volgens
Ir. Sosro een gevolg van de zeer
sterk gestegen prijzen op de we
reldmarkt. Dat is mijn branche niet,
dus ik weet het niet. Maar er zijn
ook belangrijke prijsverlagingen op
getreden.
Vlees zakte van Rp. 1000,per ki
lo naar Rp. 700,Lucifers van Rp.
75,per pak naar Rp. 50,Textiel
daalde met ongeveer 15% tot 20%
(ook tetozon, dus niet alleen de
goedkope soorten). De overproduc
tie aan usantiële plastic-waren (em
mers, schoenen, etc. is duidelijk.
Op het ogenblik kan men de
meest bizarre dingen in plastic
krijgen. Zelfs hele kleerkasten!
De rijstprijs is stabiel, maar die is,
zoals ik al een vroeger uiteen
gezet heb, door de regering be
schermd, door de van regeringswe
ge vastgestelde minimumprijs.
De tani behoort op het ogenblik tot
de meest welvarende lieden en dat
is wel goed. Want Indonesia steunt
nog steeds op zijn boerenstand.
KLAMBOES, KLEWANGS,
KLAPPERBOMEN.
Bij de uitgeverij Den Haan in Haarlem
is verschenen een korte geschiedenis
van de Nederlanders in Indië. De sa
mensteller is Pierre Heyboer, een mij
geheel onbekende figuur op het ter
rein der historie. In nog geen 200 blad
zijden wel van kloek formaat), ver
lucht met vele illustraties- daarover
straks meer - wordt de aanwezigheid
der Nederlanders in Insulinde beschre
ven. De auteur doet zijn best daarbij
de nodige objectiviteit te betrachten,
al is hij niet geheel ontsnapt aan de
geest des tijds. Het is nu eenmaal
mode op ons koloniaal verleden terug
te zien als een schande, die ons zelfs
na de scheiding van moederland en
kolonie nog het schaamrood naar de
kaken doet rijzen. Iets kritischer te
genover de geschiedschrijving van de
heer Heyboer worden wij, wanneer de
schrijver is genaderd aan de contem
poraine geschiedenis, die er nog wat
magerder afkomt dan die van de 17e
eeuw. Zijn inspiratie is tot nul geredu
ceerd nadat het vestigen van het Ne
derlands gezag in de gehele archipel
is voltooid. Over de dan plaatsgrijpen
de ontwikkelingen en de Japanse be
zetting geen woord; over de periode
1945-1950 ruim twee bladzijden tekst.
Daar beginnen mijn bezwaren tegen
een zo summiere samenvatting van
ons koloniaal verleden wat scherper
vormen aan te nemen. Die culmineren
wanneer de auteur zonder blikken of
blozen neerschrijft dat Nederland in
1948 "een communistische opstand
tegen het bewind van Soekarno aan
greep om het laatste stukje Java dat
nog "republikeins" was te veroveren.
Dit is een oversimplificatie die naar
geschiedvervalsing riekt.
Dit zijn de schaduwzijden van wat men
met enige goede wil een acceptabele
poging tot popularisering van de ge
schiedschrijving over Indië zou kunnen
noemen. Maar dit boek heeft ook zijn
aantrekkelijke kanten in de vorm van
een rijkdom aan illustraties zonder
voorbeeld. En dat niet alleen: er kan
nu werkelijk geen discussie mogelijk
zijn over de kwaliteit van de reproduc
ties! De auteur heeft zich grote moeite
gegeven bij de keuze van zijn illustra
tief materiaal, en de uitgever heeft de
juiste uitvoerders - die hij dan ook
vermeldt - gevonden om zijn boek op
een opmerkelijk fraaie wijze het licht
te doen zien.
JHR.
Klamboes, Klewangs, Klapperbomen is
verkrijgbaar bij de Boekhandel Tong
Tong. Prijs tot 1 april 19,50, daarna
27,50.
4